In het vorige leven was ik een Eikel…

New Forest. Lyndhurst

In dit zaterdagse archiefverhaal duikelen we een aantal foto’s op van HET lustobject voor Arbo-erotici (bomenknuffelaars in hogere versnelling), Quercus robur, bij u wel bekend als ‘de eik’, beter nog Zomereik, omdat je net als wintertarwe ook nog een Wintereik hebt. Het verschil tussen beide is aan de bladsteel te zien.

New Forest, jachtreservaat William the Conqueror

Verder doet het er wat mij betreft zo vreselijk niet toe: als ze maar kronkelende takken hebben als een soort naar de hemel grijpende wortels die CO2 willen slorpen, als ze die rimpelbast maar hebben van eikenkurk. En als ze maar eeuwen oud kunnen worden. De meest favoriete Eikenfoto met een soort ‘unicorn’ (Eenhoorn) er naast, maakten we in New Forest bij Lyndhurst.

Men zegt wel dat Ygdrassil, de levensboom bij de Germanen een Es moet zijn. Die zou het hemelgewelf ondersteunen. My Ass. Misschien heb ik in mijn leven wel te weinig volgroeide Essen gezien, om er als Arbo-eroticus het zelfde in te kunnen zien als in de Eik, dat Ygdrassil-gehalte.

Essenhout mag hard en flexibel zijn, goed voor stelen van gereedschap als je schep. Ook Kung Fu stokken zijn van essenhout. Maak je er 1 van eikenhout dan breekt deze door de slag-energie, terwijl een es nog een beetje meebuigt.

Eeuwenoude eiken…

De eik haar hout is ook inheems hardhout, goed voor een schokbestendig echtelijk bed, duurzame meubels als kasten en tafels. Maar net als staal met een hoger koolstofgehalte is het minder flexibel dan essenhout.

Eiken hebben meer licht nodig dan hun concurrent in het bos, de beuk. Die typische breed uitwaaierende eikvorm, die krijgen ze alleen wanneer ze alleen in het landschap staan. Dan hoef je niet in de hoogte te investeren, maar kun je de breedte in gaan om bij het licht te komen.

Een Vlaamse gaai verstopte daar ooit een eikel, die hij later niet terugvond. Die eikel belandde onder doornstruiken, waar grazend vee en hertjes niet bij konden. Wanneer je die twee principes combineert kun je een hele leuke ecologische theorie ontwikkelen.

..Wodanseiken

In de Middeleeuwen lieten boeren hun vee immers in de wouden grazen, en de varkens zijn net als de wilde zwijnen gek op de eikels. Dus bevoordeelden Middeleeuwers die eiken op beuken en andere soorten bomen. Zo ontstonden de zogenaamde Hudewalder, waarvan je met name in Duitsland nog kleine snippertjes als restant vindt, zoals het hier vaker getoonde Urwald Hasbruch.

Die Hudewalder zijn bos dat van oorsprong niet helemaal is dichtgegroeid, maar met ruimte tussen de bomen waar het vee rondloopt. Net als in New Forest in Zuid Engeland. Bos waar eiken dus niet enkel in de hoogte hoeven investeren om bij het licht te komen, maar waar ze het breed laten hangen.

Daar kregen eiken de kans breed en groot uit te groeien als leveranciers van eikels voor de biggen.

Combineer dit historische gegeven nu, met een andere vondst: in de prehistorie, zo’n 6000-9000 jaar terug toen het klimaat hier warmer was dan nu, vind je veel fossiel stuifmeel van eiken en lindes (en hazelaar). Dat zou duiden op het idee, dat er toen meer licht in het bos inviel, of dat er zelfs sprake zou zijn van een meer parkachtig landschap.

Eikenloof, het Germaanse symbool voor de overwinnaars net als Lauwerkransen bij de Romeinen

Zijn de mensen waar je dan jezelf als opstandige jongeling tegen wilt afzetten het idee toegedaan, dat de oertoestand in onze contreien uit gesloten oerwoud bestond. Dan zet je daar je eigen ‘parklandschap’-theorie tegenover.

Je laat wat grote grazers in dat in theorie in de oertijd bestaande parkland rondlopen. Zo krijg je door al dat gegraas van paarden, koeien en hertjes net als in de Middeleeuwse Hudewalder een parkachtig boswaar de meeste jonge bomen worden weggegraasd en geknaagd (door de ‘browsers’, net als bij je computermuis), behalve als ze onder een ‘verpleegstersoort’ als doornstruiken opgroeien.

Dan schrijf je als opstandige geitenbreier een proefschrift in de baas zijn tijd. En zo kun je dan jarenlang natuurbeleid in Nederland en daarbuiten beinvloeden, dat je zogenaamde ‘Nieuwe Wildernis’ schept. We hebben het hier natuurlijk over Fransie Vera, 1 van de geestelijke vaders van de Serengeti Hollandaise (Oostvaardersplassen), die ook in mijn fotoboek ‘Liever dood dan Slaaf’ staat afgebeeld.

Onze oprijlaan, kronkelende eikentakken

Als Orthodoxe Boslim zijn we meer de theorie toegedaan dat je in onze klimaatzone altijd gesloten bos krijgt, althans, op rijke grond. Je moet de invloed van de bodem in zo’n vruchtbare delta als Nederland niet uitvlakken. Op arme grond, dan krijg je ook eiken zoals in de duinen van West Frisia/Noord Kennemerland.

Die blijven laag bij de gronds, kronkelend en breed uitwaaierend omdat ze daar alvast 1 groei-aspect voldoende hebben; Licht. De vruchtbaarheid van de grond in rivierdelta’s, maakt ook dat je in een mum van tijd hele wilgen-oerwouden krijgt, als voorstadium van latere eiken/lindebossen.

Daar heb je de ware oernatuur zoals die in Nederland zich ooit manifesteerde. Je kunt dan groot grazen wat je wilt, maar tegen die groeisnelheid kunnen koeien, paarden en wisenten echt niet op. Zeker niet, wanneer je ook nog hoge dichtheden wolven, beren, lynxen hebt. In de Hudewalder van de Middeleeuwen hadden mensen die dieren al lang uitgeroeid of kort gehouden.

Eenzame eik

Dus zijn de Middeleeuwen misschien wel geen vergelijk met de verdere oertijd, die van 6000-9000 jaar terug. Bedenk dat voor de pestepidemie in de veertiende eeuw de druk op het land al zo groot was, dat er al zoveel land werd ontbost voor bijvoorbeeld houtskool voor de ijzerindustrie.

Je onderschat de menselijke invloed ‘vroeger’ mogelijk te snel.

Uiteindelijk heeft de grote graas-theorie in Nederland misschien wel veel invloed gehad, omdat Nederlanders gewoon boeren zijn. Veeboeren, die ook natuurbescherming opvatten als het halen van agrarische natuurproductiedoelen. Mensen zien graag een koe in de weide die weidemelk geeft. Doorsnee-mensen zien liever een pastoraal landschap met wat afwisseling, iets gemoedelijks dan zo’n stekelig oerwoud.

achthonderd jaar oud eikenhout Alde Toer

In zo’n gesloten vochtig bos als oernatuur, daar loop je in voorjaar en zomer niet van harte. Probeer het maar eens, je wordt helemaal lek gestoken door de muskieten. Niet dat al die paardenvliegen en strontvliegen zo aangenaam zijn, de horzels en dazen die met hun kaken twee puntjes in je huid kunnen bijten.

Zodat je in sommige soorten leer nog steeds de afdruk van zo’n dazenbek kunt zien, twee puntjes. Nou ja, ik weet verder ook niet waar dit verhaal verder heen gaat. Maar het was tot nu toe best leuk om U deze inzichten en ervaringen mee te delen. De opvolger van ‘Liever dood dan Slaaf‘, mijn pelgrimstocht door de Friese Natuur op zoek naar Vrijheid, die moet over bos gaan, bomen, bronsgroen eikenhout, Woud-Friezen…

Als Arbo-eroticus en Orthodoxe Boslim ben je dat eerbetoon aan de boom aan je stand verplicht.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *