Kritischer kijken naar en denken over wetenschap(pers)

Afgelopen weekend mocht ik in Kasteel Sterkenburg bij Driebergen 2 trainingen geven aan groepjes studenten van bv de TU Delft, zoals over de vraag: hoe herken je belangen-gekleurde claims die uit naam van wetenschap gedaan worden? En hoe kun je de sterkte van die claims toetsen?

Omdat steeds meer academici – vooral in ecologische hoek- eigenlijk activist zijn voor subsidie en voor hun lobbyclubs, is die toetsing steeds belangrijker.

Een mooi voorbeeld is de door collega-wetenschapsjournalist Arnout Jaspers getoetste ’75 procent insecten verdwenen’-studie van Caspar Hallmann (die werkzaam was/is bij Sovon Vogelonderzoek). Daarop sprongen bij verschijning direct alle mainstream-media en fondsenwervende groene lobbyclubs als Vogelbescherming en Natuurmonumenten.

Sterkenburg

Maar, is het ook waar?
Voor toetsing gebruik ik al jaren de ‘Wildavsky’-methode, vernoemd naar politicoloog Aaron Wildavsky van Harvard University. Die vond dat iedere burger met enige hersens in staat moet zijn om op het gebied van milieu en gezondheid te begrijpen, hoe wetenschappelijke studies in elkaar zitten.

Maar is het ook waar? Dat is de vraag die je altijd moet stellen. Hoe weten ze wat ze zeggen te weten?

Je laat je dus niet intimideren door academische autoriteit, zoals Han Olff en Hans de Kroon ten opzichte van Jaspers probeerden. En zoals Ruud Foppen (Sovon Vogelonderzoek) deed naar mij.

Je kijkt gewoon of bepaalde spelregels in acht zijn genomen, die maken of een studie sterk staat of niet. Iedereen met analytisch denkvermogen en kennis van natuur moet met in achtneming van bepaalde spelregels dus de sterkte van een studie kunnen analyseren.

Het wemelt ondanks alle ‘landschapspijn’ ook nog van de scholeksters in het ‘intensieve’ land

Wildavsky geeft daar in 20 aanwijzingen gereedschap voor in hoofdstuk 14 ‘Detecting Errors in Environmental and Safety Studies’. Zo kun je dan dus een ‘detective’ zijn die op basis van bewijsvoering ‘wetenschappelijke’ claims toetst.

Vier meest gebruikte ‘trucs’ beschreef ik al in Elsevier Weekblad.

  1. vary the baseline and see if the conclusion is robust
  2. garbadge in, garbadge out
  3. valse concreetheid
  4. cherry picking

…vary the baseline…

Veel onderzoek en claims in ecologie- met name van ecologen die tegen de beleidsbureaucratie aanleunen- kun je de prullenbak in gooien op basis van regel 1.  Kijk eens over een iets langere termijn, en zie dan of er nog van een ‘trend’ sprake is.

Neem het prachtige beestje de scholekster. Zijn ‘uitsterven’ houdt nu een hele onderzoekslijn op de been (CHIRP). Alarmisme over zijn vermeende uitsterven rechtvaardigt de onderzoeks-financiering met publieke middelen.

Je kunt het die mensen vergeven: als je nog tot je pensioen doormoet en van overheidsfondsen afhankelijk bent, dan moet je van een deels eenvoudig verklaarbare en deels ‘natuurlijke’ trend wel een mysterie maken dat ‘meer onderzoek’ vraagt.

…and see if the conclusion is robust

Aan de andere kant kun je dan dus de waarde van hun werk voor de maatschappij ter discussie stellen. In wiens belang doen zij onderzoek? In het geval van Waddenzee-beleid is het duidelijk dat deze ecologen een soort lobbyisten zijn voor fondsenwervende organisaties waarmee zij innig samenwerken als Natuurmonumenten, Waddenvereniging cs, en van financieel noodlijdende onderzoeksclubs als NIOZ.

Natuur-‘bescherming’ is vaak vooral baantjes-bescherming.

..scholeksters eten schelpdieren. Schelpdieren als de mossel groeien beter bij fosfaatbemesting. Er is een RElatie en een CORrelatie

Het Wob-verzoek dat ik bij Sieben Poel en Aante Nicolai (Rijkswaterstaat) indiende naar hun invulling van het advies van de Algemene Rekenkamer (‘maak einde aan spaghetti’) gaat daar op in. Dat Poel en Nicolai dit Wob-verzoek al een jaar traineren geeft aan dat zij ‘wetenschap’ vooral zien als manier om belangen te zekeren.

…de meeuwen en scholeksters doen zich in de branding te goed aan het losgeweekte vlees van de dode mesheften

‘Waar’ is waar bewijslast naar toe wijst
Op die wijze parasiteren zij op de geloofwaardigheid van wetenschap op langere termijn. Waardeloze wetenschap hebben we niets aan. Maar waarden-vrije wetenschap van onderzoekers die echt willen weten hoe iets zit, daar kunnen we in een moderne maatschappij niet zonder.

Of er dus van ‘kwade wil’ sprake is: niemand vindt zichzelf slecht. Dat morele aspect is hier dan ook niet van belang. Waar het om draait is dus of iemand zich aan basale spelregels houdt  van logica en bewijsvoering.

Er zijn nog scholeksters zat, minder dan in de topjaren maar meer dan in 1900

Vanzelfsprekend hangen we hier niet de relativistische dogmatiek van het postmodernisme aan van ‘jai heb jau waerhait, duh waerhait bestaa nie’. Dat is slordig denken. Uit de open deur dat meer wegen naar Rome leiden, kun je vervolgens niet afleiden dat Rome dus niet bestaat.

Oftewel, je kunt dan – als relativistisch absolutisme ‘waar’ is- de rechtspraak en wetenschap wel afschaffen. Wanneer je dan bij zulke lieden durft te stellen dat 1+1 toch echt 2 moet zijn vinden ze je ‘stellig en eigenwijs’/vinden ze zichzelf een beter en meer ruimdenkend mens dan jou.

Vier niveaus van debat en spraakverwarring
Dankzij de erosie van waarheids-standaarden zul je echter herhaaldelijk in zo’n spraak-moeras terecht komen, omdat mensen hun ‘gevoel’ over zichzelf (dat altijd goed moet zijn…) verwarren met accurate observatie en bevoegdheid tot spreken.

Scholeksters zijn reuze-adaptief en broeden ook in steden en op daken

Ook hierbij gaf ik de studenten enkele handvaten om niet te ver weg te zinken in een moeras van spraak-verwarring. Dat je langs elkaar praat, omdat je op verschillende niveaus het debat in vliegt. Dus dat je op moreel niveau je punt wilt scoren, terwijl de ander op technisch niveau bezig is.

In het kort

  • 1 het technische/wetenschappelijke debat (hoeveel, wat, waar. data)
  • 2. het economische debat (hoeveel goed per euro)
  • 3. het morele/ideologische debat ( ecologisme < > humanisme, voorzorgprincipe < > evidence-based)
  • 4 het politieke debat (collectivisme < > individualisme/Staat< >vrij ondernemer/burgerschap)

… ik heb overal vrijstelling 🙂

In de politiek maar ook het dagelijks leven, komen mensen op niveautje 3 binnen vliegen om puntje 1 te negeren of op te blazen, zodat ze bij puntje 2 ‘zoveel mogelijk EURO per goed’ willen doen, en bij puntje 4 eisen ze dan al snel meer overheids-ingrijpen. Omgekeerd kan uiteraard ook.

Bullshit: No Concern For Truth
Aan al het hier voorgenoemde gaat de kernwaarde van de Westerse beschaving vooraf. Het verlangen de werkelijkheid te kennen. Aan het tegendeel daarvan herken je volgens filosoof Harry Frankfurt ook ‘Bullshit’, in zijn technische verhandeling over wat ‘bullshit’ inhoudt.

Bullshitters hebben ‘no concern for truth‘. Waarheid is wat me van pas komt/wat goed voelt enz. In ieder mens schuilt een bullshitter, en ook ik ben mens. Het is dus ook een gereedschap voor intellectuele zelf-discipline.

Wat heb je immers ook aan spelregels die je alleen een ander wilt opleggen, terwijl je zelf de boel flest… Dus bewijs van het tegendeel, kom maar op!

2 Replies to “Kritischer kijken naar en denken over wetenschap(pers)”

  1. De stelling van Aaron Wildavsky kan ik volledig onderschrijven. Ik ben geen ecoloog, nog een entomoloog, maar heb Informatietechnologie gestudeerd binnen de electrotechniek.
    Het rapport over de 75% daling van vliegende insecten is ronduit een wetenschappelijke aanfluiting. Het onderzoek is tientallen jaren geleden opgezet door de entomologisch vereniging in Krefeld als een kwalitatief onderzoek naar vliegende insecten (bio-diversiteit). Het ontbreekt aan een “terms of reference” met daarin essentiele zaken zoals keuze onderzoekslocaties, meetprogramma, etc. Het heeft jarenlang een slapend bestaan gehad met soms maar 1 meetlocatie in een heel jaar. Vele locaties zijn ook slecht eenmaal bezocht. Enige jaren geleden is er plots een “heractivering” geweest en zijn er meerder metingen op meerdere locaties gedaan. Toen is het doel van het programma gewijzigd in een kwantitatief onderzoek. Dit is een doodzonde voor elk soort onderzoek. Uit statischtisch oogpunt is er geen enkele conclusie te trekken uit een dusdanig onsamenhangende poel van discontinue meetgegevens, die vanuit een veranderende doelstelling zijn genomen. Het belangrijkste wat ontbreekt is een antwoord op deze vraag: “was er een overeenkomstige teruggang te constateren van de dieren die van deze insecten leven?”
    Dus al met al een mooi voorbeeld van “de waarheid, de leugen en de statistieken”

  2. ” trainingen geven aan groepjes studenten van bv de TU Delft”.

    Welke feedback krijg je op deze trainingen?

    Mag je al in Wageningen trainen?

Laat een reactie achter aan JG van Heusden Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *