‘Ik was verstomd, sprakeloos’…. (Psalm 39)

De Abdij van Langweer

De Psalm voor deze dag vanuit De Abdij van Langweer is Psalm 39, een gebed aan het Job-verhaal verwant, waarin de door Het Leven/God gekwelde dichter erkent dat hij voor God helemaal niets is, niets heeft in te brengen en zich maar moet overgeven.

Abdij Sint Maurits van Clervaux

‘Wie al vroom is hoeft niet te bidden, die gelooft al in zichzelf’, zo luidt de lijfspreuk van De Abdij. We zijn hier zo eerlijk mogelijk over wat ‘geloof’ wel en niet kan betekenen. Hoeveel mensen zijn er op aarde al door een hel gegaan, zich afvragend waarom God het onrecht toelaat.

(De Theodicee is dat)

Waarna er enkel stilte overbleef, alsof je tegen het lege heelal aan kletst. Zodat Youri Gagarin na zijn ruimtewandeling kon zeggen ‘Nje Bokh’

Het gevoel dat hieruit voortkomt moet een dankbaar item voor godsverlating zijn, dat mensen denken ‘Putjeschepper, bekijk het maar’, we doen alles zelf wel.

Abdij van Echternach

Jobs-tijding
In de Bijbelse traditie kan de mens zich tegenover God uitspreken van ‘wat lapt Gij mij nou’, alsof je advocaat van jezelf kunt zijn. Niet voor niets betekent Isra-el ook ‘worstelen met God’.

Al lijkt dat veel op een proces tegen de moderne overheid met haar Avondklok, die zichzelf ook altijd gelijk geeft. Maar ook dan kun je het niet laten je uit te spreken over het onrecht dat je wordt aangedaan:

Ik was verstomd, sprakeloos, ik zweeg verstoken van het goede;

maar mijn smart werd heviger, mijn hart gloeide in mijn binnenste,

bij mijn verzuchting laaide vuur op, ik sprak met mijn tong

Laat mij Here mijn einde kennen, en welke de maat van mijn dagen is;

Laat mij weten hoe vergankelijk ik ben

Abdij met ‘ommuurde tuin’ = het Paradijs

Wat voor lust kan God er aan hebben om de beperkte levenstijd die mensen hebben met kwellingen te vullen, zo beroerd zijn we als mensen toch ook weer niet… We zien immers dat ziekte, ellende juist de goede mensen kan overkomen.

Krijt Jezus in 1 van de Evangelien aan het kruis ook niet Psalm 22: ‘mijn god waarom hebt U mij verlaten’…

God heeft zo makkelijk lullen vanuit zijn hemel, althans: voordat de Vader zich via de Zoon zelf de hel liet voelen die mensen op aarde kunnen ervaren. De Psalmist weet dat alleen God zijn ellende kan wegnemen, maar krijt bijna sarcastisch uit:

Hoor mijn gebed, Here, en neem mijn hulpgeroep ter ore, zwijg niet bij mijn geween

want ik ben een vreemdeling (gast RZ) bij U, een bijwoner gelijk al mijn vaderen

Wend uw blik van mij af, opdat ik mij wederom verblijde, eer dat ik heenga en niet meer ben.

Abdijkerk van Rochefort

Wat voor lust kan God aan het leed van mensen hebben, zo getuigt ook Job (10: 3)

Brengt het U voordeel dat Gij verdrukt, dat Gij verwerpt het gewrocht uwer handen

en over de raad der goddelozen licht laat stralen

En in Job 10:20 zien we de zelfde regel als het eindvers van Psalm 39

Zijn de dagen mijns levens niet weinige? Laat van mij af, opdat ik een weinig vreugde beleve

Oftewel: lazer op, ik probeer het zelf wel…Wie kent dat gevoel niet? Er is dus geen eerlijker boek over geloof dan de Bijbel zelf.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *