Friese Vrijheid gaf stichters Abdijen alle ruimte

Izebrand van het Kloostermuseum met het Doom-spel van Klooster Aduard

We bezochten het Kloostermuseum Sint Bernardushof in Aduard in Gronings Friesland. Hier stond de grootste abdij van de Friese zeelanden tussen Vlie en Weser.

Na het lezen van mediëvist Erik Betten zijn boek ‘Kloosters in Friesland’ (Bornmeer 2009), zien we een interessante bevestiging van de Rypothese: de golf van kloostervestigingen in Friesland in de 12de en 13de eeuw was mede mogelijk dankzij de ‘Friese Vrijheid’, bestuurlijke anarchie tussen 800-1498 met de keizer en paus op afstand.

Lokale Friese landadel bestuurde zichzelf, met het Bisdom van Utrecht (en Munster) als belangrijkste invloed van buiten. Centralistisch bestuur door graven en hertogen ontbrak op haar beurt weer dankzij ‘de natuur’ van Friezen: zowel het getijdenland als het karakter van de bevolking kon je ‘ontoegankelijk’ noemen.

Alleen de ziekenzaal bestaat nog

Holland bestond nog nauwelijks
De enormiteit van het klooster van Aduard is nu 440 jaar na verwoesting door de Reformatie (1580) nauwelijks meer voor te stellen. Het hele plaatstje Aduard ontstond als kloostercomplex, nu is het een dorp waar je nog lekkere Groninger worsten kunt kopen. Wat dus eigenlijk Friese droge worst is, want ‘Groningen’ erkennen we hier niet als entiteit.

Het complex zou dus qua grootte overeenkomen met Villers la Ville onder Brussel (1146), dat na de Franse Revolutie (1789) verwoest werd:

Ruine van Villers la Ville, ooit bloeiende abdij gesticht in 1146

Het Kloostermuseum ‘Sint Bernardushof’ van Aduard maakte een soort variant op het 3D-schietspel ‘Doom’, dat generatiegenoten uit de jaren ’90 kennen. Maar dan dus als manier om met de ‘Schiere’ monniken door het complex te kunnen lopen, Aduard 3D. Dan krijg je een goede ruimtelijke voorstelling van de verschillende gedeelten.

Het kloostermuseum is gevestigd in het woonhuis van een initiatiefnemer, Izebrand de Boer. Het huis zou uit 1594 stammen. Dus 14 jaar na de afbraak van het klooster, omdat de Reformatie bestuurlijk werd ingevoerd. Duits-Hollandse krijgsheren- die tot de dag van vandaag hier regeren als ‘Oranjes’- namen Friesland over, gelegitimeerd door het gereformeerde geloof.

En zo verdwenen de abdijen in Friesland nog sneller dan ze in de 12de eeuw waren opgekomen.

Enorm complex

Aduard was de grootste Abdij van Friesland en dus Nederland. Bedenk dat de naam ‘Holland’ pas voor het eerst in 1101 is genoemd. Toen kregen de landheren van de geestgronden achter de duinen (Den Haag enz) meer kapsones, zodat ze zichzelf als ‘Holland’ gingen zien. Je moet je land ergens naar noemen, de naam zou mogelijk van ‘holzland’ (Houtland) zijn afgeleid.

Vanwege de broekbossen die daar groeiden, moerasbossen van dit type:

Martelaarsgracht in het voorjaar, Elzenbroekbos in oervorm…

De naam ‘De Vries’ als typisch ‘Nederlandse’ naam, betekent vooral dat tenminste de helft van huidig Nederland aan de kust dus eigenlijk ‘Friesland’ was. De Romeinen onderscheidden ‘Frisia’ en Frisiavonum dat tot de Vlaamse kust doorliep. Niet voor niets moet Peter R de Vries een tussen-R plaatsen om nog op te vallen.

Omdat bijna iedereen zo heet in Nederland. Het gehele kustgebied was dus van ‘De Vries’,  van Westerschelde tot de Weser.

Net als bij Doom, een 3D-spel om door het complex te wandelen

Kloosterland
Het huidige Friesland (Westerlauwers Friesland, Westelijk van het riviertje de Lauwers) en Groningen zou vervolgens vanaf de 12de eeuw helemaal bezaaid raken met abdijen, priorijen en kloosters van verschillende monnikenordes. Erik Betten telt 59 van zulke vestigingen in Westerlauwers Friesland in zijn boek ‘Kloosters in Friesland’ (2009, Bornmeer).

Van alle Friese kloosters zou het Cisterciënzer klooster Aduard vlakbij Groningen het grootste en meest invloedrijke worden. Die Abdij van Aduard werd in 1192 gesticht vanuit het Friese klooster Klaarkamp (1163) aan de Dokkumer Ee. Vanuit Aduard zou in Oost Friesland weer het Ihlow-klooster gesticht worden in 1224.

Die Cistercienzer monnikenorde vormde zich als hervormingsbeweging van de Benedictijnse orde. Omdat men vond dat er wel een tandje bij kon in geloof en discipline. Wanneer men vond dat de discipline verslapt was in een oude orde, begon men zelf een nieuwe.

Het Kloostermuseum maakte een eigen film over de vestiging

Hervormingsordes
Bijna iedere eeuw zie je dat geestelijke bewegingen pogen het ‘ideaal’ nieuw leven in te blazen. Maar al snel vallen ze terug tot de natuurstaat van de ‘menselijke natuur’, waaraan ze poogden te ontsnappen met meditatie en contemplatie.

Dus dan lag de Friese abt gewoon weer met een vrouw in bed, Friese monniken zopen en vochten onderling. in de 14de eeuw had je zelfs Friese vechtmonniken zoals we al beschreven, toen Ludingakerke (van de Augustijnen) bij Harlingen vocht tegen de Abdij van Bloemkamp (Cistercienzers) bij Bolsward.

Maar dan kwam tegelijk ook weer de “Nieuwe Devotie’ op van Geert Groote (Deventer) in de 14de eeuw, waaruit het klooster Windesheim zou ontstaan. Die zouden het gezag over Ludingakerke overnemen.

De Lauwers bij Visvliet, grens Ooster Lauwers (groningen) en Westerlauwers Friesland

De 12de eeuwse monnikenordes die abdijen als van Aduard vestigden, waren ook herstelpogingen van een ideaal. De ‘Trappisten’ (van het trappistenbier) splitsten zich ook weer af van de Cisterciënzers. Dat was pas eind 19de eeuw. Die vernoemden zich naar de Abdij van La Trappe in Normandie. Die houden de ‘strikte observantie’ van de Regel van Benedictus.

De zweep er over dus, alle 150 Psalmen er in 1 week door zingen, en geen geOH: stilte! De Abdij van Koningshoeven bij Tilburg is een trappistenabdij. Maar ooit was Friesland dus ook bezaaid met zulke vestigingen van bierbrouwende monniken, met het motto ‘Ora et Labora’ (Bid en werk).

Klooster Koningshoeven, van het La Trappe bier bij Tilburg

Grondslag van Friese vrijheid: Magnus-kerren
Het verband tussen ‘De Friese Vrijheid’ en de monniken was nog niet eerder zo opgevallen. Maar zoals Erik Betten beschrijft, moet een zekere staat van bestuurlijke anarchie in Friesland (800-1498) bij kloostervestiging hebben bijgedragen: die anarchie onder ‘bestuur’ van elkaar vaak bestrijdende lokale landadel zou ‘De Friese Vrijheid’ gaan heten.

De ‘Friese Vrijheid’ zou als Karelsprivilege zijn ontstaan, dus geen gezag van graven en hertogen: alleen de Paus en de Keizer mochten de Friezen iets vertellen.

In ‘De Grondslag van de Friese Vrijheid’ (1942, Friese Academie) analyseert M.P. van Buijtenen de herkomst van verhalen over door Karel de Grote (745-814) verleende Friese vrijheidsprivileges, de zeven Magnus-Kerren. Karel de Grote zou de Friezen hun vrijheidsprivilege gegeven hebben, als dank voor militaire hulp onder hun aanvoerder Magnus Forteman uit Harlingen (Almenum).

Dankzij die Magnus-Kerren zouden ze buiten zijn keizerlijk gezag en pauselijk gezag geen landheren hoeven erkennen. Dus buiten het Bisdom in Utrecht, dat grafelijke rechten uitvoerde (dus kwesties over landeigenaarschap), had niemand de Friezen wat te zeggen.

De eerste bakstenen werden door monniken geintroduceerd

De Friese lokale landeigenaren beriepen zich in de Hoge Middeleeuwen op dat privilege. Dus in de kloostertijd.

Uit de 13de eeuw stammen ook de vergader-verslagen bij de Upstalboom in Aurich in Oost Friesland. De Friezen van de zeven vrije zeelanden tussen Westerschelde (Zeeland) en de Weser (Duitsland) zouden in de 13de eeuw jaarlijks samenkomen, bij wijze van heidens relict dat Scandinavische volken een ‘Althing’ noemen.

Hier regelden ze onderlinge geschillen en de rechtspraak, zonder tussenkomst van een bovenbaas. In 1323 zou de landadel van West Lauwers Friesland (huidig Friesland) zich bij dat verbond van de Upstalsboom aansluiten, de stammenbijeenkomst in Aurich (Oost Friesland). Dan voelden ze zich sterker tegenover bijvoorbeeld de Hollandse graven, die aanspraak op hun land maakten.

De ziekenzaal van Klooster Aduard

Monniken belang bij Friese Vrijheid
Zolang Friese anarchie heerste, hadden de kloosters met steun van het Bisdom dan relatief meer macht. Bijvoorbeeld om bezit te behouden en uit te breiden. Je regelt wat met lokale landadel en klaar is Klaarkamp. De monniken moeten ook de hand gehad hebben in de Friese vrijheidscanon met Karel de Grote en Magnus.

Ze hadden daar dus zelf belang bij.

De golf van tientallen vrije kloosterstichtingen in Friesland vanaf de 12de eeuw met grote landerijen, zou niet zomaar mogelijk zijn wanneer je een sterk centraal gezag had met bijvoorbeeld een Hollandse Graaf. Nu konden de monniken het op een akkoordje gooien met lokale landeigenaren, die zelf een (geestelijk) belang zagen in de aanwezigheid van zo’n abdij.

Abdij van Rochefort (Cistercienzer)…werkt ook zeer evangeliserend, en zo behouden de monniken hun economische zelfstandigheid

Een abdij bracht aanzien aan de Friese regio, waar tot in de 12de eeuw de meeste huizen van hout en stro waren. Via geletterheid, handel, arbeid en geestelijke beschaving.

De Rypothese over het ontstaan van die Friese ‘Vrijheid’-legenden, is dat het juist de monniken van kloosters waren, danwel van het Bisdom Utrecht die de Magnus-Kerren als eerste optekenden. Uiteindelijk waren de monniken bijna de enigen die konden schrijven, hun kloosters waren de literaire centra van Friesland.

De kloosters waren ook de eerste plaatsen waar de Friese taal op schrift verscheen. En zij hadden het grootste belang bij voortduring van een zekere anarchie.

Kloosterbibliotheek

De kloosters en het Bisdom vervulden in de Friese zeelanden tegelijk de ‘grafelijke’ rechten, dus het bestuur met de lokale landadel. De Bisschop van Utrecht had tegelijk ook militaire macht. En dus militaire concurrenten. Uit Wageningen kennen we nog de Tarthorst. Dat is de ‘Horst’, legerplaats die de Gelderse landheer oprichtte tegen de Bisschop van Utrecht, om hem te ‘tarten’.

Die Bisschop liet ook kruistochten uitvaardigen tegen de Drenten, zoals de “Slag bij de Ane’ (1227), om ze tot betaling van hun tienden te dwingen. De Friezen voelden zich sterk met het Pauselijk gezag verbonden en het katholieke geloof.

Monnikhuis bij Holwerd (Oostergo, Westerlauwers Friesland)

Zo blijkt ook uit de ijver waarmee ze deelnamen aan de Vijfde Kruistocht (1225) in Damiate (Egypte). Daar speelden Friese kruisvaarders nog een heldenrol bij verovering van een Saracenen-fort.

Zolang de Friese Anarchie tussen 800-1498 voortduurde, kon het ‘geestelijk’ gezag hier dus ook meer wereldlijke invloed hebben, dan wanneer een Hollandse graaf hier de touwtjes in handen had. Niet alleen vanuit Holland, ook de Hertog van Gelre zou aanspraak maken op Friesland.

Met een Fries Vrijheids-verhaal rond Magnus als maatje van Karel de Grote geef je dan de Vrijbrief, waar je een volk rond mobiliseert.

Entree Kloostermuseum

In de 12de eeuw konden zo in de Friese Zeelanden zulke enorme kloosters ontstaan. Met op een gegeven moment 15-20% van alle boerengrond in bezit. Zo redeneer je met Friese boerenlogica.

Latere Friese geschiedschrijvers uit de zestiende eeuw kunnen die verhalen dan later hebben aangedikt, puttend uit de geschriften van die monniken. Jan Huisman lijkt de Rypothese al te bevestigen in ‘It Beaken’ (2010) in zijn artikel  ‘Beeldvorming en Identiteit in Laat-Middeleeuws Friesland‘. Hij schrijft:

Het Hollandse gravenhuis betwistte de zeggenschap van de bisschop, wat ertoe leidde dat keizer Frederik Barbarossa in 1165 een gedeelde grafelijkheid (Condominium) instelde. Het Condominiumverdrag was er de oorzaak van dat geen van beide leenmannen het grafelijke gezag optimaal kon uitoefenen. Nadat de Hollandse graaf

Willem II in 1256 bij het Hoogwoud door de West-Friezen werd gedood, verdween Friesland ten oosten van het Vlie voor enkele decennia uit het Hollandse gezichtsveld

Abdijstraat Aduard

Daarin schrijft hij ook hoe de opkomende macht van Hollandse Graven enerszijds, en Albrecht van Beieren anderszijds de Friezen stimuleert om vrijheidsverhalen te canoniseren. De aanleiding voor Friese vrijheids-verhalen lag namelijk in de opkomende macht van de Graven van Holland.

De Hollandse graven wilden aanspraak maken op de landerijen van de Friezen, culminerend in de Slag bij Warns in 1345.

Maar ook hier zie je dat dan juist de geestelijken in Friesland een samenbindende rol spelen. De graaf Willem IV was zo stom om bezit van het Klooster Mariengaarde (van Norbertijnen) te stelen op het eiland Marken. Dus hielpen de monniken en abdijen de Friezen verenigen in de strijd tegen ‘Holland’.

Zoals Huisman schrijft:

In de bronnen is nu voor het eerst bewijs van een hechte gemeenschap van beide gebieden (Oostelijk en Westerlauwers Friesland RZ). Het is opmerkelijk dat ook clerici uit Oost-Friesland opgeroepen werden om de strijd te steunen. Er wordt nu gesproken van patria nostre in verband met het grotere Friese vaderland, waaronder Westerlauwers Friesland viel.

Voor de liefhebber een buitenkansje, het Friese getijdenland

Monniken zoeken ‘voor de liefhebber buitenkansjeland’
We constateerden al, dat de relatieve vrijheid die de Friezen genoten tot 1498 aan ‘hun natuur’ te danken was. Je kon de Friese getijdenlanden moeilijk vanaf land bereiken, dwars door dichte veenmoerassen. En vanaf zee moest je kundig zeevaarder en stuurman zijn.

Wilde je als monnik nog ergens de rand van beschaving vinden met ‘ongeclaimd’ gebied, dan boden de Friese getijdenlanden dus ‘voor de liefhebber een buitenkansje’. Dat kleiland door stormvloeden overspoeld, maar wel met vruchtbare potentie. Dat is een andere reden waarom de vele hervormingsbewegingen in kloosterland Friesland uitkozen.

Monnikebildlaan tussen Oudebildtzijl en Mariengaard (oude Norbertijnenklooster)

In de Hoge Middeleeuwen staan verschillende hervormingsbewegingen op in het kloosterwezen. Augustijnen, die de regel van Augustinus volgden. Die stichten Ludingakerke bij Harlingen in 1154. De eerste abdij in Friesland verscheen in Stavoren, de belangrijkste handelsplaats. De Benedictijnen stichtten hier de Sint Odulfus Abdij in 1132.

De Norbertijnen stichtten Mariengaarde (1163) boven Leeuwarden, vernoemd naar de hervormer Norbert. Die droegen witte gewaden, ‘Wittewierum’ is daar naar vernoemd.

Ziekenzaal Aduard

Cistercienzers uit Cistercium (Citeaux)
Met name de Cisterciënzer monniken lieten in de Twaalfde Eeuw van zich spreken als kloosterstichters. Die stichten Clarus Campus (Klaarkamp) in 1163 aan de Dokkumer Ee. Vanuit Klaarkamp stichten ze zowel Florus Campus (Bloemkamp) bij Bolsward als Aduard.

Zij waren navolgers van Bernard van Clairveaux (1090-1153) en Robert van Molesme (1027-1111). Die monniken vestigden kloosters in de wildernis. De randen van het woeste Friese Zeeland voldeden met nam in Oostergo (het oosten van de Middelzee, nu ‘Zwette) aan dat ideaal.

Met wat bedijking en inpoldering kon je zo omvangrijke landbouwgronden verwerven, beheerd door lekenbroeders. Die gingen dan wonen in de zogenaamde ‘monnikhuizen’ die je overal nog op de landkaart treft.

Abdijramen

De vestiging van Klaarkamp (Clarus Campus, Helder Veld) zou in 1163 al de 500ste abdij op een rij zijn, sinds Sint Bernard vaart maakte met zijn hervormingsbeweging.

De Cisterciënzers vernoemden zich  naar de Latijnse naam voor hun ontstaansplaats: Citeaux, ‘Cistercium’. Hun ongebleekte schapenwollen habijten kregen een vale kleur, ‘schier’. En daar is ook Schiermonnikoog dus naar vernoemd, omdat de monniken op dat eiland een ‘Uithof’ zouden vestigen.

Maquette van klooster Aduard

Een Friese monnik uit de Abdij van Rittagshausen (Hanzestad Brunswijk, ‘Braunschweig), zou de eerste abt worden van Klaarkamp. Vanuit Klaarkamp werd vervolgens Bloemkamp bij Bolsward gesticht. En dus de grootste abdij van de Zeven Friese Zeelanden: Aduard.

Na de verwoestingen door de Reformatie (1580) bleef alleen nog de voormalige ziekenzaal van dat klooster Aduard bewaard. Die werd eind 19de eeuw door de architect van het Rijksmuseum grondig verbouwd, zodat ook de spits verdween. Wat rest is nu vergane glorie. En abdijbier in de supermarkt.

De Abdij, Studiecentrrum voor Natuurlijke Historie

Nou ja, en ‘De Abdij’ van Langweer.Het idee om je in de natuur af te zonderen van wereldlijke chaos, je een dagelijkse discipline aanmeten, en dagelijks lekker abdijbier: dat is zo slecht nog niet.

One Reply to “Friese Vrijheid gaf stichters Abdijen alle ruimte”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *