De Lof der Botheid, Erasmus op z’n Fries…

Het Museumpark van Rotterdam

Iets met gestrekt been inkomend zeggen, danwel al te eerlijk, en jezelf dan lollig vinden, Uw Rechtse Hippie wordt er zowel om geprezen als om verguisd, ’t is niet ieder’s kopje biologische rooibosthee met honing.

Maar de Lof der Botheid als stijlfiguur is niets dan een ver-Frieste vorm van (zelf)spot, waar Erasmus van Rotjeknor al in excelleerde. Die spaarde ook niemand, noch zichzelf en bleef toch christen.

De ten onrechte tot ‘humanist’ gedegradeerde Rotterdammer blijkt ook de eigen ‘Tuin’-filosofie voor natuurbescherming en beleving van christendom al te zijn voorgegaan in 1522. Dat is wat de gisteren besproken Michel Onfray het ‘Epirurisch Christendom’ noemt, de God van het Genot dienen.

In die tuin, De Natuur naar menselijk evenbeeld kun je ook de 2300 jaar durende tweestrijd tussen Plato (idealisten) en Epicurus (hedonisten & materialisten) oplossen.

Aanrader, de literatuur van vandaag

ET ontmoeten
De meest gebruikte Friese stijlfiguur die je hier tegenwoordig ervaart, is  ‘een als belangstellende vraag verpakt negatief oordeel’.

Dorpsgenoot-miljonair Riemer van der Velde paste hem nog toe bij de slagerij, de hondjeshemel van Trudy die bijna trillend wacht tot ze ’n plakje worst krijgt: ‘Loister’t joooau hun’dje wol gooed?‘ met de tongval van zware zeeklei die de woorden aan ’t verhemelte doen kleven, en bij het uitspreken van ‘goed’ dat koddige ‘hupje omhoog’ in de toon van mensen die te veel Fries praatten in hun leven..

Vrij vertaald: wat kun jij je hond slecht opvoeden huhuh sukkel. Het lukte ditmaal me wijselijk stil te houden. Christelijke nederigheid, de minste willen zijn. Nou ja… 🙂

Een andere is ‘Jooaaai komt hier sssseuker niet weeeeg?‘, aan een bezoeker, toerist of nieuwkomer.

Vrij vertaald: wat moet je hier, aparteling…. Wanneer je met iemand op straat spontaan een normaal gesprek kunt aanknopen vanuit een basale belangstelling, 19 van de 20 keer is dat geen Fries.

De archetypische Diep-Fries herken je aan die aardappeleters-uitstraling van het schilderij van Van Gogh, dat ze je wantrouwig-norsig aanstaren zonder iets te zeggen, alsof ze een nieuwe diersoort ontdekt hebben, of dat ET is geland na een Intergalactische vlucht.

De Lof der Botheid

De Lof der Botheid
Friezen kunnen om veel geroemd worden, hun communicatieve en empathische vaardigheden worden daarbij echter zelden genoemd. Heb je dan ook nog Friezen die teveel Schopenhauer lazen, die behagen scheppen in het net iets te luid etaleren van verontrustende waarheden, zowaar…..dan komen er wel eens zinsneden uit het toetsenbord, die het links liberale daglicht niet verdragen.

Waarop het beste antwoord dan kan zijn: Fuck Your Feelings. (FYF). We noemen deze stijlfiguur De Lof der Botheid, mensen incluis jezelf verlossen van een vals zelfbeeld, ‘imago’ of denkbeeld dat ze als kledingstuk aan zich hangen. Waarbij ze dat kledingstuk verwarren met ‘identiteit’. En dus reageren mensen dan ook met een ‘ik’-boodschap omdat ze zichzelf willen verdedigen.

Terwijl het doel van de Lof der Botheid, een stijlfiguur, juist is- verlossing van ‘zelf’, het subjectieve en toegang tot het objectieve, het algemeen geldige door tijd en plaats heen.

Een oefening in (zelf-)relativering, vooral een grote opgave voor het tweede geslacht dat bij het uitdelen van rede, relativering en verantwoordelijkheidsgevoel in het Paradijs er bekaaid af kwam. Ook dat is haar niet te verwijten, heeft De Schepper dat immers niet zelf veroorzaakt?

Maar toch, wanneer wij constateren dat de Schepping dus bepaald niet volmaakt is en wij zelf daarvan onderdeel zijn: moeten wij daar dan over zwijgen om een vaak niet zo lieve vrede te bewaren?

Duif vloog zich dood tegen glaswerk Erasmus-ziekenhuis

En dan komt de filosofie om de hoek kijken
Mensen zijn geboren in het besef van hun sterfelijkheid. En met die montagefout in de menselijke architectuur moet je dan in het reine komen. Al van jongs af heb je het gevoel aan tijdverspilling te doen, wanneer je niet over die basale waarheden kunt denken, schrijven, praten, filosoferen, maar dat je koetjekalfje zou moeten doen.

Of dat je “sales manager on the third floor toiletrollen’ zou moeten worden, en je druk maken om de kwartaalcijfers van je merk in de Benelux. Dus duik je in de studie en het doorgronden van Het Leven, wat ook biologie heet en alles dat daarmee samenhangt. De (Menselijke) Natuur. Biologie is toch bij uitstek Empirische Filosofie, zien hoe Het Leven werkt en zich manifesteert.

Nadenken over evolutie en hoe alles is ontstaan: alles dat daar te zeer van afdwaalt, voelt dat niet als ‘liegen’, tijdverspilling?

Natuurlijke Historie, dat zou ook een veel betere naam voor ‘ecologie’ zijn…

In Wageningen geestverwanten ontmoetten waarmee je over het leven kon nadenken, lezen, dat er een heel corpus bestaat aan denken over leven, over de grondslagen van het denken: wat was dat ademhalen, en dat blijft ’t tot deze dag. Zodat we de bibliotheek van De Abdij blijven uitbreiden, het Studiecentrum voor Natuurlijke Historie en de Menselijke Natuur.

En  zo valt vandaag dan De Lof der Zotheid van Erasmus op de deurmat.

Een schande dat je die tijdgenoot van Maarten Luther de kerkscheurder nog niet zelf had gelezen, de meeste mensen hebben enkel OVER Erasmus gelezen. Tot gisteren behoorde uw Rechtse Hippie ook tot deze ‘over-Erasmus-lezers’. Daarvan geneest hij nu.

Een nogal drukke tuin, je zou ’t liefst een tuin met muur er om voor jezelf cultiveren

Atheïsme dat niet zo heten mag….
In de tussentijd kan Michel Onfray het woord voeren over deze milde en heldere Rotterdamse geest in ‘Christelijke Hedonisten’. Hij kiest partij voor een levensfilosofie die ‘het lichaam’ en haar sensaties centraal stelt, in navolging van Epicurus (+ 270 BC). Epicurus haalde op zijn beurt de mosterd weer bij Democritus, de bedenker van het ‘atoom’.

Democritus is de eerste keiharde reductionist bij mijn weten, zoals mensen met academisch zelfbeeld anno nu allen geacht worden te zijn. Hij redeneerde zo: wanneer je iets opdeelt in stukjes, en die stukjes in een stukje, komt er een moment dat je op het ondeelbare stuit.

En dat noemde hij het atoom, het elementaire deeltje dat niet deelbaar is. Dat was ’t niet (elektronen, protonen, neutronen, die weer uit quarks bestaan), maar de redenering is helder. Want zo kom je ook op de filosofie van het Materialisme, die ook door de moderne Freudiaanse kwakdokterij (psychologie & psychiatrie) gehuldigd wordt.

Dat je dus als mens uiteindelijk ook- wanneer je terugredeneert- uit deeltjes bestaat. En dus, daar komt ie: waar is die ‘ziel’ dan van de gisteren besproken ‘idealist’ Plato, waarop Democritus en vooral Epicurus reageerden; iets dat los van het lichaam zou bestaan?

Lekker relaxen in ‘De Tuin’

Laat staan die ‘wereldziel’, de Anima mundi van Plato of ‘God’; de deur naar atheisme is dan opengezet. Of zoals bij Epicurus: je laat de Griekse goden lekker op de Olympus aankloten, maar met de mensen hebben zij geen enkele bemoeienis. Een soort Goden, die de hele dag met Wajong-uitkering wat videospelletjes spelen of wat masturberen bij een pornofilm.

De opvatting van Epicurus zou later in de 16de eeuw in Frankrijk voor ’t eerst ‘Deïsme’ genoemd worden. Verlichtingsfilosoof Voltaire was ‘deïst’, met god die enkel nog het uurwerk maakte maar zich niet druk maakt als ’t achterloopt.

Dat laatste stapje tot ‘atheïst’. En moet ’t ook niet gezegd: wat is het alternatief, een God die bij alles toekijkt, tot het draaien van je drol in de wc? Wat als Hij die drol afkeurt, en je dat betaald zet in een Platonisch ‘hiernamaals’, waar de ziel dan heen verhuist? Al die hemelse politiemachten die je boeteboekje bij houden…

Nijlgans-familie en mensenfamilie

Lorenzo Valla (1407-1457) ging Erasmus voor….
Het verschil tussen Plato (zielsverhuizing) en Epicurus (dood is dood, alleen lichaam) klinkt dus al zo lang door de Westerse filosofie als zij er is. De ‘Zuilen’ van de idealisten van de Academie van Plato, versus De Tuin van Epicurus. Je kunt de ‘tegenstelling’ schetsen als ‘Lichaam kerker van de ziel'(Plato) versus ‘De Ziel als kerker van het Lichaam’. (Epicurus)

Want volgens Epicurus beperkten de idealistische geestesvoorstellingen van Plato de mens maar in zijn geestelijke en lichamelijke vrijheid. Wanneer ‘dood is dood’ geldt, hoef je niet druk te maken over wat er na komt. Dus heb je aan je lichaam genoeg, en zo is dan ‘goed’ datgene wat genot geeft en ‘slecht’ datgene dat lijden veroorzaakt.

De Tuin der Lusten is dan het stapje verder, het leven als orgie. Maar je kunt ook als Epicurus en navolgers in soberheid leven. En wie weinig heeft kan ook niet lijden aan al te veel verlies. Terwijl, wees idealist en je kunt dreigen met zeven plagen na ‘de dood’, en daardoor het leven voor de dood laten bepalen.

Net als het ‘nature’ versus ‘nurture’-debat, of je karakter door genetica (natuur) of opvoeding (nurture) bepaald wordt, het houdt al duizenden jaren aan. En dan komt in de 15de eeuw Lorenzo Valla in Rome, en die slaat een prachtige brug tussen beide werelden. Waarop ook Erasmus dan later inhaakt.

Brug hangen in Feijenoordshirt voor het Erasmus MC

‘Epicurisch Christendom, gemiste kans voor de kerk’
Onfray stelt dat ‘epicurisch christendom de gemiste kans van de kerk is om de dodelijke sleur van het christendom te doorbreken’. Hij schetst Valla als verguisd maar kleurrijk karakter, iemand die de christelijke deugd van eerlijkheid met gevaar voor eigen carrière uitleefde. Want hij ambieerde een baantje bij de Paus.

Toch sloopt hij in 1442 de ‘Donatio Constantini’. Het ‘zogenaamd’ door Keizer Constantijn aan de Katholieke Kerk geschonken recht om wereldheerser te zijn uit de 5de eeuw blijkt een vervalsing.

Het zou pas in de 8ste eeuw geschreven zijn, zo leidt de Latijnse taalkundige af aan het schriftelijk taalgebruik. Oftewel, die legitimatie van wereldmacht is verzonnen. Valla heeft een onstuimig en strijdbaar karakter, hij kan niet anders dan keihard en eerlijk zijn, wat hem de nodige conflicten oplevert. Maar zoals Onfray toont, was hij geen atheist, libertijn of wat ook, maar gewoon christen.

Voor zover hij de kerk aanvalt, is dat om praktijken uit te bannen die niet met de deugden van het christendom overeenstemmen.  Valla voert in zijn werk een Stoicijn op, een Epicurist en een christen.

De familie Nijlgans op stap

Die strakke deugdzaamheid die tegenstanders aan het christendom wijten dankzij Paulus, die is eerder Stoicijns-Romeins te noemen met een vleugje Plato. De Stoicijnen handhaven militaire deugden bij de uitoefening van het burgerlijk leven, ‘eer’ speelt een grote rol, maar ook kastijding van het lichaam. Zij horen bij de ‘Zuilen’-filosofie, van mensen die zichzelf laten boeten voor abstracte idealen.

De Epicurist is de tegenpool van de Stoïcijn, een genotzoeker. Die vindt dat hij als door God geschapen wezen, geen schuld heeft aan de schepping, en dus ook niet afgerekend kan worden.

Net als een Fries die bot is, die kan dat niet helpen omdat hij zo is gemaakt. Je moet ‘m maar nemen zoals die is. Zo is dat voorbeschikt, en wat God heeft vastgelegd kan de mens niets aan doen. Alles is ‘natuur’ dus, geen ‘opvoeding’, om het naar de moderne tijd te vertalen.

De tuin als lusthof, ook het eigen model voor natuurbescherming

Niet middenweg maar vluchtroute
Als derde persoon voert Valla de christen op. Die erkent de positie, dat alles door God is voorbeschikt, maar hij zoekt een ontsnappingsroute. Immers, als alles vastligt heeft de mens geen vrije wil, en dus kan die ook voor niets verantwoordelijk gehouden. Dus bouwt hij een uitlaatklep voor God in: die kan alle MOGELIJKHEDEN voor ons handelen bepalen en voorzien, maar de mens zelf moet ze kiezen en doen.

De macht van God is dan gebaseerd op zijn wetenschap wat de mens gaat doen. God wist dus al dat ik dit zou gaan schrijven, maar hij dwingt me niet tot het dagelijks bijhouden van Interessante Tijden.

Wie dat antwoord OOK onbevredigend vindt, wees welkom, want dan besluit Valla dat ’t wel mooi is geweest. Je komt hier op terrein waar nooit een bevredigend antwoord zal zijn. Er is logisch gezien geen ‘middenweg’ maar wel een ontsnapping mogelijk: het mysterie, oftewel, de onmogelijkheid om een niet bestaand ‘definitief’ antwoord te vinden op een vraag als deze.

Die valt buiten het domein van ‘kennis’, iets dat je kunt weten en bewijzen.

Maar in de tussentijd ben je wel mooi bezig om er over na te denken. En zo vervul je die diepe behoefte van alle denkende mensen van afgelopen 2500 jaar. Die behoefte komt misschien wel uit de Hemel vallen. Want in de contemplatie over die onbeantwoordbare vraag kom je- aldus Valla- op het terrein van Geloof. Een houding.

De tuin van de Abdij van Orval, als voorafspiegeling van het Paradijs

Het christendom van De Tuin
Bij Valla is dan vervolgens het aardse genot een voorproef en middel om het hemelse genot te bereiken. Geen doel op zich maar middel om boven jezelf uit te stijgen. Het christelijk geloof geeft God als ‘vriend’ wiens nabijheid je wenst, in plaats van de boze stoicijn die je uit plichtsbesef navolgt anders zwaait er wat. Zoals Onfray schrijft:

Zich ontdoen van droeve hartstochten, niet toegeven aan genot dat ons vervreemdt, het lichaam slechts dat schenken wat het aankan, zonder de zo moeizaam bereikte gelukzaligheid in gevaar te brengen. De Christen voegt er aan toe: in zichzelf het spirituele deel bevrijden om op aarde, hier en nu, het genot en de vreugde te proeven van het nader komen tot God. Het aardse genot is dus een nuttig middel om naar het hemelse genot, het enige ware te leiden.

Venus, de erotische scheppingskracht en de Wereldziel van Plato zijn dus niet strijdig maar 2 kanten van wat Onfray ‘eenzelfde genealogische ontstaansmacht’ noemt.

Familie Nijlgans op stap

En zo kun je ook het ‘contemplatieve genot’ kennen, het is heerlijk filosoferen met een lekker hapje en drankje erbij in De Tuin van De Abdij. Bij Erasmus van Rotterdam (1467-1536) klinkt Valla vervolgens door. Ook Erasmus maakt korte metten met het idee, dat iemand die christen is de lieve vrede moet bewaren, steeds de keutel inhouden.

En dan die uitdrukking van gespeelde naastenliefde, die je krijgt wanneer je niet mag zeggen wat je werkelijk denkt, alsof je de sluitspier aantrekt. Erasmus zijn Lof der Zotheid, postuum uitgegeven steekt overal de draak mee. Maar hij laat de essentie, de Liefde van het christelijk geloof overeind.

Hij portretteert zichzelf als Epicurisch christen, de God van Genot dien je, voorzover die dienst de gemoedsrust dient. Dat je de meest noodzakelijke verlangens vervult. Zoals reeds beschreven: wij drinken niet meer dan noodzakelijk. Zo krijg je ook een vorm van intellectuele vrede, de ‘ataraxie’. Een geestelijke honger, die voedt je met een goede bibliotheek.

Het eigen ‘Nieuw Droevendaal’ heet De Abdij

Een fusie is mogelijk
In zijn Convivium Religiosum (1522) met hoofdpersoon Eusebius ( = ‘de Vrome’) verwijst Erasmus naar de Tuin van Epicurus en natuurlijk die van het Paradijs. Met eetbare en geneeskrachtige planten, en een waterstroom.

Dankzij een gazon met een haag van gevlochten doornen er omheen staat de hele plek in het teken van he groen. De Groene kleur symboliseert immers het leven, de levensrkacht, de fotosynthese, het huwelijk dus tussen de zon- het beginsel van de voortplanting- en de aarde.

Dat beeld is prachtig, want zo fuseer je het geestelijke ook met het lichamelijke, het abstracte met het materiele. Een fusie zeg maar tussen Plato en Epicurus, of in dit geval dan Apollo (zonnegod) met Dionysus en Venus.

Een met de menselijke geest gecultiveerde natuurlijke plek die de zinnen prikkelt, zo is de tuin van Erasmus-Eusebius.,. Waar je kunt studeren, converseren en contempleren, dat doet Erasmus met een lekker hapje en drankje er bij. Een tuin om te verblijven en voedsel te telen, een bibliotheek en een kapel.

Zo mogen wij ons dan roemen om in niets nieuw noch origineel te zijn. Het is ook beter om navolger te zijn van heldere geesten, dan slechts ‘anders’ te willen zijn dan moderne naargeestigen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *