‘Zelfs mijn verwanten staan van verre’ (Psalm 38)

Mooie Friezenkop

De Psalm voor deze dag vanuit De Abdij van Langweer is een boetepsalm, nummer 38. Gisteren kwam spontaan een lezer van Interessante Tijden op bezoek met fles whisky als kado. Een Friese vader van vijf kinderen, getekend door het leven. Die zette ik even op de foto als kandidaat voor mijn album over de natuur van Friezen. Leven op aarde kan een hel zijn, maar je kunt door God letterlijk gered worden. Dat heeft ondergetekende ook zo ervaren.

De Abdij van Langweer

‘Alleen vrome mensen hoeven niet te bidden. Die geloven al in zichzelf’, zo luidt het motto van De Abdij. Dus vandaag Psalm 38, want ik geloof niet in ‘mezelf’ en mijn mening kan me gestolen als die onwaar is.

Zo gaat ook Psalm 38, wanneer hij opent

‘Here straf mij niet in uw toorn, kastijd mij niet in uw grimmigheid’

We lezen hoe de Psalmist door de hel gaat:

‘niets is meer gezond aan mijn vlees door uw gramschap’

En verder op

Ik brul het uit vanwege het bonzen van mijn hart

En

zelfs het licht van mijn ogen moet ik missen.

Mijn vrienden en bekenden staan afzijdig van mijn plaag, zelfs mijn verwanten staan van verre

Een mooie getekende Friezen-kop

De Psalmist doet, wat moderne mensen nooit doen: eerst bij zichzelf de balk zoeken voor hij anderen van de splinter beschuldigt. Zolang je zelf in een gevallen wereld leeft en geen heilige bent, dan kan het kwade op je aangrijpen. Was het niet dat liedje van de Pet Shop Boys:

What have I done to deserve this.

De laatste versregels zullen ook op ons van toepassing zijn, wanneer het Kaag-Rutte-kabinet met staatsgeweld alle (media)oppositie opruimt, en onze broeders in het goede vervolgens als Untermensch in hun media afschildert, als wappie die dat verdiende.

Zodat ook naasten en verwanten die deze media consumeren ergens gaan denken ‘hij zal het wel verdiend hebben’:

Ja ik dreig te struikelen, en mijn smart staat mij bestendig voor ogen;

want ik beleid mijn ongerechtigheid, ik ben bekommerd vanwege mijn zonde.

Mijn vijanden echter leven, zij zijn machtig, talrijk zijn zij die mij trouweloos haten,

zij die mij kwaad voor goed vergelden en mij wederstaan omdat ik het goede najaag,

Here verlaat mij niet, mijn God, wees niet verre van mij! Haast U, mij ter hulpe, Here mijn heil.

Je moet geestelijk al eens door de hel gewandeld hebben, om de diepte hiervan te begrijpen. Wie nooit iets meemaakte weet niet wat de Psalmist hier zegt.

Die vloek van toen kan uiteindelijk je zegen worden, alsof God als oorzaak van Het Leven het gebruikte om een betere versie van jezelf te worden. Maar wanneer je er midden in zit, dan pffffffff. Hoe dan ook: het kwaad kan op je aangrijpen, omdat je ook zelf niet zonder zonde bent.

Die constatering leek mij in de Bijbelse traditie te staan.

2 Replies to “‘Zelfs mijn verwanten staan van verre’ (Psalm 38)”

  1. Mooi! Vooral in relatie met voorgaande blog.
    Gôh! Ik weet nog dat ik zo’n twaalf of misschien wel dertien jaar geleden voor het eerst een blog van jou las, op de Dagelijkse Standaard. Daar deed Joshua Livestro toen een experiment, dat je blogs mocht schrijven die hij dan wel of niet prominent op de site zette. Jouw verhaal ging over animisme en pantheïsme en vond ik toen al meteen fascinerend!

Laat een reactie achter aan Remco Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *