Konijntransplantaties met Young Urban Bunnies (Yubbies)

In dit zaterdagse archiefverhaal mijn fotoreportage van de Young Urban Bunnies (Yubbies) van Amsterdam Sloterdijk, die tussen de kantoren wemelen. Terwijl duinkonijntjes in natuurgebieden wegkwijnen, zie je het Industrieterreinkonijn juist floreren.

Zo ontstond een nieuw fenomeen : Konijntransplantaties van industriegebied naar natuurgebied van Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten op de Waddeneilanden. 

Kan een hoger stikstofgehalte van vegetatie in stedelijk gebied, ten opzichte van de verschraalde duinen de konijnen een pluspunt geven?

Het jachtterrein op de Maasvlakte

Konijnentransplantaties
Rij maar eens naar de Maasvlakte bij Rotjeknor. Of wanneer je de rotonde in die Maasstad pakt bij het oude belastingkantoor aan de Plukjekaalstraat. Of wanneer je ’s nachts uit de kroeg in Amsterdam naar huis in de Bijlmer fietste, zo vluchtend en krioelend tussen de struikjes van het bedrijventerrein van Amsterdam Duivendrecht. In mei begeleid door zingende nachtegalen.

Of het Teleportgebied van Sloterdijk. Hier leven ze hun urbane versie van de konijnenroman Watership Down, silflerend (knabbelend) aan het stadsgroen. Nergens vind je zoveel konijntjes als op bedrijventerreinen, of her en der op golfbanen zoals bij Noordwijk. Daar kun je nog het liedje ‘Bright Eyes’ (burning like fire…)van Art Garfunkel voor je zien, die bij de tekenfilm van Watership Down hun beroemde muziek maakten.

In stedelijke gebieden als Amsterdam Sloterdijk wemelt het van de Young Urban Bunnies (Yubbies) die tussen kantoorpersoneel hun konijnen-ding doen, terwijl ze de konijnenkeutels lijken te hebben aan menselijke drukte. Voorspelbare verstoring is voor dieren al snel geen verstoring meer, dat heet ‘aanpassing’….

Ze blijven holen graven, worteltjes en kruiden knagen en zich razendsnel voortplanten in de urbane variant op Watership Down. Ze ‘silfleren’ (wie las de roman van Richard Adams?) kruiden tussen het gras naast de Millennium Tower.

We noemen ze wel Smart Rabbits, die de mens opzoeken en de veiligheid van de Stad om predatie te ontlopen, de recreatiedruk van natuurgebieden en ziektehaarden van VHS en Myxomatose uit ’t buitengebied.

De officiele reden voor de konijnenjacht heet graafschade-bestrijding op de Maasvlakte

Nergens zijn ze zo algemeen als op industrieterreinen en tussen kantoorgebieden. En hoe dat precies kan, dat weet niemand behalve de konijnengod Frith….
Op de Maasvlakte worden de konijntjes als plaagdier bestreden, zowel door geweerjagers als valkeniers met de havik. In het buitengebied moet je er om zoeken, die oude konijnaantallen van weleer en diverse provincies schrapten het konijn al van de wildlijst.

De Zuigdiervereniging in Nijmegen zette het vroegere plaagdier ‘konijn’ namelijk op de Rode Lijst. Bij Natuurmonumenten op Schiermonnikoog blijven ze kwakkelen en wegkwijnen. De Industrieterreinkonijntjes werden daarom zelfs weggevangen en uitgezet door Staatsbosbeheer op Vlieland, en door Natuurmonumenten op Schiermonnikoog…

Daar zou een ‘konijnentekort’ zijn ontstaan, dus was een konijntransplantatie bedacht vanaf de Maasvlakte naar de duinen van Staatsbosbeheer.

Urban Jungle met grote kaardebollen

Kennisnetwerk OBN bracht in 2022 nog een uitgebreide studie uit naar herstel van konijnenpopulaties in de kustduinen.

Het onderzoek richtte zich op konijnenpopulaties van de Maasvlakte en het Hollands Duingebied tot de Waddeneilanden. Daarbij werd gekeken naar de genetische diversiteit (inteelt-coëfficient), en de aanwezigheid van antilichamen tegen rabbit haemorrhagic disease, met Nederlandse afkorting VHS.

Het werd uitgevoerd door ecoloog Jasja Dekker. Het voorwoord van Teo Wams van Natuurmonumenten stelt:

In het verleden waren konijnen zo talrijk dat ze als een plaag gezien werden. Elk jaar schoten beheerders van natuurgebieden honderden dieren af. Daarom is het wellicht moeilijk voor te stellen dat het konijn nu juist bescherming nodig heeft.

Door verschillende infectieziekten zijn de aantallen konijnen de afgelopen decennia dramatisch achteruitgegaan. Op sommige plekken zijn ze zelfs helemaal verdwenen. En dat terwijl ze een belangrijke rol spelen in het open houden van de vegetatie en, helaas voor het konijn, ook als stapelvoedsel voor tal van roofdieren.

Industrieterreinkonijntje Vlissingen

Virusziekten zijn de boosdoener voor het wegkwijnende duinkonijn, met die open deur concludeerde ook dit rapport. Blijkbaar raken de urbane populaties minder snel geïnfecteerd.

Waar konijnenpopulaties wel even de hoogte in schieten, lijkt het alsof dan ook meteen het VHS-virus weer toeslaat en ze indamt. Dus blijven ze overal in het Hollands duingebied in lage dichtheden van 0-5 waargenomen konijntjes per gelopen kilometer. Verder brengt dit onderzoek nog weinig duidelijkheid in ‘de’ oorzaak, of het nu habitatgeschiktheid is of voedselkwaliteit.

Of kan het verschralingsbeheer van natuurorganisaties zijn? Bij lagere voedselkwaliteit (Hoog gehalte C ten opzichte van N, stikstof) floreren herbivoren als het konijn minder. Juist in urbane gebieden heb je verder in bermen hogere kruidenrijkdom en meer stikstofneerslag.

Konijntjes jaag je met een fret uit de holen.

De ecologen vingen hun konijntjes op de zelfde manier als dat de geweerjager en de havikier dat zouden doen: Met de Fret.

De konijnen zijn gevangen door de holen te fretteren. Fretteren is een eeuwenoude methode om konijnen te vangen met behulp van een fret. De uitgangen van een burcht worden daarbij afgedekt met zogenaamde buidels. Dit zijn kleine netjes of kooitjes. Vervolgens laat de fretteur een fret in de burcht.

De konijnen vluchten voor de fret en komen in de buidels terecht. De fret krijgt een zender. Daarmee kunnen we het dier volgen terwijl het in de burcht is. Dit maakt het mogelijk om een indruk te krijgen van de grootte en diepte van de burcht. Dit werd vastgelegd, zodat het kon worden opgenomen in de analyse van de habitatgeschiktheid, zoals beschreven onder 2.1.7.

Young Urban Bunny Sloterdijk

Rabbit in the hole!

Het urbane habitat lijkt alvast afwisselender en voedselrijker dan de verschraalde duinen van natuurclubs, die volgens beheerplannen uit korstmos en stuifzand moeten bestaan.

Onder de A5 Flyover vind je een echte wildernis van kaardebollen en ook de duindoorn groeit tegen de hekken van een autobedrijf op…Overal is dekking, en nog beter; Er komen niet zoveel recreanten met honden zoals in natuurgebieden.

Natuurlijk ondergraven de konijntjes de taluds, en zo af en toe zou ’t geen kwaad kunnen wanneer de havikier hier even met zijn havik en fretten langskomt. Of dat de populatie zou indammen is maar de vraag….

Ook na een jachtpartij op de Maasvlakte waarbij je tientallen konijntjes ving, en je kijkt dan ’s avonds met de koplampen van de auto aan opnieuw in het gebied: dan lichten overal kleine oogjes op, ondergravers die de dodendans ontsprongen….

Havik, Habicht, van Haber, het Germaanse woord voor ‘hebben’, grijpen, de stadshavik kan natuurlijke vijand van de konijntjes zijn.

Konijntjes zijn geboren om dierlijk onkruid te zijn, voedseldier voor vele andere dieren van wezel en vos tot havik, kiekendief en arend. Iedereen vindt ze lekker, ondergetekende at ze na de havikjacht in Brabant met pepersaus.

Afgezien van de stadsvos en de havik hebben ze hier weinig te duchten. Maar je zou als menselijke stadsjager hier best wat kunnen oogsten, in dit gebied waar spontane Rewilding plaatsvond met konijntjes als dierlijk onkruid..

Genoeg dekking voor het wilde leven (wildlife)

De braam, overal dekking en voedsel

Always on the run

Duindoorn onder de flyover

Urban Butt-bunnies..

Alle rust, geen wandelaars, mountainbikers en recreanten

Foei, wat doet U hier? 🙂

Populaties blijven bij elkaar, weinig uitwisseling
Het blijkt inderdaad een mogelijkheid, dat virusziektes deze industrieterreinkonijntjes minder snel bereiken. Zoals het OBN-rapport op bladzijde 41 vaststelt, vonden ze bij bloedmonsters van konijntjes van de Zuidelijke Maasvlakte geen hoge concentraties antilichamen voor het VHS-virus, zoals ze dat wel bij alle andere populaties vonden:

Er zijn vier populaties waar RHD-V2 persistent aanwezig is, seroposiviteit ook, en de dichtheden relatief hoog zijn, wat wijst op resistentie: op Ameland, de Bleek, de Banken en de noordelijke Maasvlakte.

Opvallend genoeg is, op nog geen kilometer afstand op de Zuidelijke Maasvlakte een veel lagere titer, met titers die aangeven dat er geen recent contact is geweest met RHDV-2.

Er was geen significante relatie tussen titers van RHDV-1 of RHDV-2 en de lichaamsconditie (lichaamsgewicht/achtervoetlengte), zowel op individueel als populatieniveau.

Geef de natuur 1 vinger….

Stikstofdepositie goed voor de konijntjes?
En uit het onderzoek naar genetische uitwisseling tussen populaties, blijkt dat konijntjes bij hun eigen ‘warden’ blijven zoals in Waterschip Down. De populaties van verschillende regio’s wisselen weinig genen uit met elkaar. Ze zijn dus vrij honkvast. Konijntjes wandelen geen grote afstanden.

Er bleek (blz 51) geen verband te bestaan tussen genetische diversiteit en de hoeveelheid antistoffen tegen virussen in het bloed. Een inteeltkonijn kan dus net zo goed sterven aan een infectie als een konijn dat het met konijntjes deed van andere populaties verder weg. Meer interessant is het om te zien waarom industrieterreinkonijntjes het zo goed doen?

Is het plantenmateriaal dat zij beknagen misschien stikstofrijker dankzij de hogere neerslag in urbane gebieden? Dat zou de voedselkwaliteit wel ten goede komen, zo lees je op bladzijde 52:

Voor konijnen is (net als voor andere herbivoren) een grote inname van stikstof (N), in de vorm van eiwitten en aminozuren van belang voor groei en reproductie. Koolstof (C) is veelal aanwezig in de vorm van slecht verteerbare en/of vraatwerende stoffen als cellulose, lignine en alkaloïden.

Een lage C:N ratio in plantenweefsel is voordelig voor herbivoren, omdat dan relatief veel beschikbaar N aanwezig is in relatie tot slecht verteerbare C-houdende stoffen.

Andere elementen, zoals fosfor (P), calcium (Ca), IJzer (Fe),kalium (K) en magnesium (Mg) zijn ook van groot belang, maar in lagere gehaltes. Wanneer concentraties van deze stoffen te laag zijn in verhouding met de hoeveelheid N kunnen er tekorten ontstaan voor konijnen.

Net als bij de Redfield Ratio, de ideale stikstof-fosfaatverhouding voor watervruchtbaarheid (N:P 1:18) heb je bij een lage C:N-ratio dus een betere voerkwaliteit. Dat kan door een lager C-gehalte en/of door een hoger N-gehalte:

Op locaties met een vrij hoge dichtheid aan konijnen blijkt het gewichtspercentage van zowel N als C in konijnenkeutels lager te zijn dan op locaties met een matige tot lage dichtheid aan konijnen.

De C:N-ratio kent een minder eenduidig beeld: deze is relatief hoog in gebieden met een hoge dichtheid van konijnen, maar juist op de beste referentielocaties (Maasvlakte en Golfclub) is het C-gehalte zo laag dat de C:N-ratio gemiddeld vrij laag is. De Bleek (PWN) kent een zeer lage konijnenstand; hier is het C% hoog en het N% erg laag, wat leidt tot een zeer hoge C:N-ratio.

Daarnaast floreren de Maasvlakte-konijntjes juist in gebied met een hoog kalkgehalte. Dat kalkgehalte kan veroorzaakt zijn doordat de Maasvlakte met zeezand vol schelpen werd opgespoten.


Zo krijg je een hint: Is het niet verschralingsbeheer van natuurorganisaties, dat tot voedselarmoede bij de konijntjes aanzet. Dus dat ze daarom door lagere conditie minder bestand zijn tegen een VHS-uitbraak?

De onderzoekers zagen geen sterk verband tussen voedselkwaliteit en konijnendichtheid. Ze concluderen vooral wat Richard Adams al beschreef in Waterschip Down. Konijntjes houden van korte kruidenrijke vegetatie om te silfleren. Als kindje gaf ik ze – naast bix- paardenbloembladeren: Waren ze gek op.

En dat is nu precies wat je zo tussen het asfalt hier veel vindt: Kruidenrijke perkjes. Wie ‘de’ oorzaak kent, mag het zeggen. Waarschijnlijk weet alleen Konijnengod Frith uit Watership Down wat de konijntjes écht dwars zit.

– Genoten van de foto’s en de reportage. Steun dan Interessante Tijden en mijn werk

2 Replies to “Konijntransplantaties met Young Urban Bunnies (Yubbies)”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *