‘Mannen die Belialskinderen waren’ (Richteren 19:22)

Zadeldak Parrega

Op de zondag geen profane boodschappen. Dan lezen we uit de Heilige Schrift, en we vervolgen de Richteren-cyclus met een wel zeer bizarre passage: over een Levitisch man (van de priesterklasse dus) en ‘zijn bijwijf’, zijn minnares die door demonisch bezeten wellustelingen wordt dood verkracht.

De passage geeft aan, hoe de twaalf stammen van Israel, in dit geval de stam van Benjamin zo diep moreel zijn gezonken dat dit in hun midden kon plaatsvinden op het niveau van Sodom en Gomorra. Maar de wraakactie tegen deze schanddaad is mogelijk nog gruwelijker.

Op 600 man na wordt de hele stam van Benjamin inclusief vrouwen en kinderen uitgeroeid.

De antieke Statenbijbel, voortaan Iedere Zondag

Anarchy in the un-united kingdom of Israel = Richteren
De Richteren-tijd is een tijd van Bijbelse anarchie. Nadat de ‘Kinderen Israëls’ (nazaten van Jacob) onder de veldheer Jozua het land via genocide op andere volken innamen, en nadat Jozua sterft, ontbreekt lang een centraal gezag dat iedereen erkent.

In die plaats staan steeds ‘Richteren’ op, die als militair leider orde op zaken stellen via krijgskundige wonderdaden. De meest beroemde daarvan was de vorige week besproken Simson ‘met zijn lange haren’. Die werd door een vrouw verslagen, Delila, die hem verleidde om het geheim prijs te geven van zijn slagkracht. ‘Zij perste hem’ zo verhaalt de Bijbel.

Hoofdstuk 19 is minstens even wonderlijk. Het verhaalt over ‘Een Levitisch man, verkeerende als vreemdeling aan de zijden van het gebergte Efraims die zich eene vrouw, een bijwijf nam van Bethlehem-Juda.’

Zijn ‘bijwijf’ wil hem niet, en vlucht weer naar haar vader. Dus gaat de Levitisch man op pad, om haar terug te halen. Zoals de Bijbel vermeldt

En haar man maakte zich op en toog haar na om naar haar hart te spreken, om haar weder te halen. En zijn jongen was bij hem, en een paar ezels.

De wijnkelder van de Wewelsburg. De Germanen in de Wewelsburg waren gewone kerels, in voor Wein, Weib und Gesang

‘Toen zij hun hart vrolijk maakten’ (..wijn zuipen)
Een opmerkelijk detail, dat die ‘paar ezels’ vermeld staan. De schoonvader ontvangt de Leviet, en probeert hem dagenlang vast te houden, vijf nachten lang. Maar de Levitisch man ontworstelt zich aan de gedwongen gastvrijheid.

Met gezadelde ezels en zijn in beslag genomen ‘bijwijf’ trekt hij naar Gibea, dat in handen is van de Benjaminieten. Daar ontmoet hij een oude man, die hem thuis als gast uitnodigt. Hij waarschuwt hem om vooral niet in de open lucht te slapen. Richteren 19:20 en verder zullen we nu  weergeven.

Toen zeide de oude man: Vrede zij u: al wat u ontbreekt is toch bij mij; alleenlijk vernacht niet op straat. En hij bracht hem in zijn huis en gaf den ezels voer. En hunne voeten geewassen hebbende zoo aten en dronken zij.

Toen zij nu hun hart vrolijk maakten, zie, zoo omringden de mannen van die stad (mannen die Belialskinderen waren) het huis, kloppende op de deur:

En zij spraken tot den ouden man den heer des huizes, zeggende: Breng den man die in uw huis gekomen is uit, opdat wij hem bekennen.

Everzwijn op de Heidense kapel van Wieringen, daarop zou de Godin Frigga rijden

Groepsverkrachters
Oftewel, mannen van 1 van de twaalf stammen zijn hier afgedaald tot het niveau van Sodom en Gomorra, de passage uit Genesis 19:4. Dan heb je ook zulke homo’s die het huis omringen, en die de gast opeisen voor groepsverkrachting.

In dat Genesis-verhaal gaat het om Lot, die niet zijn mannelijke gast wil uitleveren. Lot biedt de Sodomieten dan als ‘standin’ voor groepsverkrachting zijn beide dochters aan.

Uiteindelijk verandert God daarom Sodom en Gomorra dan in as. De term ‘Sodomie’ voor seksuele perversie is nog steeds van dat verhaal afgeleid. Iets gelijks gebeurt hier opnieuw. Zo leert Richteren 19:23:

En de man, de heer des huizes, ging tot hen uit en zeide tot hen: Niet, mijne broeders, doet toch zoo kwalijk niet, naardien deze man in mijn huis gekomen is, zoo doet zulke dwaasheid niet.

Zie, mijne dochter die maagd is, en zijn bijwijf, die zal ik nu uitbrengen, dat gij die schendt en haar doet wat goed is in uwe oogen: maar doet aan dezen man zulke een dwaas ding niet.

Maar de mannen wilden naar hem niet hooren. Toen greep de (Levitische) man zijn bijwijf en bracht ze uit tot hen daarbuiten: en zij bekenden haar, en waren met haar bezig den ganschen nacht tot aan den morgen, en lieten ze gaan als de dageraad oprees.

Paarlen voor de zwijnen. Dit everzwijn kan verwijzen naar het Zwijn waar de godin Frigga op reed

‘Deelde ze met haren beenderen in twaalf stukken’
Het klinkt bijna als de moderne verhalen over moderne toplieden, die kinderen zouden misbruiken. Bij wijze van initiatieritueel, om medeplichtig te worden. Of.. Omdat ze elkaar niet vertrouwen, gebruiken ze dan zulke gruweldaden als chantagemiddel, opdat je niet uit kunt stappen zonder met compromitterend seksueel materiaal geconfronteerd te worden.

De Bijbel vervolgt:

En deze vrouw kwam tegen het aanbreken des morgenstonds, en viel neder voor de deur van het huis des mans, waarin haar heer was, totdat het licht werd. Als nu haar heer des morgens opstond, en de deuren van het huis opendeed, en uitging om zijns weegs te gaan, zie, zoo lag de vrouw, zijn bijwijf, aan de deur van het huis, en haar handen op den dorpel.

En hij zeide tot haar: Sta op, en laat ons trekken; maar niemand antwoordde.

Opmerkelijk dus, dat de Bijbel wel ‘twee ezels’ als detail vermeldt, maar niet enig teken van enige compassie met het menselijk gebruiksvoorwerp dat ter groepsverkrachting is aangeboden. Sterker nog, hij snijdt zijn hele ‘bijwijf’ in twaalf stukken:

Als hij nu in zijn huis kwam, zoo nam hij een mes, en greep zijn bijwijf, en deelde ze met hare beenderen in twaalf stukken, en hij zond ze in alle landpalen Israels.

En het geschiedde dat al wie het zag, zeide: Zulks is niet geschied noch gezien, van dien dag af dat de kinderen Israels uit Egypteland zijn opgetogen tot op dezen dag: stelt uw hart daarop, geeft raad en spreekt.

Everzwijnen! Het meest gave verkeersbord van Nederland, op de grens met België. Mensen kunnen zich tot lager dan zwijnen gedragen

Benjaminieten uitroeien als wraak
Om de schanddaad te wreken op de plegers die dus onder de Benjaminieten waren, gaan dan de elf andere stammen ten oorlog. Het zal blijkbaar lastig geweest zijn, om enkel de schuldigen te vinden. Dus in hoofdstuk 20 pogen ze dan maar om de hele stam van Benjamin nagenoeg uit te roeien, inclusief vrouwen en kinderen.

Dan weet je zeker dat daar vast ook 1 van de schuldigen bij zit. Wanneer die slachting in Richteren 21 bijna is volbracht, ontkomen nog 600 Benjaminieten, die ‘vloden naar de woestijn tot de rotssteen van Rimmon’.

Verder zijn alle Benjaminieten dan uitgeroeid, inclusief vrouwen en kinderen. Na die slachting, komen de elf andere stammen tot de conclusie, dat de hele stam Benjamin ook weer niet mag uitsterven. De overgebleven zeshonderd Benjaminieten moeten dus aan de vrouw geholpen worden.

In hoofdstuk 21 lossen ze dat aldus op. Wie, welke stad uit welke stam deed niet mee aan de burgeroorlog? Dan moeten daar alle mannen van gedood worden, en ook alle vrouwen die geen maagd meer zijn. De maagden die overblijven na die slachting, die zijn dan voor de overgebleven 600 Benjaminieten.

Zodat die stam zich toch weer mooi kan voortplanten. De stad die dat lot ten deel valt heet Jabes in Gilead.

Eucharistie, brood en wijn als lichaam en bloed van Christus.

Help ze weer aan de ‘huisvrouw’
In Richteren 21:12 verhaalt de Heilige Schrift dan:

En zij vonden onder de inwoners van Jabes in Gilead vierhonderd jonge dochteren die maagden waren, die geenen man bekend hadden in bijligging des mans: en zij brachten die i het leger te Silo, het welk is in het land Kanaan.

Toen zond de gansche vergadering (dus het leger van de elf stammen ex Benjaminieten RZ) henen, en sprak tot de kinderen Benjamins, die in den rotssteen van Rimmon waren, en zij riepen hun vrede toe.

Alzoo kwamen de Benjaminieten terzelfder tijd weder: en zij gaven hun de vrouwen, die zij hetzellven behouden hadden van de vrouwen van Jabes in Gilead.

U raadt het al. Zeshonderd bronstige Benjaminieten en maar 400 gekaapte maagden. Dat zijn er nog minstens 200 te weinig, zeker wanneer je ook nog bijwijven wilt. Maar, de elf stammen hadden net een eed afgelegd. Geen van hun eigen dochters, zou ooit nog met een Benjaminiet mogen slapen, die verdorven stam.

Als oplossing bedenken ze dan: er is jaarlijks een ‘feest des Heeren te Silo’.

Als daar ‘de dochters van Silo zullen uitgegaan zijn om met  reien te dansen’, dan moeten de Benjaminieten daar maar zich verstoppen in ‘de Wijngaarden, en schaakt u een ieder zijne huisvrouw ut de dochteren van Silo; en gaat henen in het land Benjamins.’

Everzwijn bij De Beiaard Postel

En ze leefden nog lang en gelukkig
Zo ‘roofden’ de Benjaminieten daar dus hun vrouwen, die ontvoerden ze en ze leefden nog lang en gelukkig. Nou ja, dit is de Bijbel, niet een gruwelsprookje van de Gebroeders Grimm. Dus sluit de Bijbel dit laatste verhaal in Richteren aldus af:

In die dagen was er geen Koning in Israel: een iegelijk deed wat recht is in zijne oogen.

Met dit gruwelverhaal is dat punt van normloosheid zonder Grote Heerser er wel extra sterk in gehamerd. En zo lees je ook Richteren: een Bijbelboek met een hoog ‘probeer dit thuis zelf niet’-gehalte. Het laat je beduusd achter over de duistere krochten van de menselijke geest, wat zij doen als ze onder de macht van het Kwaad staan, waarvan de demon hier met name is genoemd.

Zo bizar kunnen mensen zijn, niet alleen toen maar ook in de 20ste eeuw en nu. Je ziet in dit verhaal dat een ‘eed’, en ‘eer’ belangrijker zijn dan honderdduizenden mensenlevens die uit wraak met ‘de ban’ (totale uitroeiing) geslagen worden. Dat lijkt veel op ieder waanidee, dat mensen behekst zoals de CO2-hysterie of de viruswaanzin.

Zodat mogelijk miljoenen mensen geofferd worden voor de winsten van enkelen. Of al die andere oorlogen voor de winsten van een stel bankiers. Andermaal is het boek Richteren dus geen uitnodiging om God te beleren vanuit de hoogzit van de moderniteit.

De beschuldiger zegt tegen Christus….

In de brand met Het Boek?
Een oplossing die maakt dat je de Bijbel niet gewoon in de brand steekt als vuige Jodenlectuur, die kan zo luiden: Op zijn best lees je het Oude Testament dus vaak als het humanitair dieptepunt, waaruit de kinderen Israel’s met hun JHWH klommen, voor ze Jezus Christus uit hun traditie voortbrachten.

Het Lam’ zelf, dat God als wraakwerend zoenoffer een meer humaan gezicht gaf, dan de oorlogsgod uit de Joodse genocide-verhalen. Zodat je volgens die dieptepsychologie ook letterlijk ‘verlost’ kan worden. Dat is wat mij 22 jaar terug overkwam.

Lees je de Romeinen-brieven van Paulus, dan leer je datgene waarmee je Bijbels geloof associeert. Geestelijke opbouw. Maar vaak leest de Bijbel als de kortste weg tot agnosticisme.

Dat is ongeveer de geloofsopvatting van Kweenie! uit de meneer Kaktus-show met Peter Jan Rens. Je kunt Het niet weten. Dus doe je er ook maar niet meer aan. De aanwijzing dat mensen zonder gezond geloof afglijden tot barbarij, of zelf God gaan spelen, die kan nog aansporing zijn om niet op te geven.

Zonder Geloof in Het Goede als uiteindelijk overwinnaar heb je alleen nog het Kwade en De Dood.

Ja sorry, ik kan mezelf ook niet vromer voordoen, dan waartoe ik in staat ben. Ik hoef het niet voor God op te nemen, de hoogmoed alleen al… Heb een goede zondag.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *