ICBR (Rijncommissie): ‘Herstel Rijn-zalmpopulatie stokt…’

Waterkrachtcentrale Vattenfall Maurik

R&A Interessante Reizen bezocht gisteren de waterkrachtcentrale van Vattenfall (letterlijk ‘waterval’) in de Rijn in het stuwcomplex van Maurik. Net als verderop bij het stuwcomplex van Hagestein (in de Lek), is daar in 2004 een vistrap rondom de stuw aangelegd als gevolg van het programma Zalm 2000 van Rijnstaten als Nederland, Duitsland en Frankrijk.

Die vispassages lijken op een kolkende natuurlijke bergbeek. Zo kan zalm die uit de zee naar paaigebieden bovenstrooms wil in theorie de barrière passeren.

Hoeveel er daadwerkelijk voorbij zwemt aan forellen en zalmen lijkt een kwestie van speculatie, er zijn weinig harde gegevens te vinden, laat steen goede meetreeksen van 10 jaar of langer. De internationale commissie (ICBR) in Koblenz die het ecologisch herstel van de Rijn coördineert, stelt nu dat een kwart eeuw dure maatregelen voor de Rijn-zalm te weinig effect hebben, en kondigt nieuwe onderzoeksprogramma’s af…

Vistrap rondom stuw Maurik/Amerongen

Rijn ooit tjokvol zalm
Afke en ondergetekende zijn beide gek op zalm, vooral als sashimi, maar ook gerookt op een toastje. Hoe geweldig zou het zijn, wanneer je gewoon zalm uit de Rijn zou kunnen vangen en eten. Maar om wilde zalm te eten met die donkerrode kleur, moet je die pakjes met zalm uit Alaska kopen. Terwijl in een nog niet zo grijs verleden de Rijn nog tjokvol zalm zat. In de 18de eeuw zou de Rijn zelfs nog de belangrijkste zalmrivier van Europa zijn geweest.

Overheden namen in 1886 met vissers nog maatregelen om de zalmstand te stimuleren.

Maar dankzij de aanleg van duizenden dammen, waterkrachtcentrales en stuwen en later vervuiling verdween de zalm in de jaren ’50 van de twintigste eeuw nagenoeg. Zoals dankzij de stuw bij Hagestein, die in 1954 verscheen om de Rijngodin Lorelei te temmen, die schepen vast laat lopen.Laat je ‘de natuur’ die stand bepalen, dan schommelt die waterstand veel te wild. Daarnaast houden stuwen water vast voor de watervoorziening.

Een prachtig stukje ingenieurswerk landde bij Hagestein en later bij Maurik en Driel, met War of the Worlds-achtige uitstraling. Alsof een stel Aliens geland zijn in de Delta.

Vistrap Hagestein

Stuwen in de Rijn werden aangelegd om de waterstand te kunnen stabiliseren voor de scheepvaart. De drie stuwen in de Lek (de naam van de rivier vanaf Wijk bij Duurstede, ter hoogte van afgedamde Oude Rijn richting Utrecht) en Nederrijn (Maurik, Driel) houden het waterpeil stroomopwaarts op respectievelijk drie meter NAP, zes meter NAP en negen meter hoogte.

Ze staan een tiental dagen per jaar helemaal open, wanneer de waterstand hoog is en het Rijnwater sneller naar zee afgevoerd moet worden. Maar ongeveer 300 dagen per jaar zitten ze potdicht en kan er geen zalm meer langs.  In de stuw van Hagestein zat ook een waterkrachtcentrale gebouwd, net als die bij Maurik (sinds 1988, nu door Vattenfall beheerd), maar deze zou al sinds 2005 niet meer in gebruik zijn.

Wel zijn er pogingen geweest om die waterkrachtcentrale weer te re-animeren zoals door de cooperatie ‘Lekstroom.’ Als trekvis kun je dus beter via de Waal op en neer naar Duitsland zwemmen.

Als een woeste rivier, de vistrap van Hagestein, 24 trappen van 16 centimeter hoogteverschil

Verhakselde vis in waterkrachtturbines
Voor migrerende vis, met name voor paling is zo’n waterkrachtcentrale funest, omdat de vissen er verhakseld worden door de turbines. Vandaar dus die vispassages in de vorm van stromende riviertjes rondom de stuw, zogenaamde vistrappen die heel ‘natuurlijk’ lijken, maar bij uitstek een stukje ingenieurswerk blijken, met damwanden die de stroomsnelheid remmen en stortstenen.

In de Overrijsselse Vecht bij Dalfsen vind je er ook zo’n vistrap, die bijna leek op een wilde Amazonerivier, hier op Interessante Tijden al in Beeld gebracht. Vistrappen moeten aan allerlei specificaties in stroomsnelheid voldoen, en ze moeten genoeg ‘lokstroom’ in de rivier afgeven.

Die vistrappen zijn bedoeld  voor trekvis die een forse tegenstroom kunnen hebben van 1 meter per seconde. Voor glasaal (jonge paling) is dat dus ongeschikt, te sterk. In dit Wageningse onderzoek uit 2011 kun je de specificaties halen voor die vistrappen. De visrivier van Hagestein (waterpeil 2,56 NAP) is 390 meter lang en is de laatste barrière in de Lek tot de Noordzee.

De invloed van het getij kan hier anderhalve meter verschil maken.

De lokstroom bij Maurik

De visrivier van de stuw bij Maurik/Amerongen (+/- 6 meter NAP) liefst 730 meter. Tot de stuw bij Driel verder stroomopwaarts houdt die van Maurik het waterpeil op zes meter. Die van Driel houdt het waterpeil op 9 meter. Ze hebben 24 vistrappen die steeds een sprongetje maken van 16 centimeter, zodat de vis ongeveer 3,5 meter kan overbruggen.

Maar…hoeveel zalmen komen daar nu langs? Dat lijkt niemand te weten…De enige die jaarlijks systematisch bijhoudt hoeveel zalm er de Lek/Nederrijn op zwemt is/was Visserijbedrijf Klop, de laatste riviervissers van Nederland, in opdracht van Wageningen UR.

Dat doen ze van 30 september tot 23 november, drie keer per week met zogenaamde ‘zalmsteken’: grofmazige fuiken die vroeger ook door zalmvissers werden gebruikt. Volgens Wageningen UR zou met die methode op drie locaties naar zalm gevist worden sinds 2014, waarvan twee om het jaar.

Daarnaast vinden er wat incidentele steekproeven plaats op de Waal sinds 2018 door Sportvisserij Nederland en visserijbedrijf van Job Bout uit Tholen met ankerkuil in april (vissersschip dat voor anker met netten uit ligt in de stroming). Die vangen ook trekkende zalmen en zeeforel, en werken weer met een eigen ‘Groen Blauwe Rijn Alliantie’. Bout ving in twee weken tijd twaalf jonge zalmen.

Bout deed dat twee jaar, nu zou Willy Hol dat werk hebben overgenomen.

ICBR begon herstel van de zalm in de Rijn
Eind jaren ’80 kwam de zalm op de menukaart van natuurherstellers van de Rijn. Er bestaat als reactie op de vervuiling van de Rijn, deels aangejaagd door de drinkwaterwinningsbedrijven een Internationale Commissie tot Bescherming van de Rijn (ICBR), die het programma Zalm 2000 lanceerde in 1987 en een Actieprogramma Rijn. Dat ICBR – al opgericht in de jaren ’50- kreeg dankzij de Sandoz-Giframp (Basel Zwitserland, alle vis benedenloops dood) in 1986 de wind mee, qua politieke aandacht en steun.

In vijf jaar tijd werden 11 miljoen jonge zalmen bovenstrooms van de Rijn losgelaten. Ook werden er in riviertjes in Duitsland, zoals de Sauer (Zijrivier Moezel) paaikommen gegraven door grindbedden los te woelen. Maatregelen die honderden miljoenen euro’s kostten.

Van 1990 tot 2004 zouden er ‘meer dan 2400 volwassen zalmen Rijnopwaarts’ zijn getrokken, zo meldde het ICBR in 2004. Driehonderd daarvan kwamen tot de in 2000 gebouwde vispassage Iffezheim, 700 kilometer stroomopwaarts. Zij gaven de schatting dat tussen de 7000 en 21000 zalmen de Rijn op konden trekken naar paaigebieden in Duitsland, wanneer herstelmaatregelen uit Zalm 2000 waren uitgevoerd.

Dat is een beetje als vragen naar iemand’s lengte toen je die tegenkwam. En dan zeggen dat die persoon 70 centimeter kon zijn geweest (dwerg) maar ook 2 meter 10 (Basketballer) In 2001 werd het programma Rijn 2020 door de ministers van Rijnstaten ondertekend.  Er moest in 2006 nog een extra vispassage komen bij Gambsheim in de Elzas die daadwerkelijk is gebouwd.

Aalscholver

‘Predatie stokt zalmherstel’
De ICBR vergadert ieder jaar nog steeds. Het lijkt er nu na deze kleine dinsdag-inventarisatie dus op, dat hun Zalm 2000-project prachtig begon, maar dat langzaam de klad er in is gekomen. Zij meldden op 30 juni 2023 dat het zalmherstel ze tegenvalt, en kondigden een nieuw monitoringprogramma komen, het RIjnmeetprogramma 2024-25. En er zou opnieuw naar het herstel van de zalm worden gekeken:

Bovendien heeft de ICBR bekendgemaakt dat zij in april 2023 een onderzoek ter evaluatie van de bestandsontwikkeling van de zalmpopulaties in het watersysteem van de Rijn in opdracht heeft gegeven, in afstemming met de landen in het Rijnstroomgebied en de Europese Unie.

De afgelopen jaren is het aantal teruggekeerde zalmen in het Rijnstroomgebied niet in de mate toegenomen die zou kunnen worden verwacht gelet op de uitgevoerde maatregelen. (lees, het kostte een fortuin maar werkte nauwelijks RZ)

De nieuwe studie is daarom met name bedoeld om licht te werpen op de mogelijke oorzaken, waaronder frequentere laagwatergebeurtenissen en een hogere predatiedruk, en om voorstellen voor maatregelen te formuleren om de herintroductie-inspanningen te optimaliseren.

In de zuidelijke Bovenrijn zijn er vorderingen gemaakt op het gebied van het herstel van de ecologische passeerbaarheid. De Franse delegatie heeft meegedeeld dat er aan de stuwen in Rhinau en Marckolsheim respectievelijk in het najaar van 2022 en in juni 2023 is begonnen met de bouw van vispassages.

Wanneer ze specifiek ‘predatie’ noemen als oorzaak van tegenvallend herstel… Het wemelt bij die vistrappen van de meeuwen en aalscholvers. In zulke ondiepe vistrappen is het een snackbar voor ze. Roofvissen als de meerval nemen ondertussen steeds sterker toe, en die vreten alles dat ze in de bek past tot grote watervogels aan toe.

Paling vangen die anders vermalen wordt…

Paling over de dijk…
Voor de paairijpe paling (schieraal) die de andere kant op wil bij Maurik is de hulp van riviervissers Frans Komen en Zoon nodig. Die vangen jaarlijks een paar ton paling weg voordat ze door de waterkrachturbines verhakseld worden om ze voorbij de stuw terug te zetten. Dat is het project ‘Paling over de Dijk’ van visserij-organisatie DUPAN, dat de vangsten op een bordje bij de waterkrachtcentrale weergeeft.

Hun jaarlijkse vangsten zijn de enige langjarige reeksen, die een indruk geven wat er aan trekvis (in dit geval paling) bij zo’n stuw terecht komt.

Neem alleen al dit onderzoek van Wageningen UR: Verkenning m.b.t. onderwatercamera- systemen annex analysesoftware voor (zoetwater)vismonitoring
van Ben Griffioen en Michaela Scholl (2021), dat aangeeft hoe slecht het met gestructureerde dataverzameling zit.

Ze googlelen wat, en kunnen dan weer geld vangen bij het LNV-ministerie:

Een literatuuronderzoek (quick scan) is uitgevoerd met behulp van openbare zoekmachines (google scholar) en wetenschappelijke zoekmachines (Web of Science). Voor de zoekopdrachten zijn onder andere de (Engelstalige) trefwoorden camera monitoring, fish migration en video analysis gebruikt. Het zoekvenster is beperkt tot de periode 2015 – oktober 2020.

Oftewel, ze hebben geen data verzameld, noch enige vistrek systematisch gemonitord. Zo blijkt dus, dat wanneer je de vissers van de rivieren verjaagt, er bijna niemand is die bij kan houden hoe het met vispopulaties vaart. Ook hou je dan geen partijen over die werkelijk betrokken zijn bij bescherming, vanuit eigenbelang. Je houdt alleen partijen over die belang hebben bij ‘meer onderzoek’

Neem dan de zalmvissers van de Rijn uit de negentiende eeuw, die voerden actie voerden tegen de opmars van watermolens in zijrivieren van de Rijn. Omdat die de zalmtrek hinderden. Zo heb je zonder zalmvisserijbelangen ook geen echte belangen bij zalmherstel.

One Reply to “ICBR (Rijncommissie): ‘Herstel Rijn-zalmpopulatie stokt…’”

  1. Mooi stukje.ook de enkele kleine vissermannen die nog vissen in de voor delta,hebben een x de schuld gekregen dat deze die zgn zalmen weggevist hebben.hebben deze beste mensen die deze beweringen uiten uitgenodigd om mee te gaan vissen evt.met filmploeg.maar dat doen, willen ze niet.ze zeggen dat het zo is .dus is het zo.dus ook hier loze woorden.

    ze zeggen de zalmen zijn gezenderd en ze verliezen hun signaal in de voordelta dus worden ze door de vissermannen opgevist.geen twijfel mogelijk.voor het gemak vergeten ze, dat als ze er al zouden zwemmen er ook erg veel zeehonden wonen en u weet vast wat die verorberen per dag, en als je kunt kiezen tussen een zalmpje of een wolhandkrab is de keuze snel gemaakt.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *