Traditie verwerpen, een christelijke traditie

Kerkterp van Jannum

We lezen nu het laatste hoofdstuk over de ‘moderniteit’ (17de eeuw) van Tom Holland zijn zevenmijlslaarzen-reis van 600 bladzijden door twee millennia christendom. ‘Heerschappij’, uitgebracht bij Atheneum, Polak en Van Gennep. Het is ontzettend knap hoe hij effectief winkelt in de belangrijke idee-evoluties door die twee millennia.

Terecht valt hem op, dat ‘vanzelfsprekendheden’ als persoonlijke vrijheid, en de claim dat ieder mens ‘gelijk’ kan zijn (voor God) in onze cultuur alles behalve een natuurlijk gegeven zijn. Zonder christendom waren die claims zelfs belachelijk.

We pikken hier de ‘Reformatio’ uit de 11de eeuw uit het boek, die kenmerkend is voor de christelijke geschiedenis. Continu Reformatie nadat het ideaal verwereldlijkt.

De literatuur voor vandaag

Toen in de 11de eeuw ontstond (opnieuw) de scheiding tussen kerk en staat, die uniek christelijk is. De termen daarvoor zijn ‘secularis’, staande voor de vergankelijke cycli van een mensenleven, gesteld op maximaal 1 eeuw. En religio, de religieuze sfeer van de voortgaande tijd die boven het tijdelijke staat.

Die scheiding ontstond op last van de Paus Gregorius VII. In 1075 schreef hij dat het voor de geestelijke macht mogelijk moest zijn om een keizer of koning af te zetten. Die wens ontstond in conflict met de Duitse keizer Hendrik IV die zich titels als ‘sanctissimus’ (heiligst) liet toe-eigenen.

Gregorius wilde het pausdom ontworstelen aan de wereldlijke macht. Sinds Karel de Grote (+814) en de daarna ontstane wereldlijke chaos, hadden koningen zichzelf langzaam het primaat over de kerk verschaft. De reden voor een samengaan van kerk en wereld was van militaire aard.

Machtig mooie kerk! Michaelskerk Wieringen

De pausen hadden die ridderlijke macht nodig, om te zorgen dat het christendom niet werd weggevaagd uit Europa. Spanje was immers bezet door de Saracenen. In 955 poogden de nog heidense Hongaren nog Augsburg (Beieren) in te nemen. Maar de bisschop van de stad Ulrich ‘die slechts zijn altaarkleed droeg en beschermd werd door noch een schild, noch een malienkolder noch een helm’, red er te paard op uit om het pad van de Hongaren te blokkeren.

Hoewel er overal om hem heen pijlen vlogen en stenen neerkwamen, slaagde hij er op wonderbaarlijke wijze in omde aanvallers tegen te houden. De open poort werd veilig gesteld. De Hongaren gingen de stad niet in.

De in de kroonzaal van Karel de Grote gekroonde Otto kwam te hulp, als afstammeling van Saksen (dus geen Frank zoals Karel). Met drieduizend ruiters verpletterde hij de Hongaren bij de Lech. De paus zelf had in het gevolg van zijn leger meegereden. En zo kreeg die koning de status van Otto de Grote, verdediger van de christenheid.

In 937 wist de koning Aethelstan van Wessex de Vikingen te verdrijven. In die gevaarlijke wereld waarin christenen van heidenen en Saracenen te verduren kregen, had het pausdom zulke krijger-koningen meer dan nodig. Daarom had de Paus in 754 ook de banden aangehaald met Pippijn, de vader van Karel de Grote.

Omdat hij bescherming tegen de Saracenen nodig had. Die zouden ook in 848 zelfs nog Rome binnenvallen en de Sint Pieter plunderen.

Friese kerk in Sleeswijk Holstein, met mijn honden-engeltjeTrudy

Die koningen kregen de zelfde behandeling door de Paus, als Saul door Samuel, die de koning ‘zalfde’. En David daarna, Salomo, de Bijbel biedt steeds de voorbeelden. Met Christus daarna als de grootste van alle koningen. Maar het kon ze dus te hoog in de bol schieten, dat ze zichzelf boven de kerk gingen plaatsen.

De status van Christus als koning boven alle koningen, is meteen ook dat morele principe, dat de grootste heersers op aarde ten val kan brengen. En hier pakte paus Gregorius als sleutelbewaarder van de Kerk als Bruid van Christus, de sleutels weer terug. Toen die koningen zichzelf ook teveel geestelijke macht gingen toe-eigenen.

Ook waren de Hongaren nu gekerstend, de Denen en Noren volgden. Hij sprak de banvloek uit over Hendrik IV. En die kon Gregorius nog wel gevangen nemen, maar in de ogen van de christenheid verloor hij al zijn morele autoriteit.

En zo breng je dus wereldlijke macht ten val: zonder moreel gezag verliest de militaire autoriteit ook haar glans. De Kerk moest zich uit de wereldlijke autoriteit los maken. Toen ontstond ook het celibaat voor priesters, dat eerder alleen voor monniken gold. De Kerk moest haar eigen heiligheid weer terug veroveren, omdat daarop haar morele gezag alleen kon leunen.

Abdijkerk Prum

Vervolgens begon een proces, waarin de Latijnse Kerk zichzelf tot het morele en juridische centrum van de Latijnse christenwereld ging maken. Daarvoor werd ook de eerste Universiteit toen opgericht in Bologna. Later ook in Parijs en Oxford.

Daar konden rechtsgeleerden dan bestuderen hoe ze wereldlijke wetten op christelijke principes konden afstemmen, tegenstrijdigheden oplossen in teksten. De studie van Aristoteles kwam er bij, nadat in Spanje grote gebieden op de Islam waren heroverd. Uit hun bibliotheken kwam het werk van de filosoof weer tot de Latijnse christenheid.

Zodat ‘de enige wet die het universum schept en regeert’ ook juridische tanden kon krijgen, en vervolgens universeel geldig kon worden in het hele christenrijk. Die universiteiten kregen ook de geroemde academische onafhankelijkheid, vrijheid van studie.

Tot atelier verbouwde kerk Raard

In 1215 was dat Reformatio-proces vervolgens helemaal klaar, leidend tot de volgende conclusie: ‘Er is 1 katholieke Kerk voor de gelovigen, en daarbuiten is geen redding’. Alleen via de geestelijkheid was absolutie voor zonden te verkrijgen. En die claim to fame zo uiteindelijk weer opmaat voor volgende Reformaties worden, zodra de Kerk als instituut te werelds was geworden. Teveel met geld bezig en priesters die het er te opzichtig van namen.

Zodra het morele gezag van een instituut ter discussie komt, staan anderen op die zich heiliger voelden om hun tradities omver te werpen. Van de Hussieten en Geert Grote met zijn ‘Nieuwe Devotie’ tot uiteindelijk Luther (1518)

De 11de eeuwse Reformatio was natuurlijk maar 1 van de vele ‘reformaties’, pogingen om een scheidslijn tussen wereld en geestelijk te herstellen. Dat conflict tussen de zuiveren, preziezen en rekkelijken stamt al uit de tijd van puritein Donatus uit de tweede eeuw. Die restauratiepogingen inclusief een afkeer van een daarvoor ontstane traditie, die zijn een wezenlijk kenmerk van het christendom.

Zulke opwekkingen en restauraties zijn in zichzelf een traditie geworden in 2000 jaar christendom. Een geloof dat als het leven zelf een paradox inhoudt. Zoals mensen ook paradoxale wezens zijn, met 1 been in de natuur en de andere in de geestelijke wereld. Wie meent zich van het christendom te ‘bevrijden’, die staat dus ook in een christelijke traditie. Alleen loop je het risico om dan 2000 jaar omgang met die paradox als kind met badwater weg te gooien.

Tom Holland schreef dus een goed getimed boek, in een tijd die even apocalyptisch lijkt als al de andere eindtijden die tot Reformatio aanspoorden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *