Brengt ‘Van Gas Los’ Zure Regen terug?

Kaal van onderen door ‘zure regen’? Of door onderlinge concurrentie? Of omdat je boomsoorten (fijnsparren) in een (te warme) klimaatregio plaatst, waar ze slechter op zijn aangepast?

  •   Dankzij de angst die het ministerie van VROM en linkse media zaaiden in 1985 over ‘zure regen’ en bossterfte, geloofde ik als jong ventje toen dat grove dennen in het bos en sparren kaal werden door zure regen.
  • Die veronderstelling bleek een misvatting. Bomen werden ietsje kaler door SNELLERE groei, een ouder bos en concurrentie onderling. Bossen werden juist meer productief.
  • Voor ‘Normale Regen’ bestaat geen objectieve norm in zuurgraad (pH), hoe zuur neerslag is hangt vooral ook van lokale omstandigheden af.
  • Verzuurde neerslag kan toenemen, wanneer we massaal van het aardgas af moeten en bijvoorbeeld hout gaan stoken. 
  • Hout bevat veel zwavel-componenten die tot SO2 en dus zwavelzure (H2SO4) neerslag leiden. Daarnaast leidt de extractie van ‘biomassa’ uit de bossen tot onttrekken van mineralen uit de meestal arme bosgrond van NL. Die mineralen zijn juist buffers tegen verzuring op de arme zandgronden waar het meeste van ons bos groeit.

…de globalisering van lokale invloeden

Zure regen is natuurlijk
Regen is van nature zuur, omdat er CO2 in oplost tot koolzuur. Ook door de natuurlijke zwavelcyclus bevat regen van nature wat zwavelzuur. Waar het om draait zijn SO2-emissies en stikstof-oxiden uit verbrandingsmotoren en centrales.

Het is heel lullig; hoe ‘schoner’ een verbrandingsmotor, dus hoe efficiënter hij stookt, hoe hoger de temperaturen en hoe meer NOx ontstaat. Daarom worden vissers met hun schepen nu gedwongen MINDER zuinige motoren te draaien, omdat ze anders NOx-normen overtreden. Niet iedere maatregel uit naam van ‘fijnstof’ of ‘zure regen’ hoeft dus per definitie economisch of milieu-technisch ‘goed’ te zijn.

Dus hoe ‘zuur’ is zure regen’ en wat is ‘normale’ regen? Die vraag gaan we vandaag op in. Want iets dat simpel lijkt blijkt veel ingewikkelder en in de details zit de duivel verscholen.

Wagenings bodemkundige Nico van Breemen promoveerde een hele generatie zure promovendi de wereld in, zoals J. Mulder

Dat duiveltje bepaalt het verschil tussen de vraag of je een giga-probleem hebt, of iets dat uit proporties is getrokken. Sinds de opmars van het milieu-globalisme wil men iedere lokale observatie verbinden aan een ‘globaal probleem’. Maar vaker niet dan wel is daarvan sprake.

In 1968 werd niet alleen de Club van Rome opgericht vanuit een club rijke zakenlui en de OECD om het milieu-globalisme voelbaar te maken bij Westers publiek. ‘Zure Regen’ brak door in het publieke debat dankzij een Zweedse bodemkundige, Svante Oden (1924-1986).

Vier jaar later hielden die globalisten in Stockholm hun eerste Aardetop (de 2de was in Rio in 1992), de Milieutak van de VN werd opgericht door Maurice Strong.

Bossen en natuurgebieden bevinden zich op de arme zandgronden, ongeschikt voor landbouw. Met hogere kans op deels natuurlijke verzuring

Svante Oden baseerde zijn verhalen over degradatie van bossen in Scandinavie door ‘zure regen’ op 10 jaar data, van 1957-1968; zoals een tijdreeks verzameld op de arme zandgrond van het Drentse Witteveen. Hij was de hoofdspreker op een ‘zure regen’-symposium in de VS in 1977.

Dat ‘zure regen’ in 1968 in populaire media doorbrak en tot conferenties leidde, wil niet zeggen dat het probleem ‘zure regen’ onbekend was voor Oden het oppikte. In 1872 publiceerde Robert Angus Smith er al over in Engeland in zijn boek ‘Air and Rain, the Beginnings of Chemical Climatology’.

Svante Oden zijn presentatie in 1977. Meetstation Witteveen (Drenthe) speelde een belangrijke rol bij zijn conclusies, gebaseerd op 11 jaar data

Wat niet gek is, dankzij alle smog die in de 19de eeuw door de verbranding van kolen ontstond met haar hoge zwavel-gehaltes en dus zwavelzuur in de atmosfeer. Daarin leven is ontzettend ongezond. Je kunt dus alvast 2 effecten onderscheiden;

  • zure motregen (fog) door die samen met SO2 (zwaveldioxide)-houdende rook (smoke) tot  Smog wordt een soms lokaal ernstig milieu- en gezondheidsprobleem (zie ook in China)
  • secundaire effecten doordat een gegroeide mondiale uitstoot van rookgassen allerlei invloeden zou hebben op ecosystemen.

Voorbeeld: De SO2 die zwavelzuur (H2SO4) wordt, zodat je bijvoorbeeld het SO4-gehalte in meren zou kunnen zien stijgen door de tijd heen, met als gevolg daarvan misschien wel vis-sterfte. Svante Oden zette de tweede component op de kaart.

…de zandige savanne van de Hoge Veluwe; door stikstofbemesting wordt de arme zandgrond productiever, zij ‘vergrast’.

Alarmisme loont
Het eerste punt – lokale vervuiling met smog en zwaveldioxide in bv steden- was in Nederland vlot opgelost; we stapten over van kolen op aardgas nadat de Slochterenbel was aangeboord. De meeste lokale zwavel-vervuiling was zo al effectief aangepakt zonder dat van enig milieubeleid sprake was.

Dankzij de ‘zure regen’-hype die ontstond, kwam in de jaren ’80 ook het mestbeleid tegen Nederlandse boeren van de grond.

Het startschot van anti-mestbeleid uit naam van ‘verzuring’ door bodemkundige Nico van Breemen

Vanuit het idee dat ‘verzuring’ een sluipmoordenaar zou zijn, een mondiaal probleem met allerlei effecten die om internationaal afgestemd beleid zouden vragen. De publicatie van bodemkundige Nico van Breemen in Nature in 1982 zette zo ammoniak-depositie als bodemverzuurder op de kaart . Hij bracht een hele onderzoekslijn teweeg, en promoties over bodemverzuring van de zandgronden

Van Breemen (1942- ..) werd in 2004 galeriehouder, nadat de zure regen-hype al begin jaren ’90 was overgewaaid.

De grove dennen horen ‘van nature’ niet bij ons thuis ze zijn aangeplant rond 1900 en 1950. Nu worden ze ouder, wat tot kalere bomen leidde

Via zwavel- en stikstofdepositie zouden bossen sterven, bodems verzuren, meren zouden hun vis kwijt raken door verzuring. De bosbouw en landbouw zouden bedreigd zijn en onze gezondheid. Het vers opgerichte VROM-Ministerie onder Pieter Winsemius deed er nog een schepje bovenop met het ‘Grote Woud-sterven’ dat in Beieren zou zijn waargenomen door ‘zure regen’.

In de Grasduinen, (nu een laifstailblad Roots voor post-menopauzale Happiness-kakels met Nordic Walking-setje), toen nog een creatief schrijversblad een reportage vanaf Ground Zero Zweden met dode meren door ‘zure regen’. Te danken aan ons, zondige Westerlingen.

Het bos sterft in Der Spiegel op 24-11-1981; complete BULLSHIT

Zodat je als jong ventje de dennenbomen op de Veluwe inkeek op vakantie; dat ze kaal waren van onderen, Grove Dennen met ‘Brazilian’ bikinilijn. En je ‘wist’ dankzij de krant en het journaal; dat naaldenverlies komt door ‘de zure regen’. Zoals ze nu iedere regenbui, sneeuwbui, warmte- en koudegolf aan ‘global warming’ toeschrijven.

Als je maar vaak genoeg een wereldvisie herhaald krijgt, ga je als mens daar je observaties in plaatsen. Los van de vraag of het ook waar is. Het kersverse VROM-ministerie moest haar eigen maatschappelijk nut agenderen:

Het VROM-ministerie onder Pieter Winsemius; totale BULLSHIT

Natuurherstel-industrie teert op zure erfenis
In Nederland stonden een aantal academici aan de basis van de hype, naast Nico van Breemen en algehele media-paniek als in Der Spiegel. Wim de Vries en Leen Hordijk. Die eerste is nog steeds actief in uit de Zure Regen-hype voortgekomen onderzoekslijn; hoe stikstof-neerslag onze natuur naar zijn grootje zou helpen.

Omdat al onze ‘natuur’-gebieden op arme zandgrond liggen, slechte landbouwgrond, leidt een beetje stikstofbemesting al tot productiviteitsgroei.

Dat noemen ze dan ‘verlies van biodiversiteit’. Omdat enkele specialistische planten die tegen voedselarme grond konden, het nu bij voedel-rijkere grond slechter doen. Concurrentie verdrukt ze. De PAS en een hele natuurherstel-industrie zijn daar een uitvloeisel van.

Profiteerde  enorm van de zure regen-hype

Die laatste, Leen Hordijk werd de Mr Zure Regen van de media, wat hem tot internationale hoogten bracht. Hij werd uiteindelijk wetenschappelijk directeur van het IIASA in Laxenburg Oostenrijk. Dat instituut voor ‘Systeemanalyse’ ( = geleuter met computermodellen) is vanuit de Club van Rome opgericht door zakenman Aurelio Peccei.

Er was dus al een academisch klimaat waar het overdrijven van milieu-effecten bij matig of geen bewijs niet alleen geaccepteerd werd, maar zelfs beloond. Omdat er een globalistische millieu-agenda was, die academici beloonde om alarmistisch te doen, danwel om globalistische conclusies te trekken op basis van over de gehele wereld bijeen geraapte ‘data’.

Terwijl; data in de VS in een regio kunnen een volledig ander verschijnsel weergeven dan bijvoorbeeld in het Drentse Witteveen op de zandgrond. Daarnaast wekt men de suggestie dat er een ‘norm’ is voor hoe ‘de natuur’ hoort te zijn, tot zelfs exacte pH-waarden van ‘natuurlijke’ regen; maar hoe weten ze dat? Die vraag moet je ook beantwoorden..

Bron, EPA: Volgens milieubureaucraten kun je een ‘norm’ bepalen

Wat is zure regen?
Neutrale informatie over ‘zure regen’ is moeilijk te krijgen, omdat er nog steeds vele ambtenaren, academici en onderzoekers baat hebben bij het verhaal. De Environmental Protecton Agency (EPA), zeg maar het RIVM van Amerika stelt dat ‘normale’ regen een pH (zuurgraad) heeft van 5.6. En dat ‘zure’ regen tien maal zuurder is, dus een PH heeft van 4,2-4,4. 

pH heeft een logaritmische schaal, dus een verschil van 1 betekent 10 maal meer. pH Neutraal is 7. Een pH van 1, dan ben je net zo zuur als een dagblad Trouw-lezer die voor de zuurzaamheid is; een wollensoksueel.

De EPA heeft net als de ambtenarij van het RIVM een belang bij milieu-regulering, dat maakt hun instituut belangrijker. Overheden bestaan niet voor het publiek belang, maar voor zichzelf. Want waarom zou er ‘normale’ regen bestaan, als niets in de natuur constant is?

Bestaat er zoiets als ‘pristien’ regenwater? Daarvoor kijken we in de wetenschappelijke literatuur in de gegevens; wat is er GEMETEN…. Meningen heb je niets aan.

Het verkeer is een grote bron van stikstof-emissies, bij hoge temperaturen vormen zich NOxen; overbevolking kan schadelijker zijn voor je gezondheid dan NOx-uitstoot, bv door stress…

Een ‘natuurlijke’ norm-pH bestaat niet
Deze studie van James Galloway uit 1982 in het Journal of Geophysical Research meet zuurgehaltes in ‘remote areas of the world’. Dus ver van industriele bronnen. En wat vond hij?

Compositions (excluding sea‐salt) at St. Georges, Bermuda, were primarily controlled by anthropogenic processes; compositions and acidities at San Carlos, Venezuela, Katherine, Australia, Poker Flat, Alaska, and Amsterdam Island were controlled by unknown mixtures of natural or anthropogenic processes.

Precipitation was acidic; average volume‐weighted pH values were 4.8 for Bermuda; 5.0, Alaska; 4.9, Amsterdam Island; 4.8, Australia; 4.8, Venezuela. Acidities at Bermuda and Alaska were from long‐range transport of sulfate aerosol; at Venezuela, Australia, and Amsterdam Island, from mixtures of weak organic and strong mineral acids, primarily H2SO4. Weak and strong acids were from mixtures of natural and anthropogenic processes.

Once contributions from human activities were removed, the lower limit of natural contributions was probably ≥pH 5.

Dus regen kan ook ver van industriele bronnen door natuurlijke oorzaken zuurder dan pH 5.6 zijn, ook 5. En dat was op of vlak na het hoogtepunt van zwaveldioxide-depositie door Westerse landen. In 1970 kregen de Amerikanen al hun ‘Clean Air Act’ die vervuiling aan banden legde.

Van nature een variatie van 4,5 tot 5,6

Daarnaast moet je ook begrijpen; niet alle zwavelzuur in de atmosfeer is van menselijke bronnen afkomstig. Je hebt ook een natuurlijke zwavel-cyclus die bijdraagt. Zie deze studie uit Nature van Rawlson (1982):

…in the absence of basic materials (such as NH3 and CaCO3), average pH values of ∼5 are expected to occur in pristine locations. This value must vary considerably due to variability in scavenging efficiencies as well as geographical patchiness of the sulphur, nitrogen and water cycles. Thus, pH values might range from 4.5 to 5.6 due to variability of the sulphur cycle alone.

Zie je dat? Waar milieu-bureaucraten heel stellig een ‘norm’ van 5.6 hanteren, is er in de natuurlijke realiteit een grote variatie. Wat zij ‘zure regen’ noemen, valt op sommige plaatsen nog binnen de natuurlijke marge van 4.5.

Het punt is ook hier weer; alle milieubeleid is uiteindelijk niet globaal maar lokaal. Hoewel het wel sexy is om een wereldprobleem te zien, waarvan jij als academicus de bestrijder bent. Lokale factoren hebben veel meer invloed, zoals je in Nederland ook geen ‘gemiddelde wereldtemperatuur’ hebt. Maar vele lokale variaties.

Sterke groei van bossen in Europa in periode dat ze in Der Spiegel teloor gingen 🙂

Kale bossen…. door snellere groei en ouderdom
En zo komen we bij de kale Dennen van Nederland terecht. Had Pieter Winsemius met zijn VROM-ministerie en de linkse media eenmaal paniek gezaaid om zijn carriere te bestendigen.. Plots is het dan niet moeilijk overal de destructie door ‘zure regen’ te zien.

Ook al is regen van nature zuur.

Hoe kwamen mensen op het idee, dat de Europese bossen afstierven door zure regen? Niet door te kijken naar de groei-snelheid.

Dus de groei in biomassa. Want daar was iets grappigs mee aan de hand. Door stikstofdepositie (bemesting) en CO2-verrijking groeien bossen veel sneller. Dat toonde deze Finse studie al in 1992 in Science. Alleen op enkele zwaar vervuilde plekken in Rusland had je directe sterfte van bomen door zwavelzuur (uit bv kolen-stook industrie)

Oude bossen laten meer CO2 los door verrotting; bos-veroudering in de jaren ’80 had meer met de waargenomen verschijnselen van doen dan ‘zure regen’

Wanneer je dan 15 procent kalere bomen telt, door naar het kronendek te kijken, heeft dat niets met ‘zure regen’ te maken. In de strijd om licht sneuvelen gewoon meer afvallers, die dan kaal worden. Daarnaast, in Nederland groeien de naaldbomen allemaal op de beroerdste grond die beschikbaar is; arme zandgrond.

Kijk je naar deze studie van Pilli et al., The European Forest Sector in Biogeosciences in 2017, dan zie je ook dat de respiratie van bossen is toegenomen. Dat betekent dat ze meer CO2 uitblazen (bv door rotting en verbranding), een teken dat ze ook ouder zijn geworden. Niettemin is er met de productiviteit van onze bossen in Europa niets mis (NPP)

Nationaal Park de Hoge Veluwe; al onze ‘natuur’ en de bossen liggen op arme zandgronden, die gevoeliger zijn voor (deels natuurlijke) verzuring.

Conclusie
Met mijn 4 punten-schema tegen spraakverwarring kun je nu de zaak uit elkaar trekken

  1. Wetenschappelijk, hoeveel, wat is gemeten; ja, er was verzuring door SO2-vervuiling, maar er is ook natuurlijke verzuring; DE zure regen bestaat net. Dat dwingt tot voorzichtigheid wanneer je lokale verschijnselen aan ‘de’ zure regen toeschrijft.
  2. Economisch; hoeveel goed doe je per euro? Door van kolen op gas over te stappen, snij je enorm in de SO2-uitstoot, en verder via schoorsteenfilters; een goede ‘bang for buck’ (Cap en Trade-emissiehandel is in de jaren ’80 in de VS uitgevonden voor SO2) Het rendement van vele internationale verdragen is moeilijk lokaal te meten.
  3. Ideologisch; Het Globalisme noodzaakte academici en hun media om lokale verschijnselen toe te schrijven aan ‘mondiale’ catastrofes, te bestrijden op internationale conferenties. Bevolking werd onterechte angst aangepraat
  4. Politiek (bottom up versus top down, individualisme versus collectivisme); De hype was lucratief voor ambtenarij, politici en verwante academici, leidde tot veel topdown-regulering en geforceerd collectivisme.

Zure Regen bracht stortvloed aan regulering (puntje 4) waarvan het effect per uitgegeven euro (puntje 2) moeilijk is te bewijzen

Het overstappen op ‘biomassa’ (houtstook) kan zowel de SO2-productie weer opschroeven, als de mineralen-onttrekking uit de bosbodem via snoeihout dat je opstookt voor subsidie. Die mineralen werken juist als buffer tegen verzuring. Dus de huidige ‘Van Gas Los’-operatie zou wel eens een verzurend effect kunnen krijgen….

De maan op de Veluwe

Waarom Dennen ook meer kaal zouden kunnen worden? De Grove Den (Pinus sylvestris) is een pionier die de arme zandgronden hier na de IJstijd koloniseerde. Hij komt uit koudere streken; hoe warmer het wordt, hoe minder geschikt de leefomgeving voor die den…

Maar een Mondiale Catastrofe, in plaats van lokale details, tsja, dat is wel veel meer sexy wanneer je als academicus maar wat saai onderzoek doet naar het mogelijke uitlogen van aluminium als gevolg van het mogelijk verzuren door ammoniumnitraat doorzzzzzz. Daarmee imponeer je de meisjes niet.  De Wereld Redden! 🙂

Dat werkt beter….

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *