‘Natuur, rood in tanden en klauwen’

Rovers op zoek naar prooi

Een van de meest beroemde zinsneden die de donkere kant van de natuur verwoordt komt van het gedicht ‘In Memoriam’ van Alfred Tennyson in 1850. Hij maakte een troost-gedicht voor zichzelf nadat een goede vriend Arthur Hallam overleed.

Hoe kun je het harde beeld van de natuur en de vergankelijkheid van alle levensvormen verenigen met het beeld van God als Liefde? Je kunt Tennyson zijn motief ook zien in contrast met de toen populaire ‘Natural Theology’ van William Paley (1802). Van Paley komt het beroemde beeld van ‘God de Horlogemaker’, de natuur als nauwgezet raderwerk waar alles op elkaar is afgestemd.

Dat schreef Paley natuurlijk in een tijd waarin militant atheïsme in opkomst was dat zich ‘De Verlichting’ noemde, zoals dat van de Franse Revolutie (1789).

De Fenris-wolf

Paley wilde laten zien hoe knap de natuur in elkaar zit. En dat je daar dus wel de hand van De Schepper in moet zien. Maar als cynicus kun je daar de vele slachtingen en moordpartijen in de natuur tegenover zetten.

Neem een sluipwesp die zijn eitjes in een levende rups legt, zodat die rups door sluipwesp-larven van binnenuit levend wordt opgevreten. Neem parasieten als lintwormen, de malaria-muskieten, luizen die tyfus overbrengen, en vele andere ongewenste biodiversiteit.

Ook wolven en apen voeren oorlog met elkaar, in familie-clans. De natuur kan onmogelijk dus een ethisch voorbeeld zijn, zoals de naturalistische drogreden leert…

De natuur

Wat zegt dat dan over de Schepper, als die zulke barbaarse wezens ‘ontwerpt’ en slachtingen toelaat? Dergelijke argumenten in het rijtje ‘God is not great‘ zie je nog steeds terugkeren, zoals bij mythologie-auteur Steven Fry.

Geen wonder dat mensen de natuur liever als recreatie-paradijs afbeelden, zoals de plaat hieronder, 1 van mijn meest Romantische foto’s ooit…. Het New Forest bij Lyndhurst was het voormalig jachtreservaat van Willem de Veroveraar. Het is 1 van de meest geliefde recreatie-oorden van de Londense elite.

Mensen die materialistisch zijn in het publieke leven. En Romantisch in het prive-bestaan, dan trekken ze weg om in New Forest op adem te komen.

New Forest. Veel natuurfoto’s schilderen de natuur als paradijs af, maar ook hier zie je 1 grote moordpartij vol ellebogende bomen

In Tennyson zijn tijd vonden geologen als Charles Lyell- 1 van Charles Darwin zijn inspiratoren-  juist hoe het letterlijke Bijbelse scheppingsverhaal niet juist kon zijn. Omdat ze allerlei uitgestorven dieren in steen vonden, tot dinosauriers aan toe.

Dus kom je in zijn Victoriaanse tijd- zoals velen- dan op het hellende vlak. Als dat verhaal niet ‘waar’ is, wat is er dan nog wel waar van de troostende boodschap die de Bijbel geeft. Dat je verloren dierbaren weer mag terug zien…

…alleen de havik is kraaien de baas. Daar hebben ze dan ook een speciale alarmroep voor. Moet je in het veld maar eens op letten. ‘Kerrrrrrrrrrrr’ en dan weet je dat ze een havik in het vizier hebben.

Ik kom daar later nog op terug, nu ik The Science Delusion lees van bioloog Rupert Sheldrake. Hoe kun je jezelf troosten, in de hoop op een wederzien met de geliefde vriend die je koesterde? Wanneer wetenschappelijke ontdekkingen die kosmologie op zijn kop lijken te zetten.

Daarop is Tennysson zijn gedicht een antwoord:

‘So careful of the type?’ but no.
From scarped cliff and quarried stone
She cries, ‘A thousand types are gone:
I care for nothing, all shall go.

‘Thou makest thine appeal to me:
I bring to life, I bring to death:
The spirit does but mean the breath:
I know no more.’ And he, shall he,

Man, her last work, who seem’d so fair,
Such splendid purpose in his eyes,
Who roll’d the psalm to wintry skies,
Who built him fanes of fruitless prayer,

Who trusted God was love indeed
And love Creation’s final law–
Tho’ Nature, red in tooth and claw
With ravine, shriek’d against his creed –

Red in Tooth and Claw

Who loved, who suffer’d countless ills,
Who battled for the True, the Just,
Be blown about the desert dust,
Or seal’d within the iron hills?

No more? A monster then, a dream,
A discord. Dragons of the prime,
That tare each other in their slime,
Were mellow music match’d with him.

O life as futile, then, as frail!
O for thy voice to soothe and bless!
What hope of answer, or redress?
Behind the veil, behind the veil.

Witte Kwikstaart Nes heeft ’t warm, zo vlak voor de onweersbui

Moet het mensen dus net als de Dino’s vergaan, dat ze ook gewoon maar uitsterven?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *