‘…wederstreven is afgoderij en beeldendienst’ (1 Samuel 15)

Friese kampvechters in kerk

Op de zondag geen profane boodschappen. Dan lezen we uit de Heilige Schrift, en we vervolgen het bijbelboek Samuel. In deze lezing zien we hoe Saul als koning ‘gezalfd’ wordt met een kruik olie tot koning.

Maar Saul volgt een bevel tot uitroeiing van de Amalekieten door de Heere niet nauwgezet op en valt daardoor uit de gratie. De God die niet een mens is en berouw kan krijgen, krijgt zo berouw dat hij Saul tot koning verkoos. De volgende kandidaat David maakt dan zijn opwachting.

Kerk van Westerwijtwerd in Gronings Friesland

‘Al wat hij spreekt dat komt zekerlijk’
In de vorige zondagspreek over 1 Samuel 8 zagen we hoe Samuel het volk van Israel waarschuwde, wat ze te wachten stond als ze een menselijke koning over zich zouden laten stellen. Die zou ze uitzuigen. Ook vatte De Heere dat verzoek op als een afwijzing van Zijn gezag, dus een nieuwe belediging nadat het volk toch al geneigd was tot afgoderij.

Toch wil het volk beslist een koning net als alle volken rondom ze.

Dus gaat Samuel in hoofdstuk 9 op zoek naar de kandidaat, de ‘zoon van Kis de Benjaminiet’, die als dapper held omschreven wordt. Kis stuurt zijn zoon Saul er op uit om drie zoek geraakte ezels te vinden. In plaats van de ezels te vinden, komt het tot een ontmoeting met Samuel, die ze ‘de Ziener’ noemen, ‘al wat hij spreekt dat komt zekerlijk’.

De Bijbel vermeldt dat ‘ziener’ het oude woord voor Profeet is.

In Samuel 9:17 geeft de Heere Samuel een seintje wanneer Saul bij hem aan de poort komt, ‘zie dit is de man, van welken Ik u gezegd heb: deze zal over mijn volk heerschen.’  Samuel beveelt Saul met hem mee te gaan

‘ga op voor mijn aangezicht op de hoogte dat gijlieden heden met mij eet; zoo zal ik u morgen vroeg laten gaan, en alles wat in uw hart is zal ik u te kennen geven.

Want de ezelinnen aangaande, die gij heden den derden dag verlooren hebt, zet uw hart daar niet op , want zij zijn gevonden; en wiens zal zijn al het gewenschte dat in Israel is?

Is het niet uwe en des ganschen huizes uws vaders?

Machtig mooi, de terpkerk van Weidum, al meer dan 800 jaar duurzaam

De kleinste uit de kleinste stam wordt koning
Samuel doet Saul perplex staan, wanneer hij dus zegt dat hij zich over een paar ezels niet zorgen hoeft te maken. Omdat hij met zijn familie de eigenaar van alles wordt dat in Israel is. De reactie van Saul is typisch Bijbels, hij noemt zich als Benjamiet ‘de kleinste stam Israëls’, en daarbinnen is zijn familie ‘de kleinste van alle de geslachten van den stam Benjamins’….

Net als de parabel van het mosterdzaadje, het kleinste zaadje waaruit het grootste geloof op aarde zal voortkomen. De Bijbel zet je steeds op het verkeerde been, trekt je uit je beperkte menselijke voorstellingsvermogen.

Het kan onredelijk zijn om te zeer op ‘de rede’ te vertrouwen in een wereld die een mirakel is.

Samuel zalft in hoofdstuk 10 vervolgens Saul, en zijn bijzondere nieuwe status valt anderen op, wanneer hij volgens het profetische woord van Samuel door ‘eenen hoop Profeten van de hoogte afkomende’ wordt opgevangen. In Samuel 10:9 ‘veranderde hem God het hart in een ander’, en vervolgens ‘werd de geest des Heeren vaardig over hem, en hij profeteerde in het midden van hen’.

Net als bij de Richteren als Simsom zien we dus, hoe Saul als koning die bijzondere eigenschap krijgt. Militaire kracht door de ‘geest des heeren’.

In het Oude Testament betekent dit dan ook, dat de Richter en nu koning tot militaire wonderen in staat wordt. Verlossing in Oud Testamentische zin bij Israel is hier altijd een verlossing van de aanvallen van omringende vijandige volkeren.

Kerk Westerland torent uit

Demonstratie van natuurkrachten
Samuel roept de stammen van Israel bij elkaar, en presenteert ze hun koning, wat ze met gejuich ontvangen. ‘De Koning Leve’. Alleen de ‘Belialskinderen’ (Samuel 10:27) zeggen ‘Wat zoude ons deze verlossen? En zij verachten hem en brachten hem geen geschenk; doch hij was als doof.’

Vervolgens komt aan Saul meteen de uitdaging om militaire wonderen te verrichten. Nahas de Ammoniet belegert Jabes in Gilead, en wil dat alle mannen een oog laten uitsteken in ruil voor vrede.

Met een leger van wel driehonderd duizend Israëlieten en 30 duizend van de Stam van Juda verslaat Saul de Ammonieten. Daarop volgt dan voor het hele volk een redevoering van Samuel. Die herinnert ze er nog maar eens aan, dat ze De Heere gehoorzaam moeten zijn, want ‘zoo zal den hand des Heeren tegen U zijn, als tegen uwe vaders’.

Kerk en zadeldak Slochteren

Om zijn woorden kracht bij te zetten, geeft Samuel een demonstratie van de natuurkrachten die de Heere ter plekke los kan maken. Immers, zoals in de vorige aflevering al uitgelegd, De Heere vatte het verzoek om een menselijk koning op als een afwijzing van zijn gezag, een belediging: (1 Samuel 12:16)

Ook stelt u nu hier, en ziet die groote zaak die de Heere voor uwe oogen doen zal. Is het niet vandaag de tarweoogst? Ik zal tot den Heere roepen, en Hij zal donder en regen geven: zoo weet dan en ziet, dat uw kwaad groot is dat gij voor de oogen des Heeren gedaan hebt, dat gij eenen Koning voor u begeerd hebt.

Toen Samuel den Heere aanriep, zoo gaf de Heere donder en regen te dien dage: daarom vreesde al het volk zeer den Heere en Samuel, en al het volk zeide tot Samuel: Bid voor uwe knechten den Heere uwen God, dat wij niet sterven; want boven alle onze zonden hebben wij dit kwaad daartoe gedaan, dat wij voor ons eenen Koning begeerd hebben.

Het volk krijgt een nieuwe vermaning mee van Samuel.

‘Vreest niet, gij hebt dit kwaad al gedaan; doch wijkt niet van achter den Heere af, maar dient den Heere met uw gansche hart. En wijkt niet af; want gij zoudt de ijdelheden navolgen, die niet bevorderlijk zijn noch verlossen, want zij zijn ijdelheden.

Karel de Grote in raamwerk Abdijkerk van Prum. Van hieruit werden Friese kerken als die van Tzum gesticht…

Militaire zegetochten, met barst in glansrol
In de daarop volgende hoofdstukken speelt Saul met zijn zoon Jonathan een militaire glansrol. Hoewel je al tekenen krijgt, dat Saul niet DE koning zal zijn. Want hij laat zijn soldaten eden zweren, zoals dat ze niets mogen eten voor alle vijanden verslagen zijn (1 Samuel 14; 24):

‘Vervloekt zij de man die spijs eet tot aan den avond! opdat ik mij aan mijne vijanden wreke. Daarom proefde het gansche volk geen spijs.

Maar zijn eigen zoon Jonathan had dat bevel niet gehoord, die nipt wat honing. Tegelijk zie je dat Saul een eerste altaar laat bouwen, en Saul vraagt God

‘zal ik aftrekken, de Filistijnen na? Zult Gij ze in de hand Israëls overgeven? Doch Hij antwoordde hem niet te dien dage.

Saul komt nog meer over als roekeloze kluns die uit eigen inzicht wil handelen, omdat hij vervolgens zijn eerdere vervloeking herinnert. Hij meent dat God hem niet antwoordt, omdat iemand Saul’s eigen eed heeft gebroken.

‘zoo waarachtig als de Heere leeft, die Israel verlost, al ware het in mijnen zoon Jonathan, zoo zal hij den dood sterven!

Machtig, de Romaanse kerkramen

Saul laat uit naam van De Heere een lot werpen, om te zien wie de eed gebroken heeft en het volk gaat vrijuit. Dan blijven Saul en zijn zoon Johathan over, dus moet het lot tussen hem en zijn zoon geworpen, en ‘Jonathan wordt geraakt’. Het volk zelf moet dan Koning Saul corrigeren, omdat die beveelt dat zijn zoon gedood moet. ‘alzoo verloste het volk Jonathan (van zijn vader dus) opdat hij niet stief.’

Dan kan Saul alsnog aan een militaire campagne tegen de Filistijnen beginnen (Samuel 14:47)

Toen nam Saul het koninkrijk over Israel in, en hij streed rondom tegen alle zijne vijanden, tegen Moab en tegen de kinderen Ammons en tegen Edom en tegen de Koningen van Zoba en tegen de Filistijnen, en overal waarhij zich wendde oefende hij straf;

en hij handelde dapperlijk en hij sloeg de Amalekieten, en hij redde Israel uit de hand desgenen die hem beroofdde’

De Bietenoogst was binnen bij Westernijkerk Marrum

Falen in de opdracht, voorzegd in Exodus
Maar het mag al duidelijk zijn, dat Saul uit de gratie zal raken bij De Heere. De volgende opdracht die hij via Samuel krijgt, is om het gehele volk van de Amalekieten uit te roeien, ook hun vrouwen, kinderen en zuigelingen en al hun vee. Dat heet ‘de ban’.

Wat ik nog niet wist, is dat die opdracht volgt uit een gelofte die De Heere al tijdens de aanwezigheid van Mozes deed in Exodus.

Het gaat om de passage uit Exodus 17: 10-16. Onder de krijgsheer Jozua strijden de Israëlieten tegen de Amalekieten. Zolang Mozes zijn handen in de lucht houdt winnen ze. Zodra hij zijn handen laat zakken verliezen ze. Om de strijd gunstig te doen verlopen, steunen Aaron en Hur Mozes zijn handen als ze vermoeid raken van het omhoog houden.

Alzoo dat Jozua Amalek en zijn volk krenkte door de scherpte des zwaards. Toen zeide de Heere tot Mozes; Schrijf dit ter gedachtenisse in een boek, en legt het in de ooren van Jozua dat Ik de gedachtenis van Amalek geheel uitdelgen zal van onder den hemel.

De Heere heeft een olifantsgeheugen…

Saul is nu aangewezen om nu die rol te vervullen, maar hij schiet daarin tekort. Hij spaart het beste vee van de Amalekieten, handelt naar menselijk inzicht. Immers, doodzonde om al dat moois te verdelgen en te doen wegrotten.

Zo kun je het rondje om de kerk afleggen met een hogere omloopsnelheid, die bj de moderne tijd past

Saul wil het meenemen als oorlogsbuit om in een eredienst te offeren. Ook laat hij de koning van de Amalekieten, Agag, levend als gevangene meevoeren. Maar de grotere doodzonde, dat is ongehoorzaamheid aan God. Saul krijgt een reprimande van Samuel:

‘heeft de Heere lust aan brandofferen en slachtofferen, als aan het gehoorzamen van de stem des Heeren? Zie gehoorzamen is beter dan slachtoffer, opmerken dan het vette der rammen;

want wederspannigheid is eene zonde der tooverij en wederstreven is afgoderij en beeldendienst: omdat gij des Heeren woord verworpen hebt, zoo heeft Hij u verworpen dat gij geen Koning zult zijn.

Het kerkje van Swichum

Hij die geen berouw kent krijgt berouw
Saul vraagt om vergeving aan Samuel en vraagt met hem mee te gaan in gebed. Maar dat mag niet baten, want ‘De Heere’ heeft hem verworpen. Samuel rukt een slip van zijn mantel en stelt

‘De Heere heeft heden het koninkrijk Israels van u afgescheurd, en heeft het uwen naaste gegeven, die beter is dan gij. En ook liegt Hij, die de overwinning Israel’s is niet; want Hij is geen mensch dat Hem iets berouwen zoude.

Uiteindelijk keren ze toch als tweetal samen terug, en Saul bidt. Hij volgt het bevel op van Samuel, de oude grijsaard om Agag voor hem te brengen. Met het zwaard van Saul houwt Samuel dan Agag in stukken, ‘voor het aangezicht des Heeren te Gilgal.

Daarna ging Samuel naar Rama,en Saul ging op naar zijn huis te Gibea Sauls, En Samuel zag Saul niet meer tot den dag zijns doods toe; en het berouwde den Heere dat Hij Saul tot Koning over Israel had gemaakt.

Het magnifieke Sint Petruskerkje van Jouswier aan de Zuider Ee

Die passage is opmerkelijk. Want eerst stelt Samuel nog dat God geen mens is die berouw kent. Maar vervolgens berouwt het de Heere dat hij Saul tot Koning maakte. Dus dat God zich kan vergissen, waarmee Hij dus ook Zijn eigen Almacht zou ondergraven.

Vergissen is menselijk, niet goddelijk.

Het berouwde God al eerder dat hij mensen had gemaakt, zodat hij de zondvloed losliet. Zo is ook het verhaal van het Paradijs, waarbij God had kunnen voorzien dat Adam met Eva verleid zou worden.

De antieke Statenbijbel, voortaan Iedere Zondag

Wat je hier uit af kan leiden, is dat de Bijbelse God vooral soeverein is. Het is geen natuurgod, in natuurwetten vastgenageld. Maar een Vrije Wil. Verder hoef ik het als nietig mens niet voor God op te nemen. Dat zie je wel bij mensen die de Bijbel meer willen vergeestelijken. De hovaardigheid alleen al, dat een mens het voor God moet opnemen.

Misschien is verbazing hier wel genoeg. We leren hier immers om niet op eigen inzicht te vertrouwen, hoewel dat veel redelijker lijkt. Maar het God-perspectief te respecteren.

Heb een goede zondag.

2 Replies to “‘…wederstreven is afgoderij en beeldendienst’ (1 Samuel 15)”

  1. There is a very dangerous pandemic virus…

    fermenting, replicating and hourdering…

    for centuries in the Netherlands.

    Injecting it self into society.

    Poisening people’s mind…

    Sucking wealth as the ultimate vampire…

    and no, it is not a bat.

    Now it is becoming into it’s final stages…

    It has to be vaccinated…

    And die…

    before 2030.

    Fortunately for society is has been located…

    into one family…

    and it needs to be contained, for now and ever.

    The virus name is not corona…

    or covid 19…

    or Sars-cov2.

    It’s name cannot be spoken…

    It’s number cannot be said…

    It’s location is a secret…

    but it has a colour…

    identified as hell fire…

    and it’s colour is Orange.

Laat een reactie achter aan Huub Franke Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *