Peperduur Actieplan Broedvogels Waddenzee anti-wetenschap..

Eider, zonder eend, die is er afgekloven

Aan de hand van 1 eendensoort, de Eidereend kun je de corrumperende werking van Waddenfonds en de Postcodeloterij tonen op Wadden-onderzoek. In Denemarken is geen Wøddenfønds of Pøstcødeløterij en daar houden Wad-onderzoekers zich WEL aan basale biologie.

Zij vinden WEL een duidelijk verband tussen eutrofiering en populaties van schelpdiereters als de eidereend, waar de milieu-activisten van NIOZ en hun vrienden van Postcodeloterij-entiteiten dat blijven ontkennen.

Bij die ontkenning bestaat een groot financieel belang en dus motief.

Er is sinds afgelopen mei namelijk een nieuw miljoenen euro’s gebruikend Actieplan Herstel Broedvogels Waddenzee van het anti-wetenschappelijke Programma Rijke Waddenzee. Dat moet deze zomer via hun D66-lobbyisten in de Tweede Kamer aan subsidie geholpen, nog eens 16 miljoen euro bovenop de reeds beschikbare subsidies voor Natura 2000. (bijvoorbeeld uit de PAS, om de duinen te snoeien en begrazen)

Geld geld geld geld geld, het gaat dat ‘Linksche Thuigh’ alleen om andermans geld, en 3 miljoen euro voor het NIOZ

Zoals via het Waddenfonds, voor ‘meer monitoring’ (subsidie voor NIOZ). Daartoe heefdt men zelfs een streef-aantal eidereenden verzonnen, alsof zoiets een hard biologisch feit kan zijn.

Dat streefgetal moet opgekrikt van 5500 naar 8000. Dus wat is die eider voor eend, behalve Wadden-spaarvarken? En waarom moeten er beslist 8000 broedende eidereenden zijn, tweemaal zoveel als in de jaren ’70?

Door het ontkennen van basale biologie jezelf met Waddenfonds en subsidie aan de slag houden = Programma Zelfverrijking Waddenzee

Eend die klimaat-theorie weerspreekt
Klimaat-biologische studies die via computermodellen de natuur zeggen te begrijpen, die stellen dat vogels allemaal steeds noordelijker moeten leven van Al Gore. Dan zitten ze in hun zogenaamde ‘klimaat-envelop’, een soort ‘safe space’ van ideale temperatuur.

Kijk je naar de echte natuur, dan zie je afgelopen eeuw vaak het tegendeel gebeuren. De eidereend is een mooi voorbeeld van een dier dat lak heeft aan klimaat-simplisme. Het is een schelpdier-etende duikeend die algemeen is in het Waddengebied.

Hij is vernoemd naar rivier de Eider in het Duitse Sleeswijk Holstein vlakbij Denemarken. En daar voor de kust kun je ze inderdaad veel zien. Wij zagen ze met de garnalenvissers veel bij Helgoland, dat ongeveer op die hoogte ligt.

Eiders bij Helgoland

Nog maar 2 eeuwen geleden kwam hij enkel noordelijk van die rivier de Eider voor tot aan Groenland en het ijzige Spitsbergen.

De eerste Nederlandse eider-eend koloniseerde Vlieland in 1906

Pas rond 1800 vestigde hij zich op Sylt, het lang-gerekte Waddeneiland boven de Eider-delta met haar landtong genaamd Eiderstedt. De Atlas van Nederlandse Broedvogels uit 1978 vermeldt:

In Nederland vestigde de Eidereend zich in 1906 op Vlieland, en tussen 1940 en 1947 ook definitief op de andere Waddeneilanden.

en

Het aantal nesten groeide vanaf 1925 vrijwel exponentieel tot ongeveer 6000 in 1960. Toen trad een schepre daling in door een grote sterfte onder de broedende wijfjes ten gevolge van vergiftiging door in zee geloosde gechloreerde koolwaterstoffen. (vergelijkbare groep als het gisteren besproken DDT RZ)

Eind 1965 werden de lozingen gestaakt, maar het duurde nog enkele jaren voor er geen vergiftigingen werden opgemerkt. In 1968 waren er nog maar ruom 1000 nesten. Herna trad herstel op.

Ze telden in 1976 weer 4000 nesten.

Deze studie van Georg Nehls uit 1989 in Helgolander Meheres-untersuchungen toont een telling van Eidereenden langs het Duitse en Deense Wad. Plots sinds de jaren ’70 waren de aantallen op het Wad verveelvoudigd, wat hij toeschrijft aan kolonisatie uit de Baltische Zee.

Eidereenden eten schelpdieren. Zo kunnen ze in sommige estuaria wel 40 procent van de jaarlijkse mossel-aanwas opvreten, waar dat in de Waddenzee ongeveer 12,5 procent van alle kokkels en mosslen zou zijn.

Die mosselen groeien beter bij fosfaatrijker water, zo bewijst ook de Maricult-studie van Olsen uit 2000.

Eiders bij het oostelijk deel van Helgoland

Nehls stelt:

The reasons for the increase of the eider are found in the hydrological changes and the eutrophication of the Baltic Sea. In the Wadden Sea no such drastic changes, like mussels or cockles spreading into new areas, were reported that could explain the increase.

So it seems likely that the eider, as Swennen (1976) suggested, found unexploited food resources in the Wadden Sea.

Een dier gaat niet ergens leven omdat het er precies koud genoeg is, dat ie lekker in zijn klimaat-envelopje zit. Maar omdat er (nieuw) voedsel is. De natuur is evolutie en aanpassing, is ergens een nieuwe voedselbron of iets onbenut, dan komen er opportunisten op af.

Hier sta ik zelf op de enorme kokkelbanken in Oostelijke Waddenzee

Nehls constateert als algemeen gegeven, dat de schelpdierbiomassa door eutrofiering op de Waddenzee sterk was toegenomen.

Maar hij stelt ook dat eidereenden daar niet evenredig van profiteerden. Omdat een reeks koude winters (bv 1979) wanneer de moddervlaktes van het Wad onder een laag ijs komen, dan alle schelpdieren uitroeien.

This all means that eiders have probably got little benefit from the eutrophication of the Wadden Sea and the following increase of macrozoobenthos biomass. It has mainly improved the feeding conditions of good years and has not resulted in constantly and predictably larger food resources, because the winter mortality of their food is still the same.

Winters Schiermonnikoog

Bij strenge winters kan het Wad nog zo voedselrijk zijn, als ijsgang alle mosselen en kokkels uitroeit heb je daar als eider niet veel aan.

Ook die constatering, weerspreekt dus weer klimaat-simplisme zoals je dat bij instituten als het NIOZ getrakteerd krijgt. Alsof temperatuur alles bepalend is en niet voedsel. De Nederlandse situatie verschilt dan ook wezenlijk van landen als Denemarken.

De Denen hebben geen Wøddenfønds of Pøstcødeløterij, die de natuurherstel-industrie op de been houdt en milieuactivisten. Dus is er bij ecologen minder belang om de biologische realiteit te verdraaien voor geldelijk gewin, zoals voor ‘natuurherstel’-projecten.

Of om de overheid die je onderzoek betaalt uit de wind te houden.

In Denemarken ontkennen ze geen basale biologie

Trend broedparen eidereenden volgt exact eutrofiering
Deze studie van Deense onderzoekers Laursen en Pape Moller in PLOS onderstreept andermaal, wat wij hier en op andere podia al 7 jaar vaststellen:

Er is geen mysterie op het Wad gaande, met onverklaarbare ineenstortingen van vogelpopulaties en verdwijnende visbestanden die herstel door Natuurmonumenten vragen, en weer een nieuw vogeleiland in de Waddenzee of recreatie-subsidie voor Vogelbescherming. Of ‘meer monitoring’ door het NIOZ: wat toch geen zin heeft als je met bestaande gegevens al weigert fatsoenlijke wetenschap te bedrijven.

Er is in het geheel geen mysterie over verdwenen vogels en visbestanden.

De toe en afname van primaire en secundaire productie dankzij  eutrofiering en daarna de-trofiering door milieubeleid was drijvende factor bij vis, schelpdieren en dus ook hoger in de keten (zoals bij de eidereenden). We citeren:

Leakage of nutrients from farmland to the marine environment has changed the benthic community by increasing primary and secondary production. For example, primary production in Kattegat doubled between the 1950’s and the early 1990’s, and the biomass of fish increased six-fold during the same period and eight-fold in the Baltic Sea during 1900–1970

Mossel bij Bruinisse, niet alleen de Zeeuwen zijn er gek op, ook de eider kan er hier niet zonder

Ook hier is Moller verplicht om de studie van Katja Phillipart (NIOZ) uit 2007 in Ecosystems te vermelden, die typerend is voor de staat van Nederlands ‘onderzoek’ uit de categorie ‘Ik lieg, hij loog, wij ecologen’.

Die zou geen verband vinden tussen eutrofiering en vogelpopulaties, maar dat kwam doordat ze statistisch valsspeelde. Ze rekende niet met stikstof maar silicaat, zodat je de correlatie verzwakt: want silicaat heeft geen invloed, stikstof wel. Niettemin is Phillipart in Nederland min of meer de baas over het Waddenonderzoek (Walter en ‘Waddenmonitoring’).

Die wil dus altijd ‘meer monitoring’, want dan kunnen meer NIOZ-onderzoekers aan de subsidie.

Wanneer je de hoofdzaak in mysterie blijft hullen en bijzaken vergroot, dan kun je jezelf langer aan het werk houden. Er is dan nog meer ‘monitoring’ nodig, wat natuurlijk onzin is als je met de bestaande gegevens weigert integer om te gaan.

…de mosselkotter ‘wisselvalligheid’

Terwijl Moller al in 2007 vaststelde dat je bij focus op 1 enkele vogelsoort wel duidelijk verbanden ziet:

Studies of single waterbird species show clear relationships between nutrients and reproduction, recruitment, survival and breeding numbers .

Daarbij verwijst Moller naar eigen werk, waar hij een verband vond tussen eutrofiering en broed-timing en succes van Noordse sterns. Nog zo’n arctische soort die van grotere voedselrijkdom profiteert. Nu neemt hij dus de eidereend op Christianso, waar de grootste broedkolonie van het Wad zit.

Moller vindt een duidelijk verband tussen de hoeveelheid eutrofiering via uitgespoelde meststoffen uit landbouw en het daaropvolgende jaar ontstane mosselbestand.

Zie je wel

En de eiders komen weer op die mosselen af. Hij vindt geen relatie met water-temperatuur in de winter. En concludeert dus het onvermijdelijke:

Natura 2000-doelstellingen, alleen in Nederland op deze manier
Dus lagere nutrienten dankzij milieubeleid deden de eidereend-populatie sinds de jaren ’90 weer afnemen tot het niveau van voor de eutrofiering. Maar je mag in Nederland niet voorstellen dat je dus een estuarium weer bemest met bijvoorbeeld fosfaat om de schelpdierproductie te verhogen.

Daar krijg je geen Waddenfonds-subsidie voor.

Dus krijgen we hier nog meer vogel-eilandjes en wegspoelende zeegrasvelden tot alle Waddenfonds-subsidie is verdampt. En heeft die vreemde hybride tussen ambtenarij en milieuactivisten, Programma Rijke Waddenzee sinds mei een ‘Actieplan Herstel Broedvogels”.

Een eend als melkkoe voor de subsidie-industrie

Daarin blijken heuse ‘streefwaarden’ te bestaan voor het aantal eidereenden dat op het Wad ‘hoort’ te broeden, wel 8000. (blz 34)

Maar die doelen haal je nooit, wanneer je weigert eerlijk met de beschikbare wetenschap om te gaan.  Dus stellen ze nog:

In de jaren ‘90 is het aantal Eiders sterk gedaald. De voedselbeschikbaarheid voor Eidereenden is intussen enorm toegenomen. Is er nu voldoende voedsel voor de vrouwtjes die in het voorjaar moeten opvetten voordat ze starten met broeden?

De meeuwentrein achter visserschepen, zo’n eendenkuiken gaat er ook wel in

Wanneer ze hier claimen dat de voedselbeschikbaarheid (schelpdieren dus RZ) ‘enorm is toegenomen’ dan kan de oplettende lezer dat al toeschrijven aan meer ijsvrije winters. Immers, een ijzig Wad, blijft geen mossel en kokkel meer over.

Tegelijk grijpen ze de eidereend dan als ‘duinvogel’ aan om maar met grote grazers en machines in het duingebied te keer te kunnen, met PAS-maatregelen.

Terwijl broedsucces van eidereenden veel door predatie beinvloed wordt. Als meeuwen door afnemende visserij geen bijvang-voedsel meer krijgen, dan vallen ze eerder aan op nesten en eendenkuikens. Op Spitsbergen zijn meeuwen en poolvossen ook verantwoordelijk voor de vraat van 60 procent van het eider-broed.

– En waarom moeten er 8000 zijn, evenveel als in de eutrofierings-jaren ’90. En niet de 4000 die men in 1977 nog telde?

Bij gebrek aan eidereenden in het archief nog maar een mooi sfeerbeeld met meeuwen

Er zijn anno nu dus 1500 MEER broedende eidereenden dan in 1977. Toch heten ze in ‘ongunstige staat van instandhouding’ te zijn volgens Nederlandse Natura 2000-maatstaven.

Daarop bestaat geen wetenschappelijk antwoord, wel een financieel antwoord: subsidie-behoefte bij NIOZ, Programma Rijke Waddenzee en Postcodeloterij-entiteiten. Natura 2000 is er niet voor de natuur, maar voor de natuurherstel-industrie.

Het is jammer, dat ik dat tot vervelens toe moet blijven constateren en zelfs rechtzaken moet aangaan, om ook maar iets van intellectuele eerlijkheid bij dat groene spul af te dwingen. Ik doe liever wat anders, zoals op het Wad rondzwerven in de natuur.

 

2 Replies to “Peperduur Actieplan Broedvogels Waddenzee anti-wetenschap..”

  1. Deze zomer werd de volledige dwergstern kolonie op de Razende Bol door hongerige meeuwen opgeruimd. Daarbij lag ook een jonge zeehond met inmiddels uitgepikte ogen.

    1. @Hans Eelman, daarom moet je natuurbeleid ook niet aan ‘het linksche thuigh’ uitbesteden met hun bijzondere opvattingen over natuur als new age kuuroord

      Die P-factor die ‘predatie’ heet weigerden ze eerder al bij weidevogels te accepteren, en die P-factor laten ze nu ook uit het plaatje bij zeehonden en aalscholvers in relatie tot de visstand. Zo zie je hoe ideologische blindheid gecombineerd met morele superioriteitsgevoelens dankzij de Postcodeloterij en het Waddenfonds in het zadel blijven.

      Al 25 jaar lang

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *