Leren vliegen als een jonge albatros

..voorspoed bij de ene soort (mantelmeeuwen)

Boven het strand van het Oostvoornse meer beleeft Rypke Zeilmaker voor dit zaterdagverhaal zijn luchtdoop als deltavlieger bij een van de tien Nederlandse vliegscholen. Dit werd gepubliceerd in NRC Handelsblad (16-5-2004).

De kokmeeuw

Dankzij Boeing en het budgetvliegen kan iedereen de lucht in. Maar dit is niet bepaald de sensatie waar een deltavlieger op hoopt. Die wil, net als een grote vogel zelf zijn vleugels uitslaan en de vrijheid voelen.

“Boven de duinen kun je bij gunstige wind acht kilometer ver komen en soms uren in de lucht hangen”, vertelt Aernout Drijver. “Jew ziet de meeuwen op een warme dag boven het strand zweven op de opstijgende wind. Wij gaan daar dan tussen hangen, terwijl mensen beneden op het strand liggen.”

Drijver is cursusleider deltavliegen bij Randonaero Adventures, een van de tien Nederelandse zeilvliegclubs. Vanuit strandpaviljoen de Stormvogel aan hetr Oostvoornse meer geeft hij tweedaagse cursussen aan mensen die het liest meteen als een arend rond een berg zouden cirkelen en als een stipje aan de horizon verdwijnen.

Maar in de praktijk blijkt alleen al het eerste opstijgen geduld met het klimaat en veel vrije weekenden te vereisen.

Maasvlakte

De zeilvliegcursisten beginnen onderaan op het strand bij baggerdepot De Slufter. Les een bestaat uit het uitpakken van het vliegtuig- een activiteit die veel weg heeft van het opzetten van een tent. Zestien vierkante meter zeil krijgt met een aantal stokken en touwen langzaam de vorm van een vleugel. De touwen worden opgespannen aan de mast bovenop de vleugel. En even later ligt daar, als een gesneuvelde condor, de deltavlieger op het zand te wachten tot piloot en wind hem tot leven wekken.

Net als bij bergbeklimmers is het de gewoonte dat de vliegers elkaars ‘harnas’controleren. Als iemand vergeet zijn toestel na te kijken en hij wordt betrapt betekent dit een rondje drankjes. in deze sessie zou dat neerkomen op een goedkoop rondje.

Meeuwentrein en Jan van Gent volgen

Iets spannends
Er is maar een andere cursist, een ingenieur van Artsen zonder Grenzen die zegt voor het eerst in zijn leven een saaie kantoorbaan te hebben. Öm dat een jaar vol te houden moet ik in de weekenden wel iets spannends doen”.

Maar spannend is het voorlopig nog niet. Een beginner vliegt nauwelijks en is vooral aan hete ahardlopen. hij ervaart de helft van de tijd hoe onhandig een mens kan zijn met enkele meters kunstvleugel op zijn rug. Als de wind al vat krijgt op het toestel, tilt hij slechts heel even zijn voeten uit het natte zand om wat passen te maken als van een astronaut die uit een maanlander stapt. Dan verschijnen de schelpen en het zeewater en is het tijd om de luchtwandeling te stoppen.

“Het begin is veruit het meest vermoeiend”, zegt Drijver, die steeds met de vlieger richting zee mee rent om hem aanwijzingen te geven. “Als je het een keer kun hoef je noit meer zoveel inspanning te leveren.”

Veel vrije weekenden waaien voorbij voordat de tweede cursusdag zich aandient met het4 verlossende weerbericht, een Noordwestelijk windkrachtje vier en weinig neerslagkans. Voor deze omstandigheden leent zich een andere stek, de noordkant van de Maasvlakte naast de olieterminal, en als we aan komen rijden soart de eerste zeilvlieger al al hoopgevend boven het duin.

Kleine mantelmeeuwen

Een man met al wat bergervaring krijgt meteen vanaf het hoogste duin, ongeveer twintig meter, de wind onder zijn zeilvlieger. Meteen na afsprong probeert hij tegen de stijgwind in te draaien en als zwevend wordt hij boven het duin getild. Dan cirkelt hij in een halve looping naar beneden, terwijl Drijver hem via een walkietalkie landingsinstructies geeft,.

Ik start mijn aanloop op een beginnersduin van vijf meter hoog, en als een jonge albatros ren ik onwennig wind vangend richting zee. Plotseling loop ik niet meer. Een kracht buiten mij om tilt mijn lichaam op als een baby uit een badje, ik zweef en laat mijn benen hangen.

Even neemt de euforie bezit van mijn stembanden, dan verstoort de werkelijkheid van de snel naderende zee de roes. Waggelend en onhandig kom ik neer met natte gymschoenen en een voldane grijns op mijn gezicht. Enkele seconden langer, kan mijn luchtdoop niet geduurd hebben, als ik mijn medebeginners vergelijkbare vluchtjes zie maken.

Tijd om weer het duin op te klimmen voor de volgende sprong.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *