‘Wie vreugde vinden in mijn onheil’ (Psalm 70)

De tuin van de Abdij van Orval, als voorafspiegeling van het Paradijs

De Psalm van de maandag vanuit de Abdij is nummer 70, en ook deze is weer zeer toepasselijk nu ik naast de 4 door OM-officier Van der Heijden bijeengezochte juridische pesterijen (Belediging) waarvoor ik 28 april op het Politiebureau in Joure moet verschijnen, ook nog een andere pesterij van de afdeling staatsterreur (vroeger: ‘de politie) op de deurmat vond. Ik moet ook nog op het bureau in Leeuwarden verschijnen op 8 mei voor een ‘belediging’ die ik gepleegd zou hebben in Leeuwarden op 21 maart.

Wat een eer dat Ortskommandant Sybrand von Haersma Buma zijn Taalpolitie mij zo belangrijk vindt. Aan hen draag ik Psalm 70 op, al die gekwetste kleine kinder-ego’s die nu met misbruik van het rechtssysteem over mijn rug hun gram willen halen:

Haast U, o God, om mij te redden;
HEERE, kom mij spoedig te hulp.

Laat beschaamd en rood van schaamte worden
wie mij naar het leven staan;
laat terugwijken en te schande worden
wie vreugde vinden in mijn onheil.

Laat als loon voor hun smaad terugkeren
wie zeggen: Haha!

Laat in U vrolijk en verblijd zijn
allen die U zoeken;
laat wie Uw heil liefhebben, voortdurend zeggen:
Laat God groot gemaakt worden!

Maar ik ben ellendig en arm;
o God, kom spoedig tot mij.
U bent mijn Hulp en mijn Bevrijder.
HEERE, wacht niet langer!

Mijn dank aan iedereen die kaarten stuurde ter bemoediging, en de brenger van de fles whisky voor de buurman, broeder van De Abdij, die zo behulpzaam is geweest. Nu leer je ook de goede mensen kennen! Wat ‘justitie’ betreft: is alle werkelijke criminaliteit (inbraak, verkrachting, diefstal, enz) al opgelost, dat jullie als Taalpolitie plots zo’n prioriteit hechten aan mijn woordkunsten?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *