‘Niet meer van deze tijd, een compliment’

De buit, duivenborstjes

In dit zaterdagse archiefverhaal dat we publiceerden in het kerstnummer 2009 van De Jager, het ledenblad van de Koninklijke Jagersvereniging gingen we na, waarom je jaagt en vlees eet. Wat voor argumenten heeft een jager naar de niet-jager om uit te leggen dat zijn bedrijf een zielsbezigheid is? Vele filosofen en schrijvers gingen u voor, en geven naast de evidente antwoorden van schadebestrijding en lekker scharrelvlees een diepere basis.

Met de praam naar de jachthut

‘Interactieve kicks’
Bij het afscheid van Gerard Alferink in Burgers Zoo in Arnhem gaf een vlotte trendwatcher zijn lezing, vanuit marketingperspectief. Hoe maak je het jachtbedrijf aantrekkelijk richting groter publiek? De zaal zat vol met ervaren jagers, groene heren en dames met grijze haren en de behoefte aan meer jong bloed.

Er hing een gevoel van weemoed, dat algemeen heerst in de wereld van oudere natuurliefhebbers. ‘Last Child in the Woods’, van Richard Louv verwoordt die weemoed. Met de ondertitel ‘saving our children from nature-deficit disorder’beschrijft Louv een angst voor de toekomst: de generatie gameboys en spicegirls komt alleen in aanraking met de natuur via het stopcontact. Terwijl echt natuurcontact onze geestelijke gezondheid zou bevorderen.

Er zou dus een generatie natuurbarbaren aankomen, die over onze natuur gaat beslissen. Een nogal duister beeld, maar wel met een kern van waarheid die ook door Alterrra-enquêtes wordt bevestigd. Dat klinkt urgent. Wel, de trendwatcher had een oplossing. Jongeren moesten worden benaderd met‘interactieve kicks’. ‘Anders houden we niet meer van jullie’. Deze zin is blijven hangen, en wekt wel eens lachkicks op.

Airborne, de witte havik doet haar eerste oefen-jachtvlucht, nog aan de lijn tot ze straks los kan

De reden? Allereerst het reclamejargon. En daarnaast de vraag, hoe ver je moet gaan om stopcontactjongeren te pleasen, wanneer ze enkel kicks willen, als een soort afgestompte junks. Reclamegoeroes stellen die vraag over concessies niet, die beschouwen ze als vanzelfsprekend.

Jongeren zijn in de blik van trendwatchers namelijk een hogere menssoort, die als geen ander de tijd doorgronden. In tegenstelling tot die domme stugge oudere mensen. Oud is fout. Dus moeten die domme volwassenen maar beter naar jongeren luisteren.

Maar waarom zou je afdalen in de wereld van impulsen en kicks van de TMF-kauwgomcultuur? Je kunt mensen beter een voorbeeld bieden hoe jongere generaties van die kinderlijke behoeftes afkomen. Het is veel leuker om volwassen te zijn, dankzij de groeiende levenswijsheid, ervaring en de mogelijkheid om hoofd- en bijzaken te onderscheiden. Jong zijn is niets bewonderenswaardigs, dat lukt iedereen in zijn leven wel een keer.

Eerst de jacht inzegenen met een Hubertus-mis

Samenwerking
Jacht is bij uitstek een volwassen bezigheid, die aanspraak maakt op volwassen deugden. En volwassen waarden als echtheid en eigenheid, waarden die je door inspanning moet verwerven groeien weer in aanzien. Tenminste, afgaand op populaire filosofische boeken van de laatste 10 jaar. Juist als reactie op de via marketing in het zadel geholpen kauwgomcultuur.

De afstompende werking daarvan is bijvoorbeeld het onderwerp van Noor Lars Svendsen met zijn ‘Filosofie van de Verveling’, een succesboek dat de onvrede van oppervlakkige zoektocht naar kicks en haar excessen doorgrondt. Ook de populaire Nederlandse filosoof Ad Verbrugge appelleert aan onvrede met niksigheid en oppervlakkigheid in zijn ´Tijd van onbehagen´.

Geestelijk gezonde mensen willen doorgroeien naar volwassenheid, in plaats van het rondje om de kerk te draaien van het ego. Roger Scruton verklaart zijn stap uit de Londense academiewereld naar plattelandsleven en jagersbestaan als volgt:

“Ik besloot niet langer de dramatische acteur te zijn in mijn eigen geregisseerde toneelstuk (verwijzing naar het bij babyboomacademici populaire Franse existentialisme, dat ook Svendson aanhaalt). En pas toen begon ik echt te leven”.

De drift over het jachtveld

Scruton zijn centrale thema is de initiatierite, die in alle klassieke beschavingen maar ook bij jagerssamenlevingen een rol speelde. Echtheid en status zijn niet te koop. Er moet een inspanning worden geleverd voor je op een hoger plan wordt toegelaten in een gemeenschap. Die initiatie geeft extra waarde aan je verdiensten.

Scruton krijgt een vollediger idee van menszijn in zijn gemeenschap in het Britse heggenland. Op zijn paard, rijdend in samenwerking met andere ruiters, de hondenmeute en de Huntsman, ieder in zijn rol.

Met zijn verdediging van de vossenjacht in ‘On Hunting’houdt Scruton een pleidooi voor klassieke waarden die bij teamsport en ook bij de jacht van pas komen. Zoals moed en doorzettingsvermogen, maar ook gemeenschapszin en de noodzaak tot samenwerking.

De soixante-huitards zullen dat ‘belerend’ vinden, maar in een bed van smeuïge Britse ironie weet Scruton die ijdele hypocrisie kunstig te fileren. Een goede jager wordt dus een completer mens, omdat hij deugden moet leren die iedere volwassene ook op andere levensterreinen van pas komen.

Hertje jagen, die waren er ooit uitgezet als jachtwild voor de lokale landlord

‘De Jager is een spontane ‘deelnemer’, die niet alleen met zijn eigen soort leert samenwerken, maar ook de wezens die het beste zijn aangepast op zijn manier van jagen: met het paard, de hond, de valk en de fret’, schrijft Scruton. Het paard, dat onbedwingbaar zijn galloperende soortgenoten wil volgen is daarbij echt paard.

De honden, komen als spoorzoekers en uiteindelijke afmakers als wezen tot hun recht, meer dan de haarballen die als knuffeldier tot de flat zijn veroordeeld. De hele jacht beweegt als één organisme, waarbij tegelijk een goed gecoördineerde samenwerking nodig is. En uit die noodzaak tot samenwerking volgt ook de noodzaak tot een andere ethiek, die het ego overstijgt. Niet alleen tussen mensen, maar ook tussen mens en dier.

Dat de prooi sneuvelt, is zijn rol in de natuur, maar de soort zelf kan bij jagers op de grootste achting rekenen. Volgens Scruton is de houding van de jager naar zijn prooi halfreligieus. Hij kan het individu doden, en tegelijk de soort vereren.

Vergelijk die houding met de machinale slachting uit de bio-industrie, die zowel het individuele dier doodt als de hele soort ontheiligt. Zelfs dierenrechtfilosoof Peter Singer erkent dat hij het eten van een geschoten wild hert hoger acht, omdat dit dier tenminste de kans heeft gehad op een leven als hert.

Jachthuis Sint Hubertus, de jagerstempel van industrieel Anton Kruller, onze eigen ‘Rockefeller’

Bezetting
De jacht en de natuur bevrijden niet alleen van het ego, zij verbinden weer met de werkelijkheid. Niet toevallig is de term ´baan´, occupation in het Engels de vertaling van het woord bezetting. Voor vele kantoorslaven is werk een periode waarbij ze tijd wordt afgepakt van hun eindige leven, een activiteit die ze slechts uitoefenen voor het resultaat: salaris. José Ortega y Gasset, de jachtapologeet en schrijver van ‘De Opstand der Horden’is hier dé filosoof die een antwoord kan bieden.

Ortega Y Gasset stelt: ‘Serieus onderzoek moet ons laten realiseren hoe ongemakkelijk bestaan in dit universum moet zijn voor een wezen, de mens bijvoorbeeld, die het van wezensbelang vindt om zichzelf te laten afleiden. Zich laten afleiden is jezelf laten afscheiden van wat je normaal gesproken bent, een willekeurig gekozen rol die een willekeurig doel dient, om een moment te kunnen ontsnappen.

Is dat niet vreemd? Wat bereikt iemand met zo’n ontsnapping. De vraag waarom mensen die afleiding zoeken, brengt ons bij de kern van de menselijke conditie. Meer dan de demagogen die ons de les willen lezen met hun melodramatische toespraken.’

Het jacht- en vishandboek van het lokale kasteeltje

De Spanjaard maakte aanzet tot de Spaanse burgeroorlog mee met haar communistische en anarchistische volksophitsers. Deze twisten inspireerden ook de Engelse leraar en journalist George Orwell tot zijn Animal Farm en later ‘1984’. Volk dat een afleiding zoekt van de last van werk, gaat achter mensen aanlopen die een groter verhaal verkopen en levert daarbij haar vrijheid en wezen in.

Een demagoog als Al Gore, die vooral virtuele milieuliefhebbers uit urbane omgeving aanspreekt, zouden in Ortega y Gasset een tegenstander vinden. Deze eerste koolstofmiljardair ter wereld weet juist zielen te winnen onder de vervreemden.

Ortega y Gasset appeleert vervolgens, net als Scruton aan de deugden die bij een succesvolle jacht een rol spelen. Voor hem belichaamt jacht de echte sport, waarbij de activiteit niet een willekeurige handeling is, bedoeld om een resultaat te halen. De activiteit, de inspanning is het loon en het doel in zichzelf. Een activiteit die alle zintuigen aanspreekt.

De hertjes zijn er ooit door een jachtlustige landlord uitgezet. De oorspronkelijke vegetatie was overigens bos (Scotts Pine) maar mede dankzij de hertjes keert die niet terug, want die vreten alle jonge scheuten op

Even belangrijk, die natuurbeleving blijft niet beperkt tot oppervlakkig beschouwen van een groen schilderijtje. Alle zintuigen moeten open, en deelnemend aan de natuur wordt de jager de natuur zelf. Iedere struik en obstakel krijgt betekenis door mogelijke aanwezigheid van wild. Dit fenomeen beschrijft ook Barry Lopez in zijn boek ‘Dromen van het Noorden’. De schrijver verbleef jaren bij eskimojagers.

Deze jagers kunnen één uur lang door zijn geleende verrekijker het toendralandschap bekijken, en daar ieder detail afgrazen, iedere verandering lezen in een schijnbaar lege woestijn. Terwijl Lopez aanvankelijk al na enkele minuten verveeld constateert; ‘hier is niks’, blijkt bij de Eskimo alle aandacht opgeslorpt.

Een groter contrast met de aandachtsgestoorde ADHD-jeugd uit Richard Louv’s boek is niet denkbaar. Hier is geen afleiding meer nodig, of vlucht uit de realiteit: de jager is bij uitstek in het hier en nu. ‘Be here now’, hoor je vaak als mantra in de popcultuur van Oasis tot ‘Happinez’. Maar je hoeft niet te luisteren naar kale mannen boven de Tibetaanse boomgrens, jagen volstaat.

Ganzenborstjes

De New York-times journalist Michael Pollan haalt enkele passages over de intense jachtbeleving van Ortega y Gasset aan in zijn bestseller uit 2008 ‘The Omnivore’s Dilemma’.

De journalist loopt stage bij een bioboer, en neemt ook een jachtcursus om zijn eigen varken te kunnen schieten. Het doel: ‘de ideale maaltijd samenstellen’. In een moment van intense jachtbeleving in een bos in Californie, verliest de schrijver alle politieke correctheid even, die hem vanuit zijn urbane leven is opgelegd.

De foto die de jachtmaat maakt van Pollan, laat weinig aan de verbeelding over. De journalist grijnst van oor tot oor, dankzij het zelfde gevoel waarmee de meeste buitenlandse jachtverhalen eindigden in het Hubertusnummer. Hij leeft echt.

En zo komen we weer even bij Scruton’s ‘On Hunting’. De conservatieve filosoof verwijst naar de bevrijding uit een machinaal leven, naar een leven dat millennialang het wezen van mensen bepaalde. Mensen hebben een oude ziel, en moeten daar rekening mee houden.

Een terrier, vroeger gebruikt om de grond in te graven op jacht naar vos en das

Female Harpies
Filosofen die de basis van menselijk gedrag blootleggen, blijven actueel omdat die basis niet snel verandert. Daarom als laatste nog het instinct, onze oude genen. Bij seksualiteit beweert niemand dat dit oeroude instinct zelf fout is. Je kunt hooguit discussiëren over de manier waarop je het gebruikt. Dus waarom wel afgeven op de evolutionaire wortels van de jager, die eveneens zo oud als de mensheid zijn?

Niet omdat het een instinct is. Misschien heeft dit gezeur wel te maken met het populaire ‘malebashing’in onze cultuur, het afgeven op iedere activiteit die voornamelijk door mannen wordt beoefend, en niet tegen het instinct an sich.

Het schijnt namelijk vrouwvriendelijk te zijn om manonvriendelijk te doen, vanuit een onbestemde compensatiedrift. In plaats van hooghartig te ageren tegen die instincten als primitief en de eigen natuur te ontkennen, kun je deze beter onderkennen en in een menselijker vorm gieten. En dan blijken ze bij man en vrouw even diep te zitten, zo beschrijft ook Scruton met zijn ‘female harpies’, de felle jagersvrouwen te paard.

Jachtuitsnede Schorfheide (DE)

De jacht bedrijft dit vermenselijken van natuurlijke aandrang al millennia. Want niemand jaagt zomaar. Het bedrijf is juist altijd met etiquettes omgeven zoals de weidelijkheid. Juist door het volkomen natuurlijke van jacht in combinatie met beschavingsregels, komt de mens ook met de echte natuur in contact op menselijke wijze, zonder de natuur tot sentimentele karikatuur te maken.

Moet een jager zich dus te buiten gaan aan ‘interactieve kicks’en cool zijn? Er zijn betere ideeën beschikbaar, want de beschuldiging ‘niet van deze tijd’is een compliment. Jacht en natuur vormen een prachtig contrast met plastic kicks en wegwerppleziertjes, zij genezen van een vlucht in demagogie en virtuele afleiding. En zij bieden ruimte aan dieper genot en beleving, die pas volledig wordt bereikt via voldoende kennis en inspanning. Dus waarom een voorbeeld nemen aan leegte en oppervlakkigheid?

Die gameboys en spicegirls hebben gewoon pech.

Kinderen vinden dieren machtig, ouders, laat je kinderen in aanraking met natuur en jacht komen!

Een volgende generatie pakt de draad wel weer op. Veel ouders voelden zich al door de boodschap aangesproken van ‘Last child in the woods’. In Amsterdam neemt het aantal buitenactiviteiten voor kinderen al weer toe. Mijn kleine neefje, hij is drie, herkent ieder vogel- en dierensilhouet al op honderd meter afstand. Dus dat zit alvast goed, en over de nieuwe jeugd maak ik me geen enkele zorgen.

Mijn generatie heeft ook voldoende potentieel. Zij bestaat uit een leger beter opgeleiden die nog wel met de voeten in de klei hebben gestaan. Mensen die het voorjaar opsnoven, en de golf van geluk kennen van het eerste kievitsei tijdens lange veldtochten, een eend op het nest tussen het riet en de vondst van jonge hazen in de weide. Dat was geen inwisselbare kick, maar een symbolisch moment voor een breder levensgevoel.

  • De jagersvereniging meldde dit jaar dat er historisch veel jongeren aan de jachtopleiding deelnamen. Tegelijk groeit de bureaucratie om jagers te ontmoedigen en verdacht te maken, zoals met een arbitraire psychologische test of je wel een jachtgeweer mag bezitten. 

3 Replies to “‘Niet meer van deze tijd, een compliment’”

    1. Hij is zo wakker dat hij meegaat in de discussie…..dit is precies wat de dictatuur wil…….ze hebben daar bij de WHO/WEF dermate geraffineerde influencers en PR technieken…..verbaal ga je dat dan altijd verliezen.

  1. Ik moet bekennen dat ik toch echt té weinig dieren heb gedood in mijn leven. Iedere vent moet toch eens een keer een kip de kop afslaan of afbijten en iedere echte kerel moet op z’n minst toch één keer in zijn bestaan een varken of schaap de keel hebben doorgesneden om zijn gezin te tonen dat hij tot veel in staat is hen te voeden.

    Wel veel gevist overigens, maar daar is nu ook niet meer zo veel aan nu je alles terug moet gooien.
    “Give a man a fish and he will eat for a day. Teach a man to fish and he will eat for a lifetime.” Of iets dergelijks.
    Dat gezegde gaat dankzij dat linkse tuig (pleonasme) niet meer op.

    Bij mij aan de bar zaten ook altijd veel jagers te verhalen over hun avonturen in de voormalige Oostblokstaten, met name de Baltische landen, waar ze blokhutten huurden en er op beren of elanden jaagden. Tijdens clubavonden genoten we dan van jachtvideo’s waarin alles getoond werd van jacht tot slacht tot braadpan.
    Heerlijke cultuur die jagerscultuur. Bezoek eens een jachtbeurs, nu het nog kan.

    Wat me altijd heeft verbaasd dat het met name ‘vrouwen’ zijn die zich verzetten of ageren tegen de jachtcultuur. Ook tijdens het vissen ben ik wel eens lastig gevallen door door ‘creatuur’ die van mening was dat ik niet zou vissen als het ‘diertje’ niet onder water zou zitten en in staat was doodskreten te slaken, hetgeen onder water niet mogelijk is. Complete randdebielen deze linkse wijven. Zelf zijn ze in staat een mensenkind zonder verdoving in 7-8 stukken te knippen of snijden, terwijl hun religie/Darwinisme hun verteld dat het mag omdat ‘de vrucht’ nog niet ver genoeg tot mens ontwikkeld is. Eigenlijk meer op een reptiel of visachtig wezentje lijkt (Haeckel). En met deze vorm van ‘dier-geweld’ (babymoord), deze dubbele ‘vierendeling’ hebben zij geen enkel probleem. Van deze ‘schreeuw om leven’ onder-vruchtwater trekken zij zich geen enkele hoerige reet aan.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *