‘Wat kan een mens mij doen’ (Psalm 118)

Friese kampvechters in kerk

De Psalm van de dag vanuit De Abdij van Langweer is nummer 118, een uiting van de moed die een gezond geloof kan geven, en dan vooral in militaire zin. ‘In de naam van de Heere heb ik ze neergehouwen’ laat weinig ruimte voor andere interpretatie, over hoe je vijanden behandelt. De ‘andere wang’ van Jezus Christus is in het Oude Testament nog onbekend.

Uit de benauwdheid heb ik tot de HEERE geroepen,
de HEERE heeft mij verhoord en in de ruimte gezet.

De HEERE is bij mij, ik ben niet bevreesd.
Wat kan een mens mij doen?

De HEERE is bij mij, te midden van wie mij helpen,
daarom zie ík neer op wie mij haten.

Het is beter tot de HEERE de toevlucht te nemen
dan op de mensen te vertrouwen.

Het is beter tot de HEERE de toevlucht te nemen
dan op edelen te vertrouwen.

Alle heidenvolken hadden mij omringd;
in de Naam van de HEERE heb ik ze neergehouwen!

Zij hadden mij omringd, ja, zij hadden mij omringd;
in de Naam van de HEERE heb ik ze neergehouwen!

Zij hadden mij omringd als bijen,
zij zijn uitgedoofd als een doornenvuur;
in de Naam van de HEERE heb ik ze neergehouwen!

Kerk van Westerwijtwerd in Gronings Friesland

Het ‘in de Naam van de HEERE’ handelen is niet dat je uit Zijn Naam je eigen daden rechtvaardigt. Het betekent dat het uitspreken van de Naam de kracht en moed gaf om in een vreeswekkende situatie te handelen. Niets is zo vreeswekkend als tussen mensen staan die klaar staan je het leven te benemen, oorlog dus.

Soldaten in de loopgraven in de Eerste Wereldoorlog scheten ook letterlijk in hun broek van angst. Er was geen lichaamsdeel dat niet te maken kreeg met de indringing van een kogel. Je hebt ook nergens zoveel kans om net aan de dood te ontsnappen als in een ‘theatre of war’. Dat de granaat niet jouw treft maar je buurman.

Dus dan kun je zo verder dichten:

Ik zal niet sterven maar leven,
en ik zal de werken van de HEERE vertellen.

De HEERE heeft mij wel zwaar gestraft,
maar aan de dood heeft Hij mij niet overgegeven.

Doe de poorten van de gerechtigheid voor mij open,
daardoor zal ik binnengaan, ik zal de HEERE loven.

Dit is de poort van de HEERE,
daar zullen de rechtvaardigen door binnengaan.

Ik zal U loven, omdat U mij verhoord hebt
en mij tot heil geweest bent.

De steen die de bouwers verworpen hadden,
is tot een hoeksteen geworden.

De Sint Nicolaaskerk van Blija

En dan eindig je met een zinsnede die iedere Coffeeshop-bezoeker kent van de muziek van Bob Marley: the stone that the builder refused… de Psalm refereert zo aan een beleving van de realiteit die veel intenser is dan bij mij als schrijver nu, en bij U als lezer. Ik heb net een bak koffie op, ben nog wat slaperig in het hoofd.

Het laatste waar ik nu aan denk is om uit naam van De Heere wat vijanden neer te houwen. Eerst nog maar een bak koffie, ‘foar de kofje net eamelje’. Maar het is alvast goed te herinneren dat deze belevingswijze, leven op de piek van je zintuigen een realiteit in het menselijk bestaan kan zijn. Juist omdat je het grootste deel van het moderne leven in de slaapstand staat.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *