Garnalenkoning P&P (Heiploeg) maakt visser kartelslaaf

Heiploeg auto met PP-logo in het klein er op

Reeds 4 jaar terug (maart 2015) voorspelden twee vissers (Dirk Koster WR3) en Adrie Stouten (GO57) in een ingezonden artikel voor de Visserijnieuws, hoe garnalenvissers onder het MSC-keurmerkkartel al hun keuzevrijheid en zelfstandigheid als ondernemers verliezen. Zo worden ze als contractvissers in virtuele loondienst volledig overgeleverd aan de nukken van de handelaren, die werken in een soort monopolie.

P&P en Vrolijk controleren nu vier jaar later via de Vissersbond/Visned zowel handel als verwerking via Heiploeg en Puul/Kegge, dus de twee vissers kregen gelijk. Die handel zal het worst zijn wanneer hun familiebedrijfjes omvallen. Sterker nog, dat werken ze in de hand zodat ze visrechten en bootjes op kunnen kopen, en die onder de Vissersbond parkeren als PO (producenten organisatie). 

Zie ook het filmpje voor Blue Tiger Media waarin Dirk Koster met 1 of andere rare baardman zo simpel mogelijk uitlegt welke belangen er op nationaal en mondiaal niveau aan de touwtjes trekken. (vanaf minuut 14: vind je het een ‘te lange zit’, dan kun je het ook in delen bekijken, het gesprek duurt ongeveer ‘1 trekje’. Wie meer aankan: Zie ook mijn laatste artikel ‘garnalenkartel toont hoe bananenmonarchie werkt’ voor meer verdieping.

CVO degradeert garnalenvissers tot loonwerkers van gevestigde belangen (Visserijnieuws maart 2015)

Statuten en managementplan van de Coöperatieve Visserij Organisatie (CVO) degraderen garnalenvissers tot loonwerker in dienst van handels- en keurmerkkartels, die de visser een ecologische schuldbekentenis laten tekenen. Daarbij treedt de CVO op als aanvullende overheid. Waar blijft hier de ondernemersvrijheid van garnalenvissers? En wiens problemen lost de CVO op, vragen Dirk Koster van de WR 3 en Adrie Stouten van de GO 57 zich af…

,,Garnalenvissers lieten zich via hun PO’s verbinden aan de overkoepelende CVO. Deze zou beter de gemeenschappelijke belangen behartigen. Wij vragen ons af of de vissers in de statuten en marktverordening wel lazen wat hen te wachten staat. In de CVO staan met Vissersbond en VisNed dezelfde mannen aan het roer die ook getekend hebben voor 25 procent verlies van onze visgrond in de noord.

CVO werpt zich op als subsidie-ontvanger en aanvullende overheid bij productie en veiling. Bij afzet op de markt van garnalen krijgen garnalenvissers via die CVO een keurmerkkartel opgelegd als extra overheid. Beide inbreuken op onze vrijheid als visser komen zonder garanties op marktvoordeel voor ons product, meer lasten zonder lusten.

2,17 ton Waddenfonds en staatssteun voor particulier keurmerk-kartel

Volgens ons zijn CVO-statuten op verschillende punten in strijd met wetgeving rond vrij ondernemerschap.

Artikel 1i van de Mededingingswet omschrijft wat een economische machtspositie is, en artikel 24 verbiedt misbruik daarvan: “positie van een of meer ondernemingen die hen in staat stelt de instandhouding van een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan te verhinderen door hun de mogelijkheid te geven zich in belangrijke mate onafhankelijk van hun concurrenten, hun leveranciers, hun afnemers of de eindgebruikers te gedragen.”

We geven enkele voorbeelden, waarbij de nieuwe CVO via het door de overheid goedgekeurde productie- en afzetprogramma onafhankelijk ondernemerschap van garnalenvissers beperkt, via een te grote machtspositie.

Keurmerk-kartel

Almacht CVO
Het eerste voorbeeld is de almachtige rol die de CVO zich toe-eigent als aanvullende overheid. Een door de CVO benoemde inspecteur zal naast de overheid mogen invallen en zelfs boetes opleggen. Zoals straf van 1 euro per kilo garnalen wanneer een ondernemer de regels van de CVO niet opvolgt. Er is een Boetereglement voor individuele ondernemers opgesteld, die niet in het keurslijf van het CVO-bestuur passen.

Dit keurslijf betreft een managementplan voor garnalenvisserij, bepaald door die CVO. In dat plan mag de CVO maandelijks bepalen of vissers wel of niet mogen uitvaren, afhankelijk van de – wetenschapelijk gezien nauwelijks te bepalen- maandelijkse natuurlijke productie van garnalen.

De garnaal plant zich het gehele jaar door voort. Bestandsschattingen op jaarbasis zijn volgens ICES dan ook onmogelijk. De aard van ons beestje, de garnaal, maakte een managementplan tot nu toe onmogelijk. Men wil daarom maandelijks aan de vangstgrootte per uren vistijd afmeten (Landings per Unit Effort) of de productie achterblijft bij de vangst. Bij dalende vangst per visuur, eigent de CVO zich dan het recht toe om zelfstandige vissers hun vistijd te beperken.

Daarvoor volgt de CVO dan iedere maand middels data uit een verplicht opgelegde Blackbox alle bewegingen van iedere visser/ondernemer.

Het P&P Imperium maakt vissers tot slaven in een visserijconcentratiekamp

De CVO bepaalt via onderling overleg met het ministerie van Economische Zaken steeds, of de Autoriteit Consument en Markt deze marktafspraken wel toestaat. Zonder dat vissers bij dit overleg zijn. De CVO beweegt- betaald door vissers- zich tegelijk op de markt als opkoper van garnalenpartijen, om een drempelprijs te garanderen. Zij eigent zichzelf zo een rol toe als prijsbepaler, met onevenredige macht.

De CVO zal aangeslotenen dwingen alleen garnalen af te zetten via haar afslagen. Alle activiteiten van de CVO lijken zo alvast strijdig met artikel 1i van de Mededingingswet. Wij herinneren ons tegelijk nog een NMA-boete van 10.000 euro per schip.

Duurzaam! MSC!

Keurmerkkartel
Volgens vertegenwoordigers van de CVO en handel in Visserijnieuws zou MSC een voorwaarde worden om ons product straks nog te mogen verkopen in de supermarkt. Wij plaatsen daar vraagtekens bij. Al sinds 2008 willen diverse partijen MSC-certificering voor garnalenvisserij opleggen, als ‘license to operate’, richting de markt. Via het Productschap Vis zijn daarvoor tevergeefs ruim 160.000 euro subsidies besteed.

Nu versmalt de nieuwe CVO in haar statuten de ‘verduurzaming’ van garnalenvisserij tot die zelfde doodlopende weg: ‘Het verkrijgen en coördineren van subsidies (zoals voor de Marine Stewardship Council)’. Het fungeren als kanaal voor staatssteun naar dit door WNF en Unilever opgerichte private label, is zelfs 1 van de belangrijkste functies van deze CVO in een traject van vermeende ‘duurzaamheid’.

Dient CVO straks als permanente subsidiesluis, om een privaat duurzaamheidslabel op te leggen aan individuele productenten via 1 productorganisatie met staatssteun? Dan zien wij hier een handelswijze in strijd met mededingingswetgeving. Waarbij de CVO en MSC de keuzevrijheid van garnalenvissers beperken hoe zij hun product afzetten. Er zijn vele (inter)nationale keurmerken met aanmerkelijk lagere kosten, die wel in de statuten van de CVO vermeld staan als FOS en Waddengoud.

Het blauwe labeltje op Romo (DK)

Daarnaast voegt MSC niets toe, en dus vragen wij ons af wiens probleem de CVO oplost met certificering. Certificering als ‘de’ weg tot duurzaamheid is een oplossing van vroeger: bij grote bulkpartijen vis op de wereldmarkt voor multinationals als Unilever uit industriële visserij bestond in de jaren ’90 vorige eeuw twijfel over de herkomst van het product. In dat segment van de (wereld)markt heeft MSC haar functie. Bij Noordzeegarnaalvissers is geen twijfel over de herkomst en vangstmethode van het product.

Certificering tast wel onze economische duurzaamheid aan. Want laten we dat begrip ‘duurzaamheid’ vooral breder trekken dan de eisen van ngo’s. Zoals voedseljournalist Wouter Klootwijk stelt, schrijver van de eerste Viswijzer: ‘De certificering is administratief, maar veel erger, goede vissers moesten opeens gaan betalen voor een officiële erkenning dat ze goed visten.

Garnalenkotter met de Michaelskerk van Oosterland (Wieringen)

Ook landen met een streng visserijbeleid, beter dan wat MSC verlangde, werden opeens gedwongen te gaan betalen, miljoenen euro’s, voor certificering. De vis werd er niet beter van, met de bestanden zat het al goed.”

Diverse vissers gaven daarom al hun MSC-label op. De hoge vierjaarlijkse kosten voor certificering blijven terugkomen. Zij verdienden dankzij het label op hun product geen dubbeltje meer. NGO’s vragen om MSC, maar geldt dat ook voor consumenten?

Laat de CVO in plaats van in te spelen op angst, eerst maar marktonderzoek tonen waaruit blijkt dat consumenten meer garnalen kopen wanneer er een labeltje op staat. In landen als België en Frankrijk waar veel garnalen worden gegeten is de vraag naar MSC-garnalen nagenoeg nihil. De CVO dient kortom uit te leggen, waarom wij als vrije ondernemers bovenop onze overheid nog een aanvullende overheid gebruiken, in de vorm van een private certificeerder.

Visserij en Natuur: meteen door de handel gekeeld, omdat het concurreert met MSC

Sorry dat we bestaan?
Iedere garnalenvisser heeft al een ecologische license to operate. Om te mogen vissen moeten wij al voldoen aan de strengste natuurwetgeving ter wereld. In onze NB-wetvergunning staan bijvoorbeeld nauwkeurige eisen voor het gebruik van de door IMARES-voorloper RIVO ontwikkelde spoelsorteermachine. Die bij goed gebruik een hoge overleving van platvis-discards garandeert. Diverse experimenten voor selectiever vistuig lopen al.

Data van de ICES Working Group on Crangon Fisheries tonen dat de garnalenvisserij gewoon binnen draagkracht vist, zij vangt niet meer dan de jaarlijkse natuurlijke productie. Er is – wat de garnalenvissers zelf betreft- geen aanvullend beheerplan nodig zoals MSC en CVO nu eisen. Het lijkt meer dat CVO dat plan oplegt als tweede poging om MSC-certificering door te duwen.

Maar, een certificeerder hoeft niet te bevestigen wat de gegevens al aangeven: er is geen overbevissing op garnalen in de Noordzee. Er is geen enkel ecologisch onderzoek dat onze schadelijkheid bewijst, en wij voldoen aan ’s werelds strengste natuurregels. Wiens probleem lost de CVO dus op?

Garnalenvisser

Tot slot: Uit de bepalingen van de CVO ademt vooral een geest van angst. Alsof de garnalenvisserij een ecologische schuldbekentenis moet tekenen. En vervolgens straf krijgt opgelegd via de CVO en MSC. Dat is in strijd met wat een vrije ondernemer zou doen: die zoekt nieuwe kansen in een groeiende markt waar de vraag naar vers voedsel uit eigen zee enkel stijgt.

Wij kunnen ons beter met eigen verhaal direct richten op die groeiende groep consumenten. In plaats van nog meer energie te besteden aan de negativistische sentimenten van enkele ngo’s die al jarenlang steeds meer aanhang verliezen.

Nederlandse vissers zouden liever een eigen keurmerk kunnen overwegen met die positieve insteek. Een keurmerk dat uitdraagt dat wij al goed zijn, en nog veel meer goed willen doen vanuit het voorrecht om in uniek natuurgebied te mogen vissen. Liever dan de weg van de CVO- ons excuseren dat we bestaan- bereiken garnalenvissers een beter imago door juist meer zelfbewustzijn uit te dragen.’’

Dat hadden die vissers meer dan vier jaar terug dus helder en duidelijk opgeschreven. 🙂

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *