Veel meer academici klimaatkritisch dan ze openbaar bekennen

‘Klimaatbiologie’ is vooral een carrierevehikel

Vele mainstream-academici zijn in de wandelgangen aanmerkelijk sceptischer over klimaatzekerheden dan ze in het openbaar durven toegeven. Als ze dat doen, neemt hun kans op onderzoeksgeld af, dat vooral van (Brusselse) overheden komt.

Ik sprak ecologen die zich ‘klimaatprostituee’ noemen (Climastitute), dat je alarmistische verhaaltjes verkoopt om maar aan geld te komen.

Interessante Tijden kreeg haar naam dankzij een opmerking die biologe Kathy Willis naar me maakte bij het verhaal ‘De Lijken in de kast van Natuurbescherming’ voor NWT, waar Maarten Keulemans (Volkskrant) hoofdredacteur was. ‘We leven in Interessante Tijden’, een Chinees gezegde.

Dat verhaal uit 2010 vat nog steeds prima samen waarom Hajo Smit en Marcel Crok samen met mij de founding fathers werden van Climategate.nl. (2009) We zijn nu allen weer een eigen weg gegaan.

Bij veel alarmerende klimaatstudies over soortuitsterven of ‘vluchten voor opwarming’ is meer sprake van een replicatie-crisis dan een klimaatcrisis.

Vandaag het eerste lijk, morgen de volgende lijken en een oplossing uit de impasse. Voor als het klimaatkaartenhuis ineen stort, omdat mensen de ware intenties beginnen te voelen van de Klimazi-beweging. (macht & geld, zoals altijd…)

Climategate.nl in de oertijd, net 1 jaar oud, met Marcel, Hajo en Theo, in november bestaat ’t blog 10 jaar…

Het refrein van moderne natuur- en milieubescherming luidt: de mens vernielt de aarde en De Klimaatverandering is de grootste bedreiging. Maar de fusie tussen natuurbehoud en klimaat maakt meer kapot dan veel ecologen en beschermers lief is.

De kruitdampen van Kopenhagen zijn nog maar net opgetrokken, en dan is het alweer 2010: het Internationale Jaar van de Biodiversiteit. Ging afgelopen jaar het klimaat ten onder in media, nu zijn de planten en dieren weer aan de beurt. Maar ondertussen staat een zogenaamde ‘elefant in the room’van de natuurbescherming, waarop steeds meer wetenschappers wijzen uit de wereld van ecologie en beschermingswetenschap.

Natuurlijk zijn grote duistere krachten globaal aan het werk. Maar als die natuur altijd maar zo achteruit blijft gaan, terwijl natuurbeschermers geen gebrek hebben aan media-aandacht en politieke goodwill: doen ze hun werk dan wel goed?

Kloppen voorspellingen wel over de ondergang van vrijwel alle leven? En is het wel terecht om klimaat en biodiversiteit op één hoop te gooien? In antwoord op deze knagende vragen volgt hier een overzicht van de lijken in de kast van de moderne natuurbescherming. Zo kunt u zich alvast wapenen tegen de komst van al te duistere claims voorzien van gironummer.

Zelfs de koolmees zou van klimaatveraangenaming van ’t stokje raken


Lijk 1: Voorspellingen massa-uitsterven kloppen niet
Bijzonder mediageniek zijn scenario’s over massa-extincties als gevolg van ‘de Klimaatverandering’, waarvan er natuurlijk maar één echte is. Alle ondergangsscenario’s zijn gebaseerd op een combinatie van temperatuurprojecties van het IPCC en geografische modellen, die de huidige verspreiding van soorten lineair koppelen aan temperatuurverandering.

Zitten de soorten nu al tegen een noordrand van hun verspreidingsgebied, of ‘gevangen’in een door opschuivende boomgrenzen krimpende alpenweide, dan geldt al snel de conclusie: gedoemd!

Een vrolijke bloemlezing: De ijsbeer zou deze eeuw het loodje leggen, wanneer zijn voortbestaan lineair samenhangt met het oppervlak aan zee-ijs. De ijsbeerdoem volgt eind deze eeuw volgens bioloog Steve Amstrup, en het Wereldnatuurfonds maakte er alvast 2025 van. Het regenwoud droogt komende eeuw uit volgens het laatste IPCC-rapport, en de bloemen zouden uit de Alpenweides verdwijnen volledig van de kaart.

Tijdelijke klimaatverandering boven Het Plein in Den Haag

Het zijn niet de minste publicaties, die kommer en kwel verkondigen. Volgens een studie van Cambridge-zooloog Chris Thomas in Nature zou liefst 18 tot 35 procent van alle gewervelden ‘gedoemd zijn om uit te sterven voor 2050, dankzij aardopwarming’. (Nature, Thomas et al 2004) Deze paper werd veelvuldig geciteerd, zowel door het IPCC in 2007, als National Geographic en massamedia.

Hierbij maakte de spotvogel zijn primeur in een lange reeks navolgende mediaoptredens. De zangvogel, die van september tot mei in tropisch Afrika leeft, zou in Noordwest Europa uitsterven door de warmte.

Zoals vaker bij dramatische modelprojecties stelden de onderzoekers in hun persbericht dat het ‘om conservatieve schattingen’ging. Maar juist die claims blijken onterecht. “De meeste voorspellingen die een link leggen tussen klimaatverandering en het uitsterven van soorten zijn ronduit lachwekkend”, verklaart prof Kathy Willis van de School of Geography and Environment aan de Universiteit van Oxford.

Willis publiceerde in Science van 6 november haar paper over ‘Biodiversity and Climate Change’. Hier gaf ze een overzicht van nieuw, nauwkeuriger modelonderzoek dat veel projecties relativeert.

Klimaattentoonstelling gesubsidieerd door de overheid van de fondsenwervende bedrijven der Linkschmenschen als Vogelbescherming BV

“Je mag het bijna niet zeggen, omdat je dan meteen wordt ingedeeld bij het kamp van de klimaatsceptici”, zegt Willis. “Toch houden modelvoorspellingen over biodiversiteit en klimaat tot nu toe geen enkele rekening met de biologische werkelijkheid, zoals gedrag van dieren, aanpassing, voedsel, habitatkeuze en topografie van gebieden.”

Nieuwere onderzoeken rekenden niet alleen met klimaat en temperatuur, maar ook de echte natuur en op een minder grove schaal.

Wanneer biogeografen bijvoorbeeld bij klimaatverandering ook het CO2-fertilisatieeffect meerekenen blijkt het regenwoud eventuele negatieve effecten grotendeels te compenseren.(Lapola et al, Biogeochemical Cycles 23 2009) Maar ook de voorspelde verdwijning van alle Alpiene plantensoorten blijkt volledig uit de lucht gegrepen, wanneer modellen van minder grove topografie gebruik maken.

De invloedrijke Nature-studie legde een sterke nadruk op endemische soorten die nu al aan de rand van hun verspreidingsgebied leven, en extrapoleerde dit naar de rest van de wereld. De geclaimde uitsterfpercentages zijn wel te toetsen. Wanneer de voorspelling voor 2050 moet uitkomen, zouden jaarlijks in het minumumscenario bijvoorbeeld 36 vogelsoorten moeten uitsterven door ‘De Klimaatverandering’.

Zeven plagen door een beetje klimaatveraangenaming, kindertjes schrik aanjagen

In de afgelopen jaren sinds Thomas et al dus al een soort of 150, wanneer we op koers willen blijven. Een analyse van gedocumenteerde achteruitgang bij vogels in de echte natuur en de oorzaak daarvan, levert alvast een ander beeld.

Willis schreef samen met prof Keith Bennett van de School of Geography aan Queens University in Belfast een overzicht van uitsterfrisico’s bij vogels. Dit deden zij op basis van de Rode Lijst van IUCN en Birdlife International. Sinds het jaar 2000 zijn 16 soorten opgeschoven richting de zwaarste ‘kritiek bedreigd/uitgestorven’-categorie.

Een deel van de toename door uitsterven, wordt veroorzaakt door een betere kennis van het fossielenkabinet. Er zijn uitgestorven soorten gevonden die niet eerder waren ontdekt.

In acht jaar tijd onderkent Birdlife in totaal 24 soorten die zijn opgeschoven naar een hogere categorie van bedreiging sinds 2000.. Bij tien soorten werd houtkap als oorzaak vermeld, terwijl van de ‘extreme weergebeurtenissen’uit Thomas et al geen invloed was te zien.

Kindertjes schrik aanjagen over ‘het klimaat’ bij Staatsbosbeheer

“De factor die de grootste afname veroorzaakte, was hier een vorm van directe menselijke actie als habitatdestructie, jacht, visserij en de introductie van ratten en slangen”, schrijven Willis en Bennett. Zij komen op basis van waargenomen extincties tot een uitsterfpercentage, dat een factor twee onder dat van Thomas et al ligt voor 2050.

“En daarbij blijft directe menselijke impact de belangrijkste bedreiging. Het zijn deze directe menselijke activiteiten waarop we onze belangrijkste beschermingsinspanning op moeten richten, niet klimaatverandering.” Zij citeren onder andere een paper van Zink et al (Phil.Transactions of the Royal Society 2004), waaruit bleek dat de meeste moderne soorten ook de laatste glacialen en interglacialen overleefden.

Andere plaatsen waar veel vogels uitsterven door ‘het klimaat’ zijn de ‘Climatic Atlas of European Breeding Birds’, die vorig jaar april ook in Nederland uitkwam. ‘De Klimaatverandering vormt de allergrootste bedreiging voor vogels’, zo stelde Vogelbescherming bij verschijning. Zo zou bijvoorbeeld de mondiaal verspreide velduil als klimaatvluchteling wegtrekken voor de warmte. De spotvogel maakte opnieuw zijn opwachting in de kolommen.

…maar Simon Rozendaal van Elsevier ging ons weer vele jaren voor; zie De Staat van het Klimaat (2010) van Marcel Crok, waarin ik een hoofdstukje schreef over de biologie

De atlas baseert zich op het modelleerwerk van de Climate and Ecology Group van de Universiteit van Durham, die ook bijdroeg aan de ‘doom’studie in Nature. De onderzoekers van de universiteit van Durham verzamelden de aantalontwikkelingen over de laatste veertig jaar van de Britse vogelbescherming RSPB, de Franse vogelbescherming en Sovon Vogelonderzoek.

Zij koppelden die verspreidingsgegevens over 40 jaar en trends in verspreiding aan de tot nu toe waargenomen temperatuurstijging, en projecteerden die aantalsontwikkelingen op de toekomst volgens klimaatmodellen van het Hadley Centre. Maar liefst 75 procent van de bestudeerde vogels in Europa zouden ‘nu al last hebben van ‘De Klimaatverandering’, stelden de onderzoekers voor de BBC op 3 maart 2009.

Nuchtere kwaliteitsjournalistiek is nu ook bij NRC Damesblad ver te zoeken….Alleen al in de Eemshaven meppen 87 windturbines meer dan 5000 vogels per jaar uit de lucht…

Iedere correlatie in trends werd echter als relatie vertaald met klimaat. Terwijl de invloed van landbouwintensivering de afgelopen decennia volgens Duits ornitholoog Josef Reichholf de meest ingrijpende gebeurtenis vormt voor Europese biodiversiteit van de laatste duizend jaar.

De ecomodelleerders uit Durham verklaren bij hun modelleerwerk bovendien dat ‘deze simulaties geen rekening houden met andere factoren die bepalen of soorten een gebied kunnen bezetten, zoals de beschikbaarheid van geschikt habitat of voedsel’. Onderzoeksleider Brian Huntley wil desgevraagd helaas geen reactie op de toegezonden vraag, of je zonder zulke belangrijke ecologische basiswaarden wel geldige voorspellingen kunt maken. “Alleen via een erg korte email.”

Morgen het tweede deel

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *