‘Cederen uit de Libanon’… (1 Koningen 5)

De Libanon-ceder

Op de zondag geen profane boodschappen. Dan lezen we uit de Heilige Schrift. Vandaag in 1 Koningen komen we Salomo tegen, die niet alleen drieduizend spreuken zou hebben opgetekend als wijs man, maar ook meer dan duizend liederen.

Het Bijbelboek Prediker (“alles is ijdelheid’) wordt ook aan hem toegeschreven. Nadat Salomo afgelopen preek middels zijn kampbeul Benaja met de concurrentie afrekende, is het nu tijd om de tempel te bouwen met ‘heilige der heiligen’.

Nieuw Bijbelboek voor komende Schrift-lezingen

Besneden Borderline-Poezie (de Psalmen van David)
Afgelopen weken zetten we ons iedere preek weer schrap voor de misdaden tegen de menselijkheid die de Joodse krijgsheer David beging in de Samuel-Bijbelboeken. Hij was de model-Koning met zijn directe lijntje richting de HEERE, die dan vooral zijn kant toont van oorlogsgod.

Hoezeer David in de gunst valt bij De Heere, wordt vooral in verband gebracht met het militaire succes dat hij zou hebben gehad. Er is immers ook geen directere exit uit ‘Het Leven’ dan uitgeroeid worden door je vijanden.

Denk aan alle volken die dat lot al is overkomen.

De Pruisen- een Slavische stam- werden door Duitse kruisridders uitgeroeid, waarna zij zelf de naam adopteerden. Van de Shetland-eilanden werden alle Picten door de Vikingen uit Noorwegen uitgeroeid. Zodat ze daar een Noors dialect spraken, en allen Viking-DNA hebben.

De Angelen en Saksen verdrongen de Britten, zodat Groot Britannie Angelsaksisch werd. Alleen in de West-marge bleven die Kelten wat Gaelic praten.

Prediker zegt in de Bijbel het zelfde, wordt toegeschreven aan Salomo

Dus als je de vijand preventief ruimt, blijf je zelf leven en je kunt tegelijk nog hun bezittingen brandschatten, hun vrouwen en kinderen tot slaaf maken. De Bijbel is hier niets verhullend.

Wie ooit eens nauwgezet de vlag van Israel bestudeerde ziet de Davidster tussen twee blauwe lijntjes. Die staat voor hun territoriale claim tussen Nijl en Tigris. Zo groot zou het oude Israel-rijk ergens in 800-1000 jaar voor de jaartelling zijn geweest, dus onder de zoon van David, Salomo.

Aan David worden de meeste Psalmen toegedicht, die je oneerbiedig kunt kenschetsen als besneden borderline-poezie. Dan is hij weer bang, boos en ‘zum toten betrubt’, en het volgende moment jubelt hij alweer richting De Heere, die zijn herder is, of hij wenst de gruweldood van zijn vijanden.

Hoe David ‘een man naar God’s hart’ kon zijn ontgaat je dan wel eens. Maar dat komt voor een groot deel door je moderne perspectief, zo ontdekte ik afgelopen 10 jaar. Herken dat moderne filter waarmee je leest en oordeelt, en plots kan de Bijbel dan weer tot je spreken. Waar het anders een dode letter werd.

….een volk dat voor onrechtvaardige tirannen zwicht… Met een rechtvaardige koning is niets mis, ze worden on-Bijbels als ze God en zijn Rechtvaardigheid niet op 1 zetten. En dan vallen ze ook

God, een biografie
Als je regelmatig leest dat De Heere in het Oude Testament ‘berouw’ krijgt van zijn wandaden tegen de menselijkheid, zoals David verleiden tot volkstelling, zie je ook een karakterontwikkeling. Of het moet gewoon zijn dat Hij die kant toont, waarvoor mensen dan ontvankelijk zijn. De Hemelse Vader waar Jezus van spreekt oogt anders dan die oorlogsgod uit het Oude Testament.

Het was Jack Miles, die in ‘God, a Biography’ die karakterontwikkeling schetste.

De Bijbel dwingt je dus om je eigen perspectief weer aan te passen. Want zoals we leerden bega je – al veroordelend;  ‘wij zijn nu zoveel hoogstaander’ – de fout die ‘hoogmoed’ heet. Je bent zelf geen haar beter, ook niet al die duizenden jaren later.

In de natuurstaat geldt ‘eten of gegeten worden’…

Je bent (tijdelijk) welvarender dan mensen in de ijzertijd daar in de woestijn. Dus word je niet permanent uitgedaagd tot overleven, en zo heb je de luxe om lief te zijn. Vijfenzeventig jaar terug nog werden hier op Europese bodem nog de zelfde misdaden gepleegd, ook door de geallieerden met hun Holocaust op Dresden (brandbommen), de atoombommen op Nagasaki en Hiroshima.

De Genadekapel, Heiloo

Daarom ook de hier ontvouwde slagzin: Vrome mensen hoeven niet naar de kerk, noch hoeven zij te bidden, die geloven al in zichzelf. Wie gelooft in ‘het goede van mensen’ zegt ‘ik geloof dat ik zelf goed ben’.

Waar de Heere een broertje dood aan heeft en echt boos over wordt, dat is wanneer David nep wordt, onecht, begint te huichelen en liegen.

When a man lies, he murders some part of the world. Geloof in je eigen goedheid, is het deksel op je neus. Plots kun je dan de realiteit niet meer zien, je ziet enkel wat je WILT zien en bent niet voor het tegendeel ontvankelijk.

In de moderne tijd zijn mensen zo al ‘hevig ontdaan’ wanneer ze harde woorden horen. Ik ben daarvoor al gearresteerd en de cel in gesmeten.In een tijdperk van welvaart op de pof, dat een anomalie in de geschiedenis was, worden vanzelf ‘gedachten’ en ‘woorden’ tot misdaad.

Omdat mensen niets gewend zijn, en met het moderne bijgeloof gezegend zijn: geloof in jezelf.

Anno 1930

When the shit hits the van…
De trekken die De Heere veroordeelt, dat zijn de karaktertrekken die een zwakke leider zouden verraden. Iemand waar je in crisistijd ook niets aan hebt. De regel ‘when the shit hit’s te van, it’s what seperates the boys from the men’…

Wat zou je doen wanneer een Robert M-figuur uit de VVD-nichtenstal je (klein)kinderen molesteert en je staat er bij.

Blijf je er dan wat naar staren, of ‘foei ik bel de politie’ roepen, of maak je er op middeleeuwse wijze korte metten mee om die floppies te beschermen?  Zou je daar ook toe in staat zijn. Ook als dat je eigen eindige leven kost? Die oerkrachten zijn er niet voor Jan L. in geplant. Een man moet beschermen kunnen.

Vanuit een luxe positie geredeneerd is iedereen een heilige. Vroomheid is dan ‘liegen tegen jezelf’, of de juist genoemde moderne variant ‘geloof’ in jezelf.

Hamburger Hallig gisteren

Ik ben helemaal niets hoera
Als het op geloof in ‘mezelf’ aankomt ben ik een heidense afvallige. Hoe vaak heb ik al niet een ‘mening’ opzij gegooid, omdat die onwaar bleek. Je bent zelf vaak wat je in andere mensen het meeste tegenstaat.

Geef dus ook geen vals getuigenis tegen jezelf. Ik ben ook geen ‘gelovige’ gedefinieerd als ‘dat wat onzin is en aantoonbaar onwaar’. Geloof is een houding naar Het Leven, niet ‘het voor waar nemen van onzin’. Waarom zou je onzin voor waar houden..

Noch ben ik vroom en of ik van God (Het Leven, alle goede en kwade) hou, het eerste gebod nota bene. Dat is nogal voorwaardelijk. Wanneer alles mee zit, je bent gezond van lijf en leden: dan kan iedereen gelovig zijn, in de zin van ‘je vermeende vroomheid/goedheid etaleren’.

Dan kun je ook op de morele hoogzit plaatsnemen.

In het Oude Testament bestond de PvdA nog niet. Daarvoor was er nog geen gratis welvaart genoeg, die als manna uit de hemel regent van de god der goddelozen: Vadertje Staat. De entiteit, die onbeperkt krediet kreeg van de heerser der wereld, omdat die zelf krediet uit niets mag maken.

En door aardgasbaten kon de multiculti-illusie in de lucht gehouden worden, tot zelf-etalage der deugmensen die geen bal om die mensen geven. PvdA-of-erger geeft enkel en alleen uitsluitend om zichzelf, en dat ‘milieu’ kan ze al even zeer gestolen. Ja OK, in woorden, maar wat zijn woorden: lucht.

Zadeldakje in het Noord Friese Doogebel (Dagebull) gisteren. Het Huis van Zijn Naam

JHWH heeft van kamperen zijn bekomst
Dus geef ons dan maar het realisme van het Oude Testament. Toen waren mensen nog niet zo bijgelovig, dat ze in ‘de overheid’ geloofden of zelfs in zichzelf. Mensen leven hier in de natuurstaat, vijanden loeren op hen.

Honger is altijd maar 1 misoogst ver weg. In die tijd zijn de verhalen geschreven.

David was nog te druk met het afrekenen met al zijn vijanden, zodat hij niet aan tempelbouw toekwam. Maar zijn zoon Salomo zou dat klusje klaren. Zo krijgt de god die je niet kunt/mag afbeelden, dus waarvan je geen karikatuur mag maken, dan eindelijk zijn eigen Huis.

Hier zie je dus dat de Heere uit de Oud Testamentische traditie een ander type god is dan al die andere goden, die verlangens en angsten van mensen afbeelden. Hij is het ‘geweten onbekende’, Ik Ben die Ik Ben (I Am…) al het Zijnde dat buiten je beperkte voorstellingsvermogen valt.

De antieke Statenbijbel, voortaan Iedere Zondag

En dat is nogal wat. Zodra je God een omheining geeft ontglipt Hij er weer aan. Net als Het Leven zelf, je begrijpt er nooit helemaal iets van.

Maar zo’n Tempel, dat leek JHWH wel weer wat. Je kunt als God wel wat in een tent met heilige der heiligen wonen, maar dat is toch een beetje als het rijden in een Daihatsu Cuore. Of zo’n Opel Agila-1.2 droptrommeltje voor treuzelende bejaarden die al een kilometer voor de rotonde beginnen met afremmen.

Doe dan een dikke vette benzine slurpende Bentley, fuck die ‘energietransitie’, Runter fom Gas!

Wanneer ik JHWH was geweest, doe mij dan ook maar mooi vakwerk. Kamperen heeft nooit kunnen bekoren. Op zo’n keihard Yogamatje liggen, steeds dat gerits van tentsluitingen en geritsel van zakjes.

Net als bij ons, maar dan 500 kilometer verderop..

Huis voor mijn Naam
De Bijbel verhaalt echter dat de NAAM van de Heere een eigen huis krijgt. Of ‘Hij’ daar fysiek in zou wonen, is nog geen uitgemaakte zaak. Dat zou ook niet kunnen, want als je ergens in huist, ben je begrensd, beperkt tot dat hele kleine stukje aarde.

En we kennen nog de passage ‘in de wind was God niet’. Combineer dat met de Oud Testamentische traditie, waarin ‘Het Woord’ als kracht centraal staat. En dan is het dus eigenlijk heel logisch dat de Tempel dus een huis wordt van Zijn Naam (reputatie):

Van het Zijn zelf, dat alles omringt.

1 Koningen 5 verhaalt hoe Hiram de Koning van Tyrus (Noord-Filistijnse stadstaat) ‘zijn knechten zond tot Salomo.’ Om Salomo te paaien belooft hij hem het beste bouwhout dat Libanon te bieden heeft.

Daarna zond Salomo tot Hiram, zeggende:

Gij weet dat mijn vader David den naam des Heeren zijn Gods niet kon een Huis bouwen, vanwege den oorlog waarmede zij hem omsingelden, totdat de Heere hen onder zijne voetzolen gaf.

Maar nu heeft de Heere mijn God mij van rondom rust gegeven: daar is geen tegenpartijder en geene bejegening van kwaad. En zie, ik denk voor den naam des Heeren mijn Gods een Huis te bouwen,gelijk als de Heere gesproken heeft tot mijnen vader David zeggende:

Uw zoon dien Ik in uw plaats op uwen troon zetten zal, die zal mijnen naam dat Huis bouwen.

Zoo bebied nu dat men mij cederen uit den Libanon houwe: en mijne knechten zullen met uwe knechten zijn, en het loon uwer knechten zal ik u geven, naar al dat gij zeggen zult; want gij weet hout te houwen gelijk te Sidoniers.

De Libanon-Ceder

Vervolgens gaan ze met wel 30 duizend man bos kappen in het Libanon-gebergte en steen houwen. Nu zouden ze bos kappen om dat tegen miljardensubsidies in biomassacentrales te verbranden, om zo de klimaatgoden offers te brengen.

Toen deden ze er nog wat nuttigs mee: een tempel bouwen die de loop van de wereldgeschiedenis tot de dag van vandaag zou sturen.

In Nederland staat tenminste 1 zo’n Ceder van de Libanon. Die kun je bij de Hortus in Leiden zien, de plantentempel van Nederland. Ook meer dan een bezoekje waard. God’s zegen gewenst en heb een goede zondag.

One Reply to “‘Cederen uit de Libanon’… (1 Koningen 5)”

Laat een reactie achter aan Mathilda Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *