Corpus Roemeling: Friesland was Roomser dan de Paus

Zadeldak Jelsum met zwarte bokken van de Bokkerijders… Jelsum zou vanuit het Norbertijner klooster Mariengaarde bediend kunnen zijn

Vanuit natuurhistorische interesse voor de monniken die het Friese zeekleilandschap vormgaven dat nu de landschappelijke identiteit bepaalt, ‘ontdekten’ we dat de eigen Friese geboortegrond 1 groot kloosterland was, tot de Reformatie (1582) die erfenis vernietigde.

De ‘Corpus Roemeling‘ van de – 4 jaar voor zijn dood in Leiden gepromoveerde Otto Derk Jan Roemeling- geeft nu bij de fotografie van zadeldakjes in het terpenland van de Middelzee meer historische context.

Proefschrift Roemeling uit 2013, vier jaar voor z’n overlijden

Een knap naslagwerk van tientallen jaren noeste arbeid in oude archieven, zijn proefschrift kun je ook via de KNAW opladen. Dankzij Roemeling kun je nu alvast die zalige Friese zadeldakjes aan heiligen koppelen, en de abdij van waaruit ze hun orders en geestelijke bediening kregen. Die waren dan weer vaak eigenaren van omringende kerken.

Het zadeldakje van Jelsum, vanuit Stiens gesticht waar Vitus de patroonheilige was

Mijn eigen ongevraagde bijdrage hier zal zijn, om iets van die Middeleeuwse Friese geest in het Friese land op te roepen, die nog steeds aanwezig is. De mentaliteit van toen was dat je iets blijvends toevoegt, in plaats van dat je zo snel mogelijk je geld pakt en weer weg bent. Dus: ‘toon mij uw landschap en ik zeg U wie U bent’.

Zoals met die Forten van God op terpen, waar ooit nog de Middelzee tegenaan klotste. Dankzij Roemeling weet je nu bijvoorbeeld, dat het machtige Fort van God van Stiens, die zadeldak vanuit Leeuwarden werd gesticht, in de tijd dat de Middelzee daar al dichtslibde en aan de heilige Vitus werd gewijd.

De Vituskerk van Stiens, een machtig middeleeuws fort van God

Het industrieterrein bij Stiens heet nog steeds Middelsee, achthonderd jaar na bedijking door de monniken en dichtslibben. Roemeling schrijft:

Als eerste afsplitsing (vanuit de oude Vituskerk in Leeuwarden) ziet Noomen de eveneens aan Vitus gewijde kerk te Stiens; later – in ieder geval vóór 1200 – volgde afsplitsing van Jelsum*, Cornjum*, Miedum*, Lekkum* en waarschijnlijk ook Huizum

En die plaatsen bezochten we toevallig net. Die kerken waren dan in handen van de Abdij van Corvey in Duitsland.

Daar ligt Abe Bonnema, die de tempel van Mammon in Leeuwarden bouwde

Achmeatoren, hoogste en lelijkste gebouw van het Noorden, gewijd aan de Mammon

Roemeling onderzocht de banden tussen de 4-500 parochiekerken van Friesland, hun pastoren en de tientallen abdijen die in Friesland (waar Groningen bij hoorde) opbloeiden van de twaalfde tot de zestiende eeuw. Zo kun je nu bij iedere kerk op een terp snel uitvinden welke beschermheilige bij die kerk hoorde. Zoals Catharina en Vitus, beide voor ondergetekende onbekend, omdat je niet opgroeide met die kermis-schiettent aan heiligen van de katholieken.

Maar je komt die naam Vituskerk vaak tegen bij de omzwervingen door het Friese zeekleiland. Hoewel vooral Sint Nicolaas populair was om de kerk naar te vernoemen, en natuurlijk Sint Martinus.

Jelsum lag op de Oostoever van de Middelzee in Oostergo

De interesse in het katholieke verleden van Friesland ligt vooral in de beginperiode, toen de woeste Friese Heidenen tot overtuigde katholieken gemaakt werden. Het duurde even, maar toen de Friezen overtuigd waren gaven ze ook vol gas, zoals JW Eekhoff beschreef in 1852. En zo werden ze ook geliefd als kruisvaarders die de Saracenen klop gaven.

Friesland raakte vervolgens met tientallen abdijen en honderden parochiekerken bezaaid, aangestuurd door verschillende geloofs-ordes.

De fluiteendjes rusten er in de kleipolder (smienten)

Roemeling geeft weer een puzzelstukje over die beginperiode van de achtste tot de tiende eeuw. Het duurde na de moord op Bonifatius nog 4 eeuwen voor hier de eerste grote abdijen verschenen. Voor die tijd, werden hier parochiekerken uit Duitse en Luxemburger abdijen gesticht, zoals Fulda, Corvey, Prum in de Eifel en het Luxemburger Echternach.

Kerken die al van steen waren, werden dan van vulkanisch gesteente (tufsteen) uit de Eifel gebouwd.

Niet voor niets werd de Brit Bonifatius in Fulda dus begraven, waar hij nog steeds ligt. Die plaats moeten we nog steeds weer bezoeken. Want uit de vroege jeugd herinner ik dat in zo’n catacombe in Fulda zijn lijk opgebaard lag en dat je z’n schedel kon zien. Dat moeten we natuurlijk in beeld krijgen, de echte Bonifatius, in 745 door de Friezen doodgeslagen.

Van Klaarkamp is niets meer te zien

De grootste abdij van Friesland naast de Bernardus-abdij van Aduard was de Cistercienzer abdij van Klaarkamp (bij Rinsumageest, Dokkum). Dat was mogelijk het eerste bakstenen gebouw van Friesland. Daarom schreven we al dat de Steentijd in Friesland pas in de twaalfde eeuw begon. Een baksteen-kunst die ze van zuidelijker streken meenamen.

Toen konden de monniken door het graven van kleiputten plots aan bouwmateriaal komen.

Die Benedictijner orde werd in de twaalfde eeuw na Christus gesticht, als uitvloeisel van de Cistercienzer kloosterhervormers van Bernard de Clairveaux (1090-1153). Die ‘Schiere Monniken’ begonnen ergens in de wildernis van Citeaux (Zuid Frankrijk, Dijon) in 1098 met het strikter opvolgen van de ‘Regel van Benedictus’- het handboek voor de hardcore-monnik uit de 5de eeuw.

De echte Vader van de Monastieke Traditie is overigens Sint Antonius, die in de Egyptische woestijn in de 4de eeuw de aftrap gaf. Die afzondering, inclusief vasten, je komt het ook in het verhaal over Jezus en ‘De Verzoeking in de Woestijn’ tegen: de wildernis in om te mediteren en vasten, 40 dagen lang. De ‘monniken’ ( = ‘eenzamen’) kiezen dan een heel leven van afzondering en gebed.

Vallei van Ayalon, waar Saladin met de kruisridders vocht

Sober, streng, stil in ijzeren regelmaat, 8 keer per dag zingen en bidden, in 1 week alle ongeveer 140 Psalmen er door zingen. Terwijl je dankzij Ora et Labora (Bid en Werk) ondertussen een weelde opbouwt en steeds groter kloosterbezit. Lekker bier brouwen ook, want de kloosters beogen door zelfvoorzienendheid geestelijk onafhankelijk te blijven.

Bernard was monnik van die abdij van Citeaux en vandaar uit stichtte hij de Abdij van Clairveaux. Bernardus verwoordde de discipline aldus:

Onze Orde is nederigheid, vrijwillige armoede, gehoorzaamheid, vrede en vreugde in de heilige Geest. Onze Orde is leven onder een overste, onder een abt, onder een regel, onder tucht. Onze Orde is toeleg op het stilzwijgen, het onderhouden van de vasten, nachtwaken, gebed en handenarbeid, en boven alles, de Koninklijke weg van de liefde bewandelen.

Verder, in al deze observanties van dag tot dag voortgang maken en daarin volharden, ten einde toe

Kanon Frieske Skiednis, wat mensen NU geloven is vele malen uitzinniger. Bovendien is deze atheïstische uitleg van ‘bidden voor iemand’ wel uitzonderlijk lullig.

Het tenenkrullende, ten hemel schreiende botte Friese minimalisme van nu
Ga daar maar eens aanstaan, die discipline houden. En verneem dan het contrast van dat voornemen met de op zijn best lullige en minimalistische wijze waarop een typische Fryske Proleet dat in een Jijbuis-filmpje verwoordt voor ‘Kanon fan de Fryske Skiednis‘ over ‘Fryslan, Kloosterland 1100-1580. (zie schermschot hierboven)

see geloof’n ssselfsss dat ssee t sssielehaaail van de dooadn’dat jaaai dan ’n moooeir plek je ’n de heumel kraaigt

Lacherig en theologisch onjuist ook nog, alsof die monniken in iets geks geloofden dat wij verlichte moderne mensen natuurlijk niet meer doen. Dan begrijp je niet wat ‘voor iemand bidden’ inhoudt.

De kerk van Jelsum op de terp

Over rare geloven gesproken: Nu geloven mensen zelfs in de uitzinnige schrijfsels van journalisten in massamedia en hun klimaatgod, de heidense cultus dat je door een offer van 1000 miljard euro met windmolens en bomenbrandstapels de weergoden gunstig stemt, en zo dat eeuwenoude kloosterland onherstelbaar moet verminken tot energieplantage.

Duuesssaaem, sssurkulaaaiir.

Dat je wereldbeeld niet uit geestelijke diepgang, meditatie en ervaring komt maar van je televisieprogramma’s en Leeuwarder Courant, het Fakenews van Friesland, de krant van de PvdA en de Rabobank.

Braindrain-Friezen met hun teulevuuzjes en sportwedstrijdjes, hun paardekontvrouwen met coupe tuinafval… Zouden die beter weten hoe ‘Het Leven’ in elkaar steekt dan de heilige Bernard van Clairveaux, gestudeerd adviseur van de wereldmachten toen? Juist ja.

Valkhof Nijmegen, waar Keizer Heinrich verbleef en Barbarossa

De webpagina van de ‘Frieske Skiednis’ beeldt overigens een overblijfsel af van het Nijmeegse Valkhof, jachtslot van Frederik van Barbarossa, aan de Waal.

Dat was een twaalfde-eeuwse tijdgenoot, die op zijn 70ste nog met een Duitse ridderorde richting Heilige Land trok, en als aanvoerder van veldslagen functioneerde. Barbarossa overleed toen onderweg in wat nu Turkije heet. In Accre richtten zijn opvolgers toen de Teutoonse Orde op van Vechtmonniken.

Net als de Shaolin-monniken in China zeg maar… Door ziekte bereikten ze Jeruzalem niet, maar wel Accre dus aan de Middellandse Zee. In Friesland zou je ook enkele Duitse Ordes krijgen en de Hospitaalorde, die hun oprichting aan de Kruisvaart richting Heilige Land danken.

Fries biogas-anlage bij Jellum (leeuwarden), ontvanger van subsidies voor het nieuwe heidense geloof in de klimaatgod

Verwereldlijking
Zo snap je dus direct de eigen interesse in de Friese Middeleeuwen, als contrast met de botte platheid en wansmaak van de moderniteit. Toen was nog iets van enig inheems niveau en beschaving hier aanwezig. Die beschavende invloed van de kloosters op de Friese wildernis en wilde geesten nam weer af, toen ze met de wereldlijke twisten verwikkeld raakten, zoals we al beschreven.

Zodat je zelfs vechtmonniken kreeg, en de Augustijner monniken van Ludingakerke (bij Harlingen) slaags raakten met de Benedictijner monniken van Bloemkamp (bij Bolsward)

De strijd tussen de Schieringers en Vetkopers sleepte voort, tot de Friezen hun door Karel de Grote gegunde ‘Friese Vrijheid’ zo verspeelden, en de Hertog van Saksen in 1498 stabiliteit moest brengen. HW Eekhoff bericht daar al in 1852 over, in het nog christelijke taalgebruik van die tijd.

Gesneuvelde Britse en Australische piloten Jelsum. Met 1 zonder kruis er op, de ouders waren echt ‘pissed off’ dat hun enige zoon was gesneuveld, boos op God, waar De Staat hun zoon had vermoord.

Nu zijn we weer even heidens als in de tijd van Bonifatius en zijn opvolger Liudger. Dat neo-paganisme inclusief verering van de klimaatgod zal een even ingrijpende stempel op het landschap plaatsen, als dat de kloosters vanaf de 12de eeuw deden, tot ze 4 eeuwen later werden opgedoekt.

Bij de academische eenoog-koning van het huidige kloosterverleden, Johannes Mol van Leiden Universiteit en de Fryske Akademy, zie je een semi-marxistische onderzoeksfocus over ‘macht bezit en ruimte’, alsof die kloosterlingen vooral op macht en zelfverrijking uitwaren, landbezit.

Een wel erg typisch modernistische insteek..

We citeren:

Aan het eind van de middeleeuwen telden de Friese landen tussen Vlie en Eems meer dan 80 kloosters van verschillende orden. Daarmee had dit gebied een relatief dicht kloosterlandschap. Samen hadden deze instellingen omstreeks 1500 zo’n 20% van de cultuurgrond in handen, waarmee ze een machtsfactor van belang vormden.

Vanuit een economisch en sociaal perspectief waren het niet alleen agrarische productiecentra maar ook leveranciers van religieuze diensten die voor sponsors en de eigen gemeenschap het pad naar de hemel begaanbaar moesten maken.

Dan geef je aan dat je heidens bevooroordeeld bent, niet gelooft dat voor mensen bidden goed is. En dan hou je al te snel een wat geestelijk armoedige/ typische modernistische insteek over, waarin alleen macht en geld tellen.

Met als (feitelijk onjuist) axioma dat er geen geestelijke wereld is, en dat bidden onzin is, behalve in de fantasie van achterlijken die De Vooruitgang mistten. Daarin klinkt ook de lullige uitleg door die ‘Kanon fan Frieske Skiednis’ aan het kloosterleven geeft in het Jijbuis-fimpje, een soort Hans Mol na lobotomie.

Dekemastate Jelsum

Alles van Waarde is onmeetbaar
Alleen het ‘meetbare’ bestaat bij modernisme, dus wat je in boekhoudingen terugvindt. Hoewel alle uitpluiswerk van Hans Mol al veel nuttige kennis opleverde, zou een aanvulling misschien welkom zijn. Mentaliteit is niet zo meetbaar als ‘die verkocht dit aan die en die’, wat je uit kloosterinventarissen kunt opmaken.

Toch raak je geinteresseerd in hoe de Friese monniken in theologisch opzicht dachten. Was er echt een Friese variant op katholicisme, waarin een mentaliteit doorklinkt?

Met de juiste mentaliteit van Ora et Labora (Bid en Werk), spaarzaam leven en hard werken, is het logisch dat je welvaart bereikt. Ook hoeft het weinig meer dan de zonde van afgunst te zijn, dat de kloosters met hun grondbezit haat en nijd opwekten die culmineerden in de 16de eeuw tot confiscatie en afbraak. Was er echt sprake van geestelijke en theologische aftakeling?

Het kan ook zijn dat ze tussen de PvdA’ers (Partij van de Afgunst) woonden, mensen die met gebruik van De Staat zichzelf willen verrijken. En De Staat eistte onder de banier van het Protestantisme het geestelijk alleenrecht over haar onderdanen.

Zadeldak op terp Jelsum

Het begint idealistisch en eindigt wereldlijk
Wat natuurlijk wel een feit van het menselijk leven is: alle idealistische hervormers, die zullen uiteindelijk weer ten prooi vallen aan de verleiding van het wereldse, de macht en het geld. Dat is immers ook de aanleiding voor al die opwekkingsbewegingen door de christelijke geschiedenis, tot de Labadisten in Wiewerd in de 17de eeuw aan toe met Anna Maria van Schuurman.

Het waren altijd de vroegere intelligentsia die deze bewegingen aanvoerden en bemensten.

Zoals ook George Orwell beschreef in Animal Farm, verwatert het ideaal tot je het verschil met de rest niet meer ziet. De Dieren die de macht op de boerderij overnemen, maar ‘They looked from pig to man, and from man to pig, and could not see which was which’….

Zie ook bij natuurclubs als Natuurmonumenten. Die sjieke natuurclub begon heel nobel, het veilig stellen van natuurgebieden voor de ontginning door De Staat.

Vanaf de jaren ’90 werden ze vervolgens zelf ingekapseld in de Koninklijke Oligarchie door mensen als Pieter Winsemius. Ze werden grootgrondbezitters op publieke kosten, die het kloostergrondbezit in de schaduw stellen. Ik bedoel: Klaarkamp had een magere 4000 hectare grondbezit.

Machtig mooi, op de Oostoever van de dichtslibbende Middelzee

Sinds de jaren ’90 kreeg Natuurmonumenten van De Staat al 25 duizend hectare boerengrond om dat tot Woeste Gronden braak te leggen voor de PvdA en de Rabobank. Pieter Winsemius verknoopte Natuurmonumenten in een coalitie met Greenpeace en andere herauten van het moderne Heidense geloof van Klimaatcatastrofisme.

Zodat ze niet meer voor kerndoelen opkomen, maar voor de ‘groene’ aspiraties van multinationals en hun ‘Natuurlijk Kapitaal’. Je ziet de verheidensing van de Westerse Geest zich zo in het verwilderde landschap uitdrukken, die Nieuwe Wildertreurnis met ganzenplagen en zompige pitruszooi.

In Friesland torent de fallus van Abe Bonnema aan de horizon boven alle zadeldakkerkjes uit.

Bonnema, architect van de Mammon-fallus in Leeuwarden

Daarom fotograferen we het Friese zeekleiland, dat prachtige kloosterland, dat een mentaliteit weerspiegelde waar je helemaal niet minder van werd. Als iets om te koesteren. Met een schoonheid die je gaat zien, wanneer je het verleden leert kennen en vervolgens in het landschap leert lezen…

Zodat je als geboren Fries ‘nieuwe’ dingen ‘ontdekt’ van eeuwen oud, die je nooit waren verteld, waar je nooit op was gewezen. Wat vroeger ‘saaie weilanden’ waren, dat is nu een natuurlijk geschiedenisboek in 4D, Ruimtetijd.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *