‘Hij geneest de gebrokenen van hart’ (Psalm 147)

1,5 meter = onbeperkt naar willekeur in te stellen samenscholingsverbod, de Liefde van Grote Broer

De Psalm van de dag van de March for Freedom is nummer 147. Daarin somt de Psalmist een hele reeks eigenschappen op van de Heere die hem en zijn Verbondsvolk van Ubermenschen boven de rest doen uitsteken. Als Hij ‘de gebrokenen van hart’ geneest, dan slaat dat dus louter op de mensen die hij voortrekt boven anderen, wat immers de betekenis ook was van ‘goedertierenheid’: partijdigheid. Sommige mensen wel, anderen niet.

Want ‘de goddelozen vernedert hij tot de grond toe’, en de ‘goddelozen’ zijn hier (Oude Testament) ‘allen die niet tot de 12 stammen van Israel behoren’…

Dat mag onvriendelijk klinken, niet ‘inclusief’ maar je mag best aan wat eigenschappen en eisen voldoen, voor je tot een exclusieve club wordt toegelaten. Of beter gezegd ‘geroepen’ wordt, zoals Abram tot Abraham zou worden omdat hij werd uitgekozen.

Dat selectieve geldt voor de vrijmetselaars met hun wereldeenheid-religie immers ook. Iedereen wil uiteindelijk tot een exclusieve groep behoren, en iedereen wil uiteindelijk 1 iemand voor zichzelf:

Halleluja!
Het is immers goed om voor onze God psalmen te zingen,
want dat is lieflijk.
Hem past een lofzang!

De HEERE bouwt Jeruzalem weer op,
Hij verzamelt Israëls verdrevenen.

Hij geneest de gebrokenen van hart,
Hij verbindt hen in hun leed.

Hij telt het aantal sterren,
Hij noemt ze alle bij hun naam.

Onze Heere is groot en geweldig in kracht,
Zijn inzicht is onmetelijk.
De HEERE houdt de zachtmoedigen staande,
de goddelozen vernedert Hij, tot de grond toe.

Willekeurig mensen uit het publiek vissen en die arresteren

Als hier staat dat hij Israel’s verdrevenen weer verzamelt, dan slaat dat ook op de 10 stammen die ‘verloren’ gingen na ballingschap in Assyrie. Die ‘assimileerden’ zoals dat heet. Terwijl de twee stammen Juda en Benjamin juist overal apart bleven en zich ‘Joods’ gingen noemen naar de stam van Juda.

Romeins Keizer Hadrianus zou hen opnieuw Israel uit gooien en dat land Palestina gaan noemen. Zo leefden zij langer buiten Israel (133-1948) dan ze er ooit binnen leefden, als luis in de pels van andere volkeren. Het belang van profetie zoals in deze Psalm is dat de tijd zo een doel krijgt.

Alles gebeurt niet zomaar vanzelf in een eindeloze cyclus. De tijd ontwikkelt zich richting een doel, een heilsverwachting. Dus moet het nu wel een bijzondere tijd zijn, wanneer de verdrevenen weer naar hun land en stad zijn teruggekeerd, en de mars naar werelddictatuur onder ‘die merk van die bees’ verloopt zoals in de Openbaring 13 van Johannes staat.

Bij christenen is de Messias al gekomen, hij moet alleen nog een keer terugkeren. Bij de Judeers niet. De laatste maal dat zij in groten getale geloofden dat die was gekomen, was bij de opkomst van Zabattai Tsjevi in 1666.

Laat mensen aan de leugen verdienen, en hij houdt zichzelf in stand.

Je hoopt ergens dat dit getheologiseer allemaal de vrucht van inbeelding is, dagelijks hou je die mogelijkheid open in je denken en handelen. Dat het ‘eigenlijk’ stiekem onzin is, hersenspinsels zijn van het zinzoekende mensdom zoals die er in de historie zovele waren. De Droomtijd van de Aboriginals of Wodan van de Germanen, waarom zouden die onzin zijn en dit gepraat over De Heere met zijn uitverkoren volk niet.

Dan gaat de tijd en wereld nergens naar toe. Dan hoef je ook geen rekenschap af te leggen, en kun je gewoon leven zonder bekommernis. De kosmische strijd tussen Goed en Kwaad die in het Perzische geloof rond de godheid Ahura Mazda al werd omschreven, net als Star Wars en Lord of the Rings, die lost dan op in het niets.

Er zijn slechts nog ‘belangen’. Een naief mensbeeld doet dan tijdelijk overal groepjes idealisten opstaan, tot die in conflict/meningsverschil uit elkaar vallen.

Dan leef je tot je van alles verzadigd bent, je kunt uitstappen wanneer ’t je uitkomt, mensen kunnen zelf over leven en dood beschikken, de grondslag voor Goed en Kwaad vervalt. Bij meer gevoelige mensen kan dit de belevenis van een duistere afgrond oproepen, het Grote Niets dat als een zwart gat zich opent.

Immers, waar blijft dan de notie van rechtvaardigheid? Zal Hugo ‘Mengele’ de Jonge geen rekenschap hoeven geven voor zijn misdaden tegen de menselijkheid? Er is dus meer nodig dan een vage notie van godsbesef. Je hebt voor rechtvaardigheid een God als Grond nodig die in de historie werkt, zoals in de Bijbel omschreven.

Het samenscholingsverbod geldt overal

De Psalm sluit alvast af met een claim op exclusiviteit:

Hij verzadigt u met het beste van de tarwe.
Hij zendt Zijn bevel naar de aarde:

Zijn woord loopt zeer snel.
Hij geeft sneeuw als wol,
Hij strooit rijp uit als as.

Hij werpt Zijn ijs als stukken;
wie is bestand tegen Zijn koude?

Hij zendt Zijn woord en doet dat alles smelten,
Hij doet Zijn wind waaien, de wateren stromen.

Hij maakt Jakob Zijn woorden bekend,
Israël Zijn verordeningen en Zijn bepalingen.

Zo heeft Hij voor geen enkel ander volk gedaan;
die kennen Zijn bepalingen niet.

En je moet dat dan maar aannemen, omdat anders ook de rest in elkaar dondert. Dus dan is geloof ook dit: plichtsbetrachting. Je moet wel, niet beslist omdat je het leuk vindt of daar zin in hebt.

One Reply to “‘Hij geneest de gebrokenen van hart’ (Psalm 147)”

Laat een reactie achter aan Jelle Sopstra Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *